Buurthuiskamer Aduard in tien jaar tijd onmisbaar geworden

ADUARD - Aan de Kloosterstraat, achter de kapsalon bevindt zich nog altijd de Buurthuiskamer, een vertrouwde plek voor velen. Afgelopen zaterdag, 22 april 2023, vierde de Buurthuiskamer haar tienjarig bestaan. Maar de oprichting kent een langere geschiedenis, die in 2007 begon.
Wie de Buurthuiskamer binnenkomt voelt zich direct thuis. De koffie pruttelt rustig op de achtergrond en aan tafel bevinden zich voorzitter Carel Jansen, duizendpoot Johan Kuilman, en vrijwilliger en vandaag chef-koffie, Hanneke van Vonno. De meeste bezoekers zijn vroege vogels; ze zijn bij aankomst van de interviewer alweer uitgevlogen. Inmiddels draait de Buurthuiskamer weer als vanouds, maar door de impact van de coronamaatregelen hebben zowel het bestuur als de vrijwilligers flink wat werk moeten verzetten. ‘Daar kwam bij dat Loes Lestestuiver, maatschappelijk werker en aanjager van de Buurthuiskamer, in 2019 met pensioen ging’, vertelt Carel. ‘Niet lang daarna kwamen daar de coronamaatregelen nog eens bij, waardoor er in de Buurthuiskamer vrijwel niets meer kon. Het duurde even om mensen weer enthousiast te krijgen, maar we zitten nu weer op het oude niveau.’ De Buurthuiskamer is er voor iedereen, maar vooral voor ouderen uit het dorp en omgeving. ‘We willen een laagdrempelige ontmoetingsplek zijn waar mensen het gezellig hebben en met elkaar van alles kunnen bespreken.’ Naast een ontmoetingsplek en de wekelijkse koffiemomenten zijn er ook een mannensoos, een handwerkclub, een schilderclub, een bingo en een middag of avond waarop er samen wordt gegeten. ‘De insteek is altijd hetzelfde gebleven, een plek om te ontmoeten, voor verbinding en zingeving.’ Het idee voor de Buurthuiskamer speelde al lang en Loes Lestestuiver is in 2007 begonnen om samen met een aantal vrijwilligers een plan te schrijven en een pand te regelen. ‘Daar is veel werk in gaan zitten, maar uiteindelijk kon de Buurthuiskamer Aduard van start, mede dankzij de steun van wethouders Jan Oomkes en Bert Nederveen. Zij droegen het initiatief een warm hart toe.’ Toen er na acht jaar iemand nodig was om het stokje van de eerste voorzitter Roelf Pijpker over te nemen, werd Carel Jansen benaderd. Carel: ‘Ik woon sinds 2011 in Aduard, en ik realiseerde me hoe belangrijk de sociale functie van de Buurthuiskamer is voor het dorp. Natuurlijk zei ik dus ja op het verzoek van het bestuur. Net als andere bestuursleden kan ik niet bij alle activiteiten aanwezig zijn, maar achter de schermen proberen we alles zo goed mogelijk te regelen en zo veel mogelijk betrokken te zijn bij het wel en wee van de Buurthuiskamer.’ Afgelopen woensdag was initiatiefnemer Loes Lestestuiver op visite tijdens de koffie. ‘Maar liefst 35 mensen kwamen langs om samen met Loes warme herinneringen op te halen aan de afgelopen jaren’, vertelt Johan. Dat de Buurthuiskamer nu haar tienjarig bestaan kon vieren is niet alleen te danken aan Loes, maar ook aan de vele andere vrijwilligers en bestuursleden Diny Rankenberg, Hebe Bosker, Erna van der Hoek, Addie van Rossum-Lefeber en Machteld van der Zee, die Loes als buurtmaatschappelijk werker is opgevolgd. ‘Achter de schermen gebeurt er heel veel. Zo runt een van onze bestuursleden de website, geven we de ‘Buurtkakel’ uit, benaderen we mogelijke subsidiegevers en donateurs, en organiseert de activiteitencommissie lezingen en uitstapjes voor de bezoekers. Er gaat behoorlijk wat tijd in zitten, maar wanneer de Buurhuiskamer lekker vol zit met mensen die genieten van elkaars gezelschap, weten we weer waar we het voor doen’, voegen Carel en Johan toe. Het oog dwaalt af naar een bordje op de deur waarop ‘zuigelingenkamer’ staat. ‘Dat is met opzet op de deur blijven zitten’, vertelt Carel. ‘Vroeger, voordat het een Buurthuiskamer was, was dit pand een gebouw van het Groene Kruis, met onder meer een dokter en een wijkverpleegster. Het bordje is een mooie herinnering aan dat verleden.’ Eén ding is zeker, de Buurthuiskamer is een begrip in Aduard en omstreken. Dankzij bevlogen mensen die zich voor de Buurthuiskamer inzetten, kunnen bezoekers na tien jaar nog altijd voor een kop koffie en een praatje binnenstappen.