Column Maria Wijnands

Afbeelding
live blog coronavirus

STREEK – Maria Wijnands-Hovingh runt samen met haar man de uitgeverij achter onder andere de Streekkrant. Wekelijks schrijft zij een column in deze titel op de pagina ‘ Uit ’t hart’. Meestal over haar drie dochters (eentje van zes en een tweeling van bijna vier, maar ook wel over het werk of de actualiteit. Nu corona het land in zijn greep houdt, schrijft ze bijna dagelijks hoe zij werk en dochters combineert en hoe de angst voor corona de zorgen om haar bedrijf zich afwisselen. Van een zelfverkozen isolement tot de dilemma’s die we nu allemaal tegenkomen.

Deel 22 – dinsdag 14 april


Ditmaal breekt er met de dinsdag pas een nieuwe week en ik moet zeggen, hoeveel weken we nu precies thuis zijn, weet ik al niet eens meer. Het hele ‘dit varkentje gaan we wel even wassen- gevoel’ is er wel wat af. Enige ambitie om ooit kleuterjuf te worden had ik al niet, maar nu weet ik het wel heel zeker dat het niks voor mij is. Ik voel me bij tijden net zo’n door mij gehate animatie-medewerker die de hele dag in het vermaak zit. Tuurlijk, mijn kinderen kunnen prima zelf spelen. En zoals iemand op het werk oppert: ze kunnen toch zelfstandig schoolwerk maken? Immers op school hebben ze ook niet alle aandacht van de juf. Allemaal waar, maar ik ben uiteindelijk geen juf, en zeker geen animatie-medewerker, maar hun mama en wat is er heerlijker dan veel aandacht je mama? Als dank krijg ik knuffels en kusjes en wordt me elke avond vertelt dat ik de liefste van de wereld ben en dat het weer de leukste dag ooit was. Oké, mijn kinderen vragen misschien meer aandacht dan het gemiddelde kind, maar zo hou ik dit nog wel even vol.


Oudste dochterlief zet ik maar eens aan haar schoolwerk. Vorige week ging het allemaal wat moeizaam omdat ik niet veel begreep van juf haar nieuwe schema en de filmpjes die ze klaarzette. Bovendien hadden wij uiteindelijk niet de goede boeken en kon het gros van het opgedragen werk niet gemaakt worden. Nu zijn we goed voorzien en het muntje valt ook zowaar bij mij. Opeens begrijp ik hoe dit werkt en dochterlief heeft de sjas erin, dus we ronden zomaar drie dagen aan huiswerk af. De kleintjes zet ik achter zoekplaten met dieren, kleuren op nummer en het overtrekken van lijntjes. Met die fijne motoriek zit het straks ook wel snor. Omdat het ze wat minder boeit, moet ik wel ogen in mijn achterhoofd hebben, zodra ik even mijn hielen ligt. Als ik oudste dochterlief ook maar even bijsta in haar leeswerk, is mijn telefoon alweer verdwenen en worden er foto’s gemaakt van mij, de katten en de nieuwe tandenborstels. Op dat laatste na, ziet het er overigens allemaal schier uit. Scherpe foto’s met bizar genoeg, best oog voor compositie. Hebben we het hoekje creatief ook wel afgevinkt voor vandaag.


’s Middags gaan we ons buiten even aan de gymchallenges wagen. De kleintjes haken direct af als hun pogingen om een bezem te balanceren op hun hand faliekant mislukken. Oudste dochterlief en ik krijgen er lol in en wagen ons aan zes varianten van het touwtjespringen, we basketballen en breken ons hoofd over de ‘around the world-challenge’. Het ronddraaien van een wc-rol op je hand, zonder je arm te draaien; het lukt ons niet. Als buurman Jan per ongeluk over de schutting kijkt, zal hij wel denken dat het helemaal mis is met ons.


Nou met ons niet, maar onze kat Fien zit er opeens niet zo lekker bij. Zo zie ik haar over een schutting verdwijnen en zo hoor ik haar opeens benauwd mauwen. Het is even zoeken waar het geluid vandaan komt, totdat ik opeens omhoog kijk en de kat op het randje van het dak van de buren zie staan. Ik schiet in de lach, maar de kleintjes kunnen wel huilen. Tja, onze Fien is een klimmer, dat zei ik al toen ze binnen in de woonkamer zo via de gordijnen het plafond aantikte. Maar ik weet ook: naar beneden is een ander verhaal. De vlizotrap van de zolder hoeft maar uit te staan en mevrouw is vertrokken omhoog, maar zelf er weer af durft ze niet. Ik bel dus direct maar manlief om haar van het dak te halen. Tot grote teleurstelling van oudste dochterlief, want die had al haar hoop al op de brandweer gevestigd. Buurman Jan denkt dat de kat er nog relaxed bij zit, maar het wanhopige mauwtje verraadt toch iets anders. Oudste dochterlief moedigt intussen onze andere kat aan die beneden aan een lokroep is begonnen. ‘Goed zo, mauw maar, ga zo door’, roept ze. Eén van de kleintjes staat al echt te huilen. ‘Het is een noodsituatie’, roept oudste dochterlief als manlief de oprit op komt draaien. Om een lang verhaal kort te maken: buurman Jan en manlief gingen het dak op en plukten de kat die uiteraard eerst hun de rug toekeerde, er toch veilig en wel af. Tranen konden worden gedroogd, hoop op een brandweerauto op de oprit was echt vervlogen en Fien kreeg eerst maar eens huisarrest. Het leek me een prima moment om Frozen 2 op te zetten en de dag een dag te noemen.

UIT DE KRANT