Werkschuur Opende – Week 6

|||||||||||
||||||||||| Foto: |||||||||||
ongenode gast

Woensdag 29 januari
Tijd: 14.00 uur

Wist u dat een eekhoorn een dennenappel heel anders afknaagt dan een muisje? Nee? De kinderen die mee zijn gegaan met de activiteit ‘Dieren in de Winter’ van IVN Grootegast weten dat nu wél. Tijdens de middag stonden er tal van activiteiten op het programma. Zo leerden de kinderen alles over spoorzoeken en mochten ze zelf een vetbol maken voor de vogels. Ondanks de kou verzamelden zich op de woensdagmiddag toch een dertigtal kinderen bij de werkschuur van Staatsbosbeheer.

Het is even bibberen voor de werkschuur in Opende. Eerst renden alle kinderen nog vrolijk rond, maar dan is het toch echt tijd voor het welkomstwoord van Herman Woltjer. En dan moeten ze even stil staan. “Meestal zijn er wat minder kinderen, maar nu hebben we verschillende activiteiten, dus het kan mooi doorlopen”, zo vertelt hij. Hij geeft uitleg over de activiteiten. De kinderen worden verdeeld in groepjes van acht en gaan allemaal met een begeleider mee, waaronder nog iemand met de naam Herman. Herman Woltjer: “We zijn met twee Hermannen, maar hij is veel ouder dan ik.” Tot hilariteit onder de kinderen, want de twee wat oudere heren ogen min of meer gelijke oud. En dat is voor de kinderen héél oud.

Een deel van de kinderen gaat buiten aan de slag en een deel binnen. De ongenode gast weet het wel: dat wordt eerst even opwarmen bij een binnenactiviteit dus. Daar ligt van alles uitgestald op een tafel. Boeken over veren en sporen. Het meest in het oogspringende is een opgezette fred. “Fredje is een fred”, vertelt de sporenkenner. “En een fred leeft dan wel niet in het wild, maar lijkt veel op een bunzing. Die leven dan weer wel in het wild.” De kinderen wordt gevraagd welke sporen zij kennen. Natuurlijk zijn er de pootafdrukken. “Ik had gehoopt dat er nog sneeuw lag, dan zie je de sporen perfect.”

Al snel blijkt dat de kinderen nog veel meer spoorsoorten kennen. “Poep!”, roept een jongetje met een grote grijns op zijn gezicht. En dat klopt inderdaad. Er gaan verschillende keuteltjes rond. Van een vosje en van een konijn. “Veel dieren leven ’s nachts. Door de verschillende sporen kun je dus zien wat ze doen.” Dat kan dus ook door eitjes. De schil van een kwartelei gaat rond. Daar is al een kuikentje uitgekomen. De groep vindt het erg leuk om te zien waar ze op moeten letten en dat het allemaal zo tastbaar is.

Buiten ondertussen wordt ook hard gewerkt. Onder bezielende leiding van Gerda Westhof maken de kinderen vetbollen voor de vogels. Eerst is een grote pan met vet warm gemaakt. “Van de slager”, vertelt Gerda. “Dat is lekkerder dan gewoon frituurvet.” Niets is te gek voor de gevleugelde vrienden. Het vet wordt met een soepsleef in vormpjes geschept. Een draadje wordt in de vormpjes geduwd, zodat er een mooie slinger ontstaat. Het is nog een heel geklieder. Eén meisje heeft haar vader zo ver gekregen dat hij dat voor haar doet. “Ik laat hem het vieze werk doen”, zegt ze giebelend. Om de klompjes vet komen zaadjes. Het resultaat: een prachtige vetbol, net even anders dan uit de winkel.

De activiteiten van het IVN vallen goed in de smaak bij de kinderen. Lekker buiten bezig zijn. Herman Woltjer: “Wat voor weer het is maakt voor ons natuurliefhebbers niet uit. Elk seizoen is er weer iets anders om van te genieten.” En dat wordt duidelijk tijdens deze activiteit. Andere kinderen maken een pindaslinger en weer andere kinderen leren meer over de vacht van dieren tijdens een voelspelletje. Het is een speelse en vooral leuke manier om meer te leren over de natuur. Woltjer loopt druk heen en weer en houdt in de gaten of de verschillende onderdelen goed gaan. En ook al houden natuurmensen van alle seizoenen, ook hij wrijft zich af en toe in de handen om het warm te krijgen. “Ja, ook ik heb het koud.”   

|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||

UIT DE KRANT