Zes stellingen zorgen voor voldoende discussies in dorpshuis

|
| Foto: |
nieuws groningen

Eerste verkiezingsdebat gemeente Zuidhorn in Den Horn

DEN HORN – Vorige week was het zover, het eerste debat in de gemeente Zuidhorn dat in het teken staat van de verkiezingen. Onder leiding van debatleider Fred den Haring deden de aanwezige lijsttrekkers een duit in het zakje en werden er zes prikkelende stellingen behandeld. Al deze stellingen gingen over de toekomst van de gemeente, de herindeling en de ontwikkelingen in het gebied. Juist die punten leverden voldoende gespreksstof op, zoveel werd wel duidelijk.
De eerste stelling was ‘Een grote gemeente is goed voor kleine dorpen’, een stelling die veel reacties veroorzaakte. Wat bleek nu, na de herindeling van 1990 heeft dit inderdaad voldoende voorspoed voor de dorpen gebracht, zo constateerden de aanwezigen. “Er kwam voldoende historische ervaringen achter dit punt vandaan”, aldus Den Haring. “Kleine dorpen bleken inderdaad baat te hebben gehad bij een herindeling. Toch kaartten enkele partijen aan dat een nieuwe gemeente Westerkwartier toch een ander verhaal kan worden. De verantwoordelijke wethouder kan dan de vele kleine dorpskernen niet meer overzien, zo luidde de suggestie van  een aantal politici.”
De stelling die daarop volgde was ‘Dorpshuizen moeten koste wat kost behouden blijven’. Hierover waren alle politieke partijen het wel eens, al maakten de VVD en het CDA toch kritische kanttekeningen. “Zij gaven aan dat de functie van een dorpshuis in een dorp behouden kan blijven, mits de lokale gemeenschap zich er ook voor wil inzetten. Andere partijen opteerden weer voor een venstergebouw met een bepaalde vorm van hulpverlening in het dorpshuis.” De stelling die daarop volgde was ‘Dorpen moeten hun eigen budget krijgen voor sociaal-culturele activiteiten’. Hierover waren de meningen verdeeld, zo bleek uit het debat dat volgde. “Een gedeelte van de debaters vond dat de dorpsbesturen wel wat vertrouwen verdienen op dit gebied, terwijl andere politici zich afvroegen of het beschikbaar gestelde geld niet een soort splijtzwam zou gaan vormen in de gemeenschap.”
De vierde stelling (‘De Westpoort doortrekken naar het Aduarderdiep’) zorgde voor een lichte botsing tussen politici die het natuur wilden laten prevaleren boven de economische voorspoed die het zou kunnen opleveren. De vijfde (‘De gemeentelijke herindeling helpt de macht van de Provinciale Staten om zeep’) kon opmerkelijk genoeg rekenen op bijval van vrijwel alle partijen, terwijl de afsluitende over het behoud van het spoorhuisje aan de Friesestraatweg eveneens kon rekenen op een eensluidende mening.

|

UIT DE KRANT