CdK Max van den Berg pleit voor groot besturen en eigen initiatieven
‘Zeven is prachtig, maar vijf is ook goed’
HORNHUIZEN – Commissaris van de Koning Max van den Berg is groot voorstander van de G7 variant waarin het bij de gemeentelijke herindeling gaat over de gemeenten Delfzijl, Eemsmond, Appingedam, Loppersum, Winsum, Bedum en De Marne. Dat bleek afgelopen vrijdag tijdens zijn tweejaarlijkse bezoek aan de gemeente De Marne. ‘Zeven Noord Groningse gemeenten is prachtig, maar vijf is ook goed. Duidelijk is dat er grote gemeenschappelijke stappen gezet moeten worden om de problemen die er zijn in dit gebied het hoofd te kunnen bieden.’ Als het aan Van den Berg ligt wordt er snel doorgepakt als het om de herindeling gaat. ‘Anders moet het Westerkwartier zo lang wachten.’
Ook burgemeester Koos Wiersma van gemeente De Marne is van mening dat de kustgemeenten zich sterk moeten maken door zich te verbinden.
De problemen waar Van den Berg op doelt zijn onder andere de krimp, de aardbevingsproblematiek en de vele bezuinigingen. ‘Eigen initiatieven en groter besturen versterken elkaar. De hele samenleving gaat over hoe we elkaar op een andere manier kunnen opvangen.’ En dat werd de avond voor het officiële bezoek aan de gemeente De Marne zichtbaar in Kloosterburen. Van den Berg bracht toen een informeel bezoek aan het project SintJan . ‘Daar gebeurt iets wat nog niet elders in het land gebeurt’, meent Van den Berg. Om de samenleving vitaal te houden en de economie weer bloeiend te krijgen gaat SintJan uit van een integrale aanpak: wonen, werken, zorg en cultuur dienen zodanig geborgd te worden dat de leefbaarheid van het dorp versterkt wordt.
De gemeente De Marne is een krimpgemeente bij uitstek. ‘Gemeente, zorginstellingen en de woningcorporatie doen een stap terug in de dorpen. Dit betekent feitelijk dat allerlei voorzieningen verdwijnen en dat de bouw van nieuwe huurwoningen stopgezet wordt. Waar voorzieningen in de directe omgeving verdwijnen, neemt de betekenis van sociale samenhang en eigen inzet toe.’ Mogelijkheden genoeg’, zo meent hij.,‘Eigen initiatieven en groter bestuurlijk organiseren. Daar gaat het om.’
