Bauke Mollema kan alweer lachen na dramatische valpartij

Afbeelding
Sport


ZUIDHORN – Om 22.30 licht het schermpje van de telefoon op. Een spraakberichtje van Bauke Mollema. “Het gaat ok met me”. Er is zelfs een kleine lach in de stem hoorbaar.  De kracht van Mollema in één zin door de hoofdrolspeler zelf samengevat. De knop is alweer om. Mentaal niet uit balans te brengen. Het gevloek in de ambulance heeft alweer plaats gemaakt voor de glimlach van acceptatie en berusting. “Ja balen, het ging best lekker”.

In plaats van een rustige avondmaaltijd te nuttigen en de rit met de ploeg te analyseren, zit Mollema alweer thuis in Monaco op de bank met zijn partner Jane een tv programma te kijken. En om eerder die dag via dezelfde tv te zien hoe favoriet Roglic een knockout toegediend krijgt en de eindzege aan zijn neus voorbij ziet gaan, terwijl ploeggenoot van Mollema, Richie Porte, in een sensationele tijdrit uiteindelijk een podiumplek veroverd. Het venijn zit hem dit jaar duidelijk in de staart. “Super mooi voor de ploeg. Uiteindelijk een podiumplaats! En dat op het allerlaatste moment”.
De glimlach was al snel weer terug op het gezicht van de renner van Trek Segafredo, maar de teleurstelling was groot. Het hegje bleek niet alleen een hegje te zijn. “We reden met ongeveer 50 km per uur en waren aan een lichte afdaling bezig”, vertelt Mollema. “Ik zat in het wiel van twee renners en eentje was vlak voor een bocht bezig met zijn zonnebril. Daardoor raakte hij uit balans en voor mij was er geen houden meer aan. In een split-second weet je dat je naar de grond gaat en ziet dan een haag langs de kant van de weg. In die seconde denk je dan nog even dat het meevalt, tot je daadwerkelijk valt. De eerste seconden had ik nog niet eens veel pijn, maar ik zag al snel dat mijn pols er raar uit zag. En dat in de heg een soort stenen muurtje verstopt zat. Daar ben ik dus keihard opgeknald”. Daar waar meerdere renners, zoals Bardet en Quintana, weer opkrabbelen weet Mollema direct dat zijn Tour er op zit. “Natuurlijk het eerste waar je aan denkt is weer zo snel mogelijk opstappen. Maar één blik op mijn pols en ik wist genoeg”.

“Zoveel pijn dat zelfs morfine niet hielp”



En dus stapt Mollema al vrij snel naar de ambulance om zich naar het ziekenhuis te laten vervoeren. Het zijn zware minuten: “Dat is het moment waarop het tot je doordringt. Wat ik dan doe? Ik heb geprobeerd mijn vrouw te bellen, maar ik kreeg geen contact. Ik heb mijn vader gesproken en de ploegleider. Die zou mijn vrouw gaan bellen. Zij had het live gezien op de tv. Natuurlijk schrok ze, mijn gezicht was ook nog een beetje kapot en bloederig. Dat maakt het dan direct wat erger, maar ze zag dat ik nog gewoon kon lopen dus heel erg veel zorgen maakte ze zich niet. Ik denk dat ze meer baalde voor mij”.


In het ziekenhuis laten de foto’s niets aan duidelijkheid te wensen over. Zonder te technisch te worden, kan er gesteld worden dat er een gecompliceerde breuk in de pols is en dat moet direct worden geopereerd. Het wachten op de operatie is geen pretje: “Ik had zo ontzettend veel pijn. Ze gaven me steeds sterkere medicatie en later zelfs morfine, maar ook dat hielp niet. Toen hebben ze aan de pols getrokken om ruimte te maken voor een zenuw die in de knel zat. Ook dat deed immense pijn, maar bracht uiteindelijk wel verlichting”. Tegen middernacht verlaat de renner het ziekenhuis om naar het hotel te gaan. Balend en berustend. “Ik had prima benen, voelde me topfit en had wel het idee dat ik top tien had kunnen rijden. Nee, top 5 had er niet in gezeten denk ik. Het tempo lag zo hoog dat ik denk dat zo’n klassering niet realistisch was geweest. In de top-tien was zeker wel haalbaar en of dat nu zesde of tiende zou zijn geweest is nu niet te zeggen. Ik had vertrouwen in een goede klassering”.

Mollema, tijdens de dramatisch verlopen dertiende etappe, is op dat moment de hoogst geklasseerde Nederlander en moet dus voor de tweede maal de Tour verlaten. Deze is minder makkelijk te accepteren dan de eerste keer: “Toen zag ik het aankomen. Dat was in 2012. Tijdens een zware valpartij werd ik gewoon niet weer de oude. Ik had veel pijn en was helemaal stram en stijf. Het ging met de dag slechter en dus wist je dat het moment waarschijnlijk zou gaan komen. Dan groei je mentaal naar het moment van stoppen toe”.


Inmiddels is Mollema al druk bezig met hersteltraining. “Ik heb een hele goede fysiotherapeut gevonden hier in Monaco die is gespecialiseerd in mijn soort van blessures. Die raadde me ook aan om direct met hersteltraining te beginnen en niet zoals veel mensen doen eerst drie weken rust te nemen. Een fysiotherapeut uit Brabant heeft me een speciaal apparaat gestuurd die ik mag gebruiken en ook bijdraagt aan het herstel”. Maar hoe dan ook, het seizoen voor Mollema zit er op. En dat is zuur: “Ik mis het WK, de Amstel Gold Race, Luik- Bastenaken- Luik, De Vuelta waar ik voor een etappezege zou gaan en nog een aantal grote klassiekers. Ja, deze val in de Tour heeft grote gevolgen”.

Toch kijkt de renner alweer vooruit: “Er staat zes maanden voor deze blessure. Dat lijkt me wat lang. Ik voel me verder goed en ik ben in goede conditie”. Om er met een glimlach aan toe te voegen: “In mijn eigen berekeningen kom ik uit op drie maanden”.      

UIT DE KRANT

Lees ook