Zeehondencentrum Pieterburen wil vooruit: “Onze plannen hebben steun nodig, ook financieel”

Afbeelding
voorpagina groningen

PIETERBUREN – Het is bijna tijd voor een groot feest in het normaal gesproken pittoreske en rustige Pieterburen. In het weekend van 28, 29 en 30 oktober staat er een groot evenement gepland, waarbij vele artiesten, orkesten én koren de weg naar het hoge noorden afleggen voor een knallend benefietconcert. In De Streekkrant laat Arie Molenhuis, Pieterbuurster in hart en nieren, de lezers al wekenlang figuurlijk meelopen met de organisatie van het festival ‘Altied wat aan’t Wad’. In zijn wekelijkse column houdt hij iedereen die het wil weten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom de feestdriedaagse. Maar waarvoor nu precies een benefietevenement op poten zetten? Zeehondencentrum Pieterburen vangt toch zeehondjes op? En die hebben we tegenwoordig toch genoeg?

De eerste vraag kan het beste voorgelegd worden aan Arie zelf. “Dit jaar bestaat het zeehondencentrum exact 45 jaar”, weet Arie te vertellen. “Nu is dat op zich wel een feestje waard, maar het is natuurlijk niet echt een jubileum. Het geld dat we hopen binnen te halen gaat naar het zeehondencentrum, maar de achterliggende gedachte is wel dat héél Pieterburen of nog beter gezegd de héle regio meeprofiteert. Wij willen niet alleen het zeehondencentrum helpen hun noodzakelijke plannen te realiseren, ook willen we de leefbaarheid in het Hogeland vergroten.” Niek Kuizenga verduidelijkt de woorden van Arie door te stellen dat het ene onlosmakelijk verbonden is met het andere. “De accommodatie van deze opvang is hopeloos verouderd”, vertelt Kuizenga. “Willen we straks nog in staat zijn om zeehonden op te vangen en om onderzoek te doen naar een gezonde zee, dan zullen we actie moeten ondernemen. Er zal geïnvesteerd moeten worden in het zeehondencentrum om essentiële dingen te vervangen. Momenteel worden er bijvoorbeeld zeehonden verzorgd in een container waarvan het nog maar de vraag is of die containers de winter wel overleven.” Daarmee beantwoordt Niek de tweede vraag. Het zeehondencentrum in Pieterburen is meer dan alleen een opvangcentrum voor zieke of verdwaalde zeehonden. Er wordt ook onderzoek gedaan naar de zee en gezocht naar mogelijkheden om de zee gezonder te maken dan nu het geval is. “Er lopen hier momenteel zo’n vijftien studenten rond die helpen bij de opvang en die de onderzoeken doen”, aldus Niek Kuizenga. “Deze studenten komen niet alleen uit Nederland, maar ook uit andere landen en verblijven dus op het terrein. De campus waarin zij verblijven is niet meer van deze tijd en moet eigenlijk vervangen worden. Tenminste, als wij onze onderzoeken voort willen zetten. Net als het vervangen van de verouderde containers die van ellende uit elkaar vallen hangt ook hier een fors kostenplaatje aan.” De studenten vormen naast een gedegen onderzoeksteam ook het kloppende hart van de zeehondenopvang. “Zij hebben veel passie, een goede spirit en vormen een fantastisch team. We merken dat mensen die hier komen het leuk vinden om met onze werknemers te spreken en zodoende informatie te krijgen over het waddengebied, de zee en natuurlijk de dieren. Die kleinheid en het persoonlijke contact is zeer bijzonder en maakt ons zo uniek. Daar willen we dus op voortborduren. Stapsgewijs willen we het aantal van vijftien studenten verdubbelen naar dertig en misschien wel meer. Er zal qua huisvesting dus niet alleen vernieuwd moeten worden, maar ook uitgebreid. Er moet een compleet nieuwe campus komen. Een studentenpaviljoen.” Kuizenga vertelt dat het vernieuwen van de accommodaties inmiddels geen kwestie van ‘mogen’ meer is. “We kunnen niet door met de voorzieningen in de huidige staat, er zal op korte termijn iets moeten gebeuren. Buiten dat om willen we ook graag de banden met het dorp Pieterburen weer aantrekken.” Ook daarvoor heeft de directeur inmiddels vergevorderde plannen klaar liggen. Kuizenga: “Uit oude tekeningen van het terrein bleek dat er vroeger een klein riviertje door het terrein heeft gelopen. Dit riviertje willen we graag terug hebben. Door te werken met sluizen kunnen we dan ten zuiden van de waterstroom ons terrein onder water laten lopen en zo een vloedsituatie nabootsen. Als we het water vervolgens weer weg laten lopen krijgen we eb. Zo creëren we een mini-waddengebied waar kinderen, maar ook zeker ouderen, het waddenland kunnen ontdekken.” Vanuit het dorp en de omgeving wil Kuizenga paden aanleggen naar het nieuwe mini-wad. Tevens wordt er een samenwerking gezocht met de school in Pieterburen voor een educatief programma en mogen de kinderen die woonachtig zijn binnen de grenzen van de voormalige gemeente Pieterburen het terrein gratis en onbeperkt bezoeken. “Het komt erop neer dat we veel steun nodig zijn, zeker ook financiële steun”, concludeert Kuizenga. “Willen we onze studenten kunnen huisvesten in een studentenpaviljoen, de oude containers en loodsen vervangen en de wadbeleving een boost geven dan moet er simpelweg geld komen. Voor een groot deel halen we dat hopelijk uit het driedaagse evenement waar Arie nu druk mee bezig is. Toch zullen we ook op zoek moeten naar donateurs om extra financiële ruimte te krijgen.” De plannen zijn goed en liggen klaar. Het is nu aan Arie om het driedaagse evenement tot een goed en lucratief einde te brengen, zodat de plannen ook een financieel fundament krijgen. De line-up begint inmiddels indrukwekkende vormen aan te nemen. Van onze eigen lokale Burdy tot aan Frans Duits zijn present tijdens het benefietgebeuren. “Daarnaast is er dus een groot orkest en een honderdvijftig koppen tellend koor”, besluit Arie Molenhuis. “Het wordt gigantisch! Mis het dus vooral niet.”

UIT DE KRANT