17-jarige Maria vlucht met haar moeder en zusje vanuit Oekraïne

|||
||| Foto: |||
voorpagina groningen

‘Op een dag werden we wakker in een compleet andere wereld’


SEBALDEBUREN – Sinds 18 maart worden er in voormalige basisschool De Aquarel in Sebaldeburen Oekraïners opgevangen. Een groep van ongeveer twintig vrouwen en kinderen proberen daar gezamenlijk het beste te maken van hun vlucht. De 17-jarige Maria Zlyden is één van hen. Samen met haar moeder en zusje vluchtte ze uit de Oekraïense stad Dnipro waar ze haar vader achter moest laten. Een 17-jarige met dezelfde dromen als iedere andere 17-jarige, maar dan is Maria er eentje van wie al haar dromen in duigen vielen. Ondanks alles toont ze zich veerkrachtig en hoopvol. ‘Ik ben gezond en ik leef nog. Gelukkig is er nog niemand om wie ik geef omgekomen. En dus moeten we doorgaan met leven, ook al wordt dat niet zoals we verwacht hadden.’


Maria – ‘call me Mary’ - is een indrukwekkend meisje. Ze neemt rustig de tijd om zich klaar te maken. Make-up op, een extra kettinkje om, de haren even doen. Twee vastberaden ogen kijken open de wereld in. Ze spreekt vloeiend Engels en doet haar verhaal zonder haperingen. Pas 17 jaar en vol plannen voor de toekomst. Nadat ze al eerder in Amerika naar school ging, stond ze op het punt om weer naar de Verenigde Staten te vertrekken om te gaan studeren. Ze heeft een vriendje daar, een gastgezin wat op haar wacht. In Oekraïne was ze gelukkig met vader, moeder en zusje. Ze ging naar school en had werk. Maar van de één op andere dag is alles anders. Zoals zoveel Oekraïners is ze niet van plan bij de pakken neer te zitten. Maria haar toekomstplan is misschien kapot, maar zelf is ze verre van gebroken.


Maria woonde in de Oekraïense stad Dnipro. ‘Dat is één van de grootste steden van Oekraïne’, vertelt ze. ‘Er wonen iets minder dan één miljoen mensen. Dnipro ligt in het midden van het land en is nog altijd relatief veilig. De stad wordt als het ware beschermd door de andere regio’s.’ Ze ging naar de middelbare school en gaf bijles in het Engels. ‘Het leren van de Engelse taal vinden we belangrijk in Oekraïne. We krijgen het op school, maar omdat het daar minimaal wordt gegeven, nemen veel kinderen bijles in deze taal.’ Ze heeft veel vrienden en een eigen papagaai, welke ze moest achterlaten. Het leven in Dnipro is te vergelijken met dat in andere Europese steden, vertelt ze. ‘In de kleine dorpjes is nog niet overal wifi of openbaar vervoer en daar zie je dat Oekraïners nog traditioneler leven, maar in de steden is het leven modern. We proberen meer Europeaans te lijken, meer zoals onze buurlanden te leven. Onze steden hebben nog veel historische gebouwen en we hebben een rijke eigen cultuur. Maar het doel is ‘openminded’ te zijn en anderen te verwelkomen. We zijn steeds trotser op wat we hebben. Toen ik naar Amerika ging’, vervolgt ze, ‘dacht ik dat het leven daar beter zou zijn. Maar ik besefte me juist dat ook ik mee kan helpen ons land vooruit te helpen. En zo staan veel van mijn vrienden erin. We gebruiken onze talenten om ons land een betere plek te maken. Daarom ben ik ook met het lesgeven begonnen.’ Het leven daar lijkt op het leven in Nederland. ‘Voor mijn gevoel leven we redelijk gelijk. We hebben veel dezelfde gewoontes. Ik zie het ook tussen de kinderen hier. Ze kunnen ontzettend makkelijk met elkaar spelen, omdat ze aardig dezelfde manier van spelen hebben.’


De Russische inval kwam voor de familie Zlyden als een totale verrassing. ‘We hoorden wel dat anderen erover praatten, maar zelf keken we niet veel naar het nieuws. In het oosten van Oekraïne woedt al acht jaar oorlog, maar dat blijft heel erg daar.’ Op 24 februari werd ze wakker in een compleet andere wereld dan ze kende. ‘In de groepschat van school hoorde ik al snel dat het mis was. De leraar besloot dat het veiliger was dat we thuis bleven.’ Die eerste dag was één van de ergste. ‘Het was heel beangstigend. De hele wereld dacht dat Oekraïne zich zou overgeven. Maar we waren verenigd als één front.’ Toen ook in Dnipro de explosies te horen waren, besloot moeder met haar dochters te vertrekken. ‘Er wordt in Dnipro wel gevochten, maar niet zo heftig’, aldus Maria. ‘Rusland wil vooral paniek veroorzaken om te tonen hoe gevaarlijk ze zijn. Ze willen gewoon dat zoveel mogelijk Oekraïners vertrekken.’


Van de één op de andere dag alles achter laten is heftig. ‘Op een dag word je wakker in een compleet andere wereld. Ik had een plan voor wat ik met mijn leven wilde en dat ligt nu in duigen. Maar ik besef me: ik ben gezond en ik leef. Ik kan weer wat van mijn leven maken.’ Haar vader bleef achter in Dnipro. Hij staat op een lijst om te gaan vechten als dat nodig is. Het afscheid was ontzettend lastig. ‘Je knuffelt elkaar en geeft elkaar een kus en belooft dat je contact houdt. We zeiden tegen elkaar: op een dag zijn we weer samen. Je probeert emoties niet toe te laten.’ Vanuit Dnipro stappen Maria, haar moeder en zusje op de trein naar de Poolse grens. Daar wachten vrijwilligers met gratis bussen naar veilige bestemmingen. ‘Nederland? Dat kende ik niet echt. We stonden te wachten in de rij voor Duitsland, maar die was zó lang. Toen zei ik tegen mijn moeder: kunnen we niet ergens anders in de rij gaan staan? Zo kwamen we uiteindelijk als eerste in een bus van Nederlandse vrijwilligers terecht. Anderen die volgden, waren allemaal bang en huiverig om mee te gaan. Maar ik wist in mijn hart dat dit goed zou komen.’


Via Utrecht komt het drietal op 18 maart in Sebaldeburen aan. Maria is ontzettend positief over haar nieuwe ‘thuis’.  Want thuis is het nu. ‘We call it home, when we are outside’, vertelt ze. ‘Ik ben echt verrast wat hier geregeld is. We hebben veel ruimte met elkaar en we zijn hier met alleen maar vrouwen, waardoor het heel veilig voelt.’ Het leven gaat in een vriendschappelijke sfeer, vertelt Maria. ‘We helpen elkaar. Er is niemand die klaagt. We are very lucky.’ Zelf wilde ze het liefste naar Amerika, waar ze een vriendje heeft en een gastgezin wacht. Maar het regelen van een visum vanuit Nederland is niet gemakkelijk. Haar moeder en zusje blijven liever in Europa. ‘Ze willen dichtbij Oekraïne blijven, omdat ze denken dat de oorlog snel over is. Maar ik denk het zelf eigenlijk niet. Dit gaat wel een paar jaar duren.’


In de tussentijd is er de drive om een zo ‘normaal’ mogelijk leven te leiden. Zelf volgt Maria gewoon elke dag haar lessen die gegeven worden vanuit Oekraïne. Haar klasgenootjes komen allemaal online, allemaal ergens anders vandaan. ‘Als de sirene gaat, moeten ze soms middenin de les alles afsluiten. Maar we laten elkaar weten waar we zijn en praten er samen over.’ Ze hoopt dit jaar toch haar eindexamen te doen. Ook haar zusjes, 12 jaar oud, volgt Oekraïens onderwijs op afstand. Haar moeder heeft inmiddels een baantje gevonden. ‘Zo voelt het steeds meer als een normaal leven. Mijn vader en mijn oma die inmiddels bij hem woont nu, zijn blij te zien dat we een gewoon leven leiden. Zelf voel ik me weleens schuldig. Ook ik lees de verhalen vanuit Oekraïne en zie de foto’s. Het is hartverscheurend. Misschien kunnen we toch vanuit hier ook wat bijdragen aan ons land. Wat geld overmaken voor de mensen daar. Nu is het vooral onze taak om goede Oekraïners in het buitenland te zijn.’


Ze lacht veel, oogt ontspannen en ontzettend sterk. ‘Ja tuurlijk voel ik me ook weleens boos of verdrietig’, antwoordt ze desgevraagd. ‘Het is soms echt overweldigend al die gevoelens. We moeten een compleet nieuw leven beginnen en aanpassen aan zoveel nieuwe dingen. Ik mis mijn vrienden en familie, maar gelukkig is er niemand nog omgekomen.’ Ze probeert er het beste van te maken. Samen met haar zusje gaat ze soms Groningen in of op de fiets erop uit. En haar beste vriendin is ook net aangekomen in Sebaldeburen. Maria ging als tolk mee naar de Poolse grens afgelopen week waar ze onder andere deze vriendin meenam. Hoewel iedereen wil helpen en ze absoluut niet klaagt, voelt het leven soms wel als wachten. ‘We wachten op wat er dan ook gaat komen. En in de tussentijd doen we ons best. We stay strong.



|||
|||
|||

UIT DE KRANT

Lees ook