Chez Michel is een walhalla voor liefhebbers van aardewerk en porselein

|||||||||||
||||||||||| Foto: |||||||||||
Cultuur

ZUIDHORN – In het levendige Zuidhorn runt Anneke Bronsema - Michel vanuit haar schuur Chez Michel, een walhalla voor iedere liefhebber van serviesgoed. Iedere eerste vrijdag van de maand stelt Anneke tussen 10.00 uur en 17.00 uur haar huis open voor iedereen die van speciaal of bijzonder servies houdt.


In de schuur staan rijen stellingen waar van boven tot onder servies in verschillende kleuren is uitgestald. Van Johnson Bros tot Wedgwood, van Mason tot Villeroy, serviesliefhebbers kunnen hier hun geluk niet op. Kopjes met rozen, schoteltjes met gouden rand, bordjes met sierlijke planten, allemaal kleine kunstwerkjes waar door de ontwerper tijd en aandacht aan is besteed.


Anneke leidt ons via de schuur naar haar knusse woonkamer, alwaar nog meer serviesgoed uitgestald staat. ‘Het is een uit de hand gelopen hobby,’ vertelt Anneke. ‘Vroeger had ik niet zoveel op met servies, totdat mijn moeder ooit een bijeenkomst organiseerde waarbij ze een tafel had gedekt met daarop allerlei hapjes, uitgestald op prachtig serviesgoed. Daar is mijn liefde voor serviesgoed geboren. Vroeger kreeg je toen je trouwde vaak serviesgoed cadeau van je ouders. Dit was vaak ook iets prijziger, maar ook mooi bedrukt of van bijzonder materiaal, zoals porselein. Tegenwoordig is er niet meer zoveel aandacht voor servies als vroeger. Nu koopt men steeds vaker een set bij de Blokker of Action. Wanneer er een kopje kapot gaat, koop je gemakkelijk een vervangend kopje. Heel begrijpelijk, maar eten van goed servies is ook een beleving. Het geeft een extra dimensie aan een etentje of een koffiemoment,’ vertelt Anneke. Terwijl ze vertelt, schenkt ze koffie uit een porseleinen kan in bijbehorende kopjes, die sierlijk zijn bedrukt met lieflijke bloemen. ‘Dit is mijn zomerservies. Voor de winter heb ik servies dat is bedrukt in een andere stijl.’ Toen ze zo’n 20 jaar geleden begon met verzamelen, ontdekte ze al gauw een voorliefde voor Engels servies. Door de jaren geen wisten mensen haar steeds vaker te vinden met specifieke vragen naar bepaalde onderdelen van een set. ‘Ik bezoek elk jaar verschillende rommelmarkten. Met mijn schoondochter ben ik het afgelopen jaar naar Engeland afgereisd om ook daar de markten af te struinen. Opvallend is dat er veel serviesgoed niet meer te krijgen is, bepaald sets worden niet meer gemaakt en sommige bedrijven bestaan ook niet meer. Zo is Wedgwood bijvoorbeeld samen gegaan met Johnson Bros omdat beide bedrijven het niet langer alleen konden redden.’ In de woonkamer wijst Anneke naar een enorme kast. ‘Kijk, dit is de Engelse sectie. Hoe dunner het servies, hoe duurder het is. Het wat meer robuuste advies is vaak wat betaalbaarder.’ Anneke heeft al verschillende mensen aan ontbrekende onderdelen geholpen. ‘Soms missen mensen een kopje of is er een bordje kapot gegaan en is het nergens meer te vinden. Ik vind het een uitdaging om de markten af te struinen naar dat ene onderdeel. De zoektocht naar een bepaald onderdeel geeft zoveel plezier.’ Serviesgoed valt ook aan een bepaalde tijd te koppelen. Zo werd er direct na de oorlog veel servies in pasteltinten gemaakt. Onduidelijk is waarom. ‘Het mooie vind ik dat het om meer draait dan het servies alleen. Het levert mooie gesprekken op. Mensen die hier komen hebben vaak herinneringen bij het zien van bepaald serviesgoed.’ Per maand is Anneke een aantal dagen bezig met het uitstallen van het servies en het ontvangen van gasten op de open dagen. Daarnaast schenkt ze koffie in buurthuis Pand 10A en geeft ze Nederlandse les aan vluchtelingen. ‘Ik ben inmiddels met pensioen, maar bezig blijven houdt je jong. Ik geniet enorm van de ontmoetingen met mensen in allerlei verschillende leeftijden. Zolang mijn gezondheid het toelaat, hoop ik mensen te kunnen verblijden met servies en met een praatje.’


|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||
|||||||||||

UIT DE KRANT