99 procent leerlingen RSG de Woldborg geslaagd

Afbeelding
voorpagina foto


GROOTEGAST - “Die bloemen staan er niet elke dag hoor, die staan er nog van de feestavond van afgelopen dinsdag.” Directeur Gert van Dijken van vestiging de Woldborg voor havo en vmbo van rsg de Borgen in Grootegast loopt de personeelskamer binnen. “Toen was de diploma-uitreiking, wat een schitterende avond was dat. Als je dan de ouders van de kinderen zo ziet glunderen, dan wordt ik daar zo blij van.” En reden tot glunderen was er voor bijna iedereen: 99 procent van de eindexamenleerlingen die de school telt, slaagden. Een fantastische uitslag. De drukte op de school is vandaag ver te zoeken: de schoolgangen in het gebouw in Grootegast zijn leeg, want alle klassen zijn op schoolreis. En dus heeft Van Dijken het rijk alleen. Van buiten lijkt het een beetje een oud gebouw, maar van binnen is het kleurrijk en sfeervol. Een broedplaats van succes dus, gezien het slagingspercentage. “Van de 92 eindexamenleerlingen hebben 91 het gehaald. Dat vind ik echt fantastisch. Ja, het is natuurlijk geweldig sneu voor de jongen die het niet gehaald heeft, maar voor de anderen is het prachtig. En voor onszelf als school ook, dit is gewoon heel bijzonder.” Verrassend is het niet, dat de de Woldborg dit jaar zo’n hoog slagingspercentage had. Vorig jaar lag dat op 95 procent en daarvoor lag het jaren op honderd procent. Het geheim? “Dat is een goede vraag,” zegt Van Dijken lachend. “Ik denk dat het een combinatie is van een kleine school, een heel betrokken team, en de aanpak die we hier hanteren. Voorop staan bij ons hier op school de termen zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, en samenwerking. Het is eigenlijk een soort Dalton-onderwijs, we geven de leerlingen veel verantwoordelijkheid, maar praten tegelijkertijd ook met ze over wat we van de hen verwachten. En ons team, ja dat is gewoon fantastisch. We doen hier heel veel samen, maar tegelijkertijd heerst er ook veel verantwoordelijkheid bij het personeel.” Van Dijken staat inmiddels al sinds 2005 aan het roer van de Woldborg en hij vindt het heerljik. “Ik ga iedere dag fluitend naar mijn werk, en ga iedere dag ook fluitend weer naar huis.” We hebben hier niet van die oude kleine klasjes meer van vroeger, de meesten zjin wat grotere ruimtes, en dat past wat beter bij het modern onderwijs ook.” Van Dijken staat in het scheikundelokaal, waar een gitaar voor het periodieke system staat. “Ja die hoort hier eigenlijk niet hoor, maar het is allemaal wat druk geweest hier de afgelopen dagen.” De gangen van de school zijn behangen met kleurrijke creaties van de leerlingen zelf. Op een muur hangt een grote lichtbak van twee bij twee meter waar om de paar seconden een ander woord oplicht. Lach. Sport. Muziek. Liefde. Happy. Van Dijken vertelt verder: “We vinden het heel belangrijk om de kinderen te laten ontdekken wat hun talenten zijn. Dat stimuleren we heel erg. En als resultaat daarvan zie je ook dat het zelfvertrouwen van leerlingen groeit, en dat is geweldig om te zien.” Er wordt veel aan praktijk gedaan in de school, dat is goed, want de kinderen kunnen en moeten niet de hele dag stilzitten. “De leeftijd van twaalf tot zestien is heel belangrijk, daar vind je een beetje uit wat je kunt, wat je wilt worden, waar je bij wil horen, en waarmee je je identificeert. Elk kind is uniek, en niet ieder kind heeft hetzelfde nodig.” Met die filosofie geven we hier les, en kijken we naar onze leerlingen.” En met resultaat. “Boefjes hebben we ook wel hoor,” vertelt Van Dijken. “Die heb je overal. Soms hebben ze een grote mond, of wordt er wel eens wat gespijbeld. Dat komt niet zo heel veel voor, maar áls het voorkomt, dan wordt daar uiteraard wel op gereageerd. Je hebt hier alle vrijheid om jezelf te zijn, maar er zijn wel regels. Die zijn er voor iedereen, en die moeten gewoon gevolgd worden. Door iedereen.” Bijzonder aan de school is ook dat de leerlingen gestimuleerd worden om sommige vakken een niveau bóven het niveau te volgen dan dat ze eigenlijk doen. Anniek Stol, docente economie en secretaris van de examencommissie is ontzettend tevreden, maar ook trots op haar leerlingen en de school waar ze werkt. “De sfeer hier op de school is heel bijzonder, het is eigenlijk een heel kleine school, en het is hier echt ‘ons kent ons.’ Daardoor zijn er heel korte lijntjes, en heb je snel contact en kun je dus ook snel ingrijpen als iets mis dreigt te gaan. De leerlingen willen ook gewoon laten zien dat ze het kunnen. Ik hoef ze nauwelijks te pushen, er heerst hier een sfeer binnen de klassen van jongens en meiden die hun best willen doen om te presteren.” Over de afgelopen jaren merken ze eigenlijk niet heel veel verandering. Stol: “Het gaat eigenlijk heel erg vanzelf. Door de sfeer die er hier hangt, en de behoefte van de leerlingen zelf om te laten zien dat ze het kunnen, hoeven wij eigenlijk niet eens zo heel veel aan directe stimulatie te doen. Natuurlijk staan wij de leerlingen wel bij, maar de leerlingen komen vaak zelf met het initiatief om het een tandje hoger te proberen.” “Gekend en erkend worden, dat is bij ons heel belangrijk,” zegt Van Dijken, terwijl hij langs de ingeleverde schoolboeken in de kantine loopt. “Ik denk dat dat de kracht is van een kleine school.”



UIT DE KRANT