Zorgboerderij Boyemaheerd bloeit weer op

Afbeelding
voorpagina groningen

Nog altijd onzekerheid in de zorg, maar:

LUTJEGAST – Grote veranderingen in de zorg houden aanbieders en afnemers hiervan al even in de greep. Zorgboerderij Boyemaheerd bloeit na een moeilijke periode helemaal op. Familie Klaver – Dicky, Jan en dochter Alie – heeft sinds 1 januari het heft in eigen hand genomen. Rust na een roerige periode doet de familie zichtbaar goed. En de deelnemers krijgen weer de kans te groeien en te bloeien. Op naar een toekomst, ook in een veranderend zorglandschap. “We willen hier nu iets toekomstbestendigs neerzetten”, vertelt Dicky. “Een prachtige plek voor al onze deelnemers.”
Een vrije ochtend is toch niet meer wat het was sinds Jan en Dicky besloten als zelfstandige verder te gaan met de Boyemaheerd. Onderweg naar een kop koffie maakt ze even een praatje met één van de deelnemers, roept een begeleider om even te helpen en veegt en passant een mond af. Even een schone doek in de handen, een vraag van een vrijwilliger beantwoorden en ze ploft neer. “Nee, vrij is niet meer hetzelfde”, lacht ze. Dochterlief Alie is met zwangerschapsverlof dus rust is nu helemaal een schaars gegeven. Geen straf voor Dicky. “Dit is gewoon heel leuk werk”, vertelt ze. “Ik geniet er enorm van nu met mijn man een bedrijf te hebben. Eerder was het toch mijn werk en had hij zijn eigen. Nu is het van ons samen.”
Het is een grote stap die het echtpaar heeft genomen. Alweer zeven jaar geleden startte zorgboerderij Boyemaheerd, toen nog een instelling van de Noorderbrug. Dicky werkte al voor deze zorgaanbieder en woonde al op de Boyemaheerd. “Ik was veel bezig met het zoeken van activiteiten voor de cliënten en bedacht me dat die het hier vast enorm naar de zin zouden hebben.” Dat dat betekende dat zij de deuren van haar eigen thuis daarvoor moest openzetten, maakte haar niks uit. “Ik heb er nooit problemen mee gehad. We hebben hier altijd heel professioneel gewerkt en ik heb altijd mijn vrije tijd kunnen vinden.” Uiteindelijk veranderde het zorglandschap langzaam maar zeker steeds verder. “Eerst werkten we één op vier; één begeleider op vier cliënten. Uiteindelijk werd dat één op tien. En de doelgroep is ook nog eens heel erg veranderd. Je moet tegenwoordig echt wel wat hebben, wil je een indicatie krijgen.” Gelukkig kan de familie rekenen op een trouwe groep vrijwilligers. Want hoewel Dicky ferm met ‘nee’ antwoordt op de vraag of ze nog wel de zorg kan bieden die ze ooit voor ogen had, spreekt ze ook direct van een luxepositie. “Ik kan nog altijd heel veel voor de deelnemers betekenen dankzij onze vrijwilligers. Ik kan de zorg dan niet meer bieden door professionals, maar ben in de gelukkige omstandigheid dat ik op veel vrijwilligers kan bouwen.” Ze voelt zich ook gesterkt door het dorp. “Eén van mijn vrijwilligers zei me ooit: ‘iedereen vindt het geweldig wat jullie hier doen en wil jullie steunen’. Is dat niet prachtig?”
Toen Noorderbrug besloot kleine locaties af te stoten en Alie op een andere locatie aan de slag moest waar ze slecht kon aarden, besloten Jan en Dicky uiteindelijk de uitdaging dan maar zelf aan te gaan. “Ik kan merken dat we sinds 1 januari heel veel rust hebben gecreëerd”, vervolgt Dicky. “Onze deelnemers zijn een stuk rustiger nu we gezegd hebben dat we het zelf over hebben genomen. Juist voor hun is het moeilijk zaken te overzien en dan gaat een situatie zoals vorig jaar al snel ten koste van hun gezondheid.” De aanwezigheid op de zorgboerderij is van groot belang voor al haar deelnemers. “Je biedt ze een stukje structuur en sociale contacten. Ik denk dat een groot aantal van de deelnemers misschien niet eens uit bed zou komen, als ze niet hierheen zouden gaan. Hier krijgen ze de kans weer aan doelen te werken wat ze alleen niet zou lukken. Laatst nog heeft één van de deelnemers voor het eerst in jaren weer een cake en een appeltaart gebakken. Bedenk wel dat ze hier uiteindelijk niet voor de lol komen”, waarmee ze aanstipt hoe ingrijpend het Niet-Aangeboren Hersenletsel is voor de deelnemers die op de Boyemaheerd welkom zijn.
De onzekerheid is nog niet geheel achter de rug. Sinds 1 januari van dit jaar zijn de gemeente verantwoordelijk voor de zorgindicatie en dit kán grote veranderingen betekenen. Voor dit jaar hadden al haar deelnemers nog een contract met Noorderbrug die ze in onderaannemerschap bij de Boyemaheerd plaatste, maar of dit volgend jaar ook voor alle deelnemers geldt, is nog de vraag. Dicky weet zelf ook niet hoe alles zal uitpakken. “Ik ben er ook nieuwsgierig naar. En ook wel een beetje bang voor. Het hangt helemaal af van de gemeente en wat die ervoor over heeft.  Noorderbrug gaat zich specialiseren in Niet-Aangeboren Hersenletsel en daar hangt een prijskaartje aan. Sinds januari is het aan de gemeente om een indicatie te bepalen en die te betalen. Daarvoor gaat ze rondetafelgesprekken aan met alle deelnemers. Of de gemeente daartoe in staat is? Ik weet niet of ze voor alles klaar is, maar tot nu toe kan ik niet anders zeggen dan dat het contact heel goed is en er heel goed gekeken wordt naar wat een deelnemer nodig heeft.” Voorzichtig aan probeert ze zelfs van een verbetering te spreken. “Ja, alles wordt nu dichterbij geregeld en daardoor kan het uiteindelijk alleen maar beter worden. Dat was de bedoeling en ik begin het langzaamaan ook te merken.” Ook de veranderingen op de Boyemaheerd zelf zijn langzaamaan merkbaar. Zo wordt er niet meer gesproken van cliënten maar van deelnemers. “Eerder zou dat niet kunnen. Wil je zoiets veranderen, dan moest je de hele Noorderbrug veranderen. Nu bespreek je het even met elkaar en als iedereen het ermee eens is, is het geregeld.”
Alle onzekerheid ten spijt heeft de familie zelf haar doelen helder. “In eerste instantie zeiden we: we gaan door om dit jaar in te overbruggen. Maar ik hoop nu toch echt dat we langer door kunnen. Dat het hier kan bloeien.”

UIT DE KRANT