Column Maria Wijnands

Afbeelding
live blog coronavirus

STREEK – Maria Wijnands-Hovingh runt samen met haar man de uitgeverij achter onder andere de Streekkrant. Wekelijks schrijft zij een column in deze titel op de pagina ‘ Uit ’t hart’. Meestal over haar drie dochters (eentje van zes en een tweeling van bijna vier, maar ook wel over het werk of de actualiteit. Nu corona het land in zijn greep houdt, schrijft ze bijna dagelijks hoe zij werk en dochters combineert en hoe de angst voor corona de zorgen om haar bedrijf zich afwisselen. Van een zelfverkozen isolement tot de dilemma’s die we nu allemaal tegenkomen.


Deel 26 – zaterdag 18 april & zondag 19 april


Je hebt van die dagen dat het allemaal lekker loopt en zo’n zaterdag was het dus. Het is inmiddels het zesde weekend op rij dat we bij huis blijven en het went ook wel echt. Ik merk aan de kinderen dat alle rust ze ergens heel erg goed doet. In gewone schoolweken is er wel veel te doen voor ze met elke dag school, twee keer in de week zwemles, een speeldate tussendoor en vaak ook wel even een keertje mee naar de zaak. Vooral oudste dochterlief lijkt nu echt tot rust gekomen en ik zie haar meer spelen deze week, ze draait weer lekker muziek op haar kamer en zit soms heerlijk rustig te kleuren en te knutselen. Deze ochtend loopt ze heerlijk lang in haar (Kerst!)pyjama rond. Ik maak een vliegende start van het weekend door direct het strijkwerk – en dan mis je die oppas die bijna elke week ook strijkwerk wegpakt nog véél meer – weg te werken en de badkamers en wc’s te poetsen. Nog even een wasje erdoor en ik ga met koffie achter de krant terwijl de kleintjes en manlief buiten rommelen. Oudste dochterlief is naast me met haar Engels bezig en leert me alle woorden van druif tot meloen en citroen tot aardbei. Het is ‘fruity’ wat de klok slaat.


Het weer is opnieuw fantastisch dit weekend. Het tekort aan regen is zorgelijk, maar voor de kinderen is het natuurlijk alleen maar heerlijk om zoveel naar buiten te kunnen. En voor ons is dat niet anders natuurlijk. Het is niet dat we andere jaren nou zo lui waren, maar dit jaar lukt het ons voor het eerst de tuin echt op orde te krijgen. Even voor uw beeld: we kochten ooit dan ook wel een huis wat niet per se naar ons zin was, maar op een prachtplekje. Achter alleen al hebben we zestig meter diep en dat zonder groene vingers onderhouden valt niet altijd mee. Nu we meer bij huis zijn dan ooit lukt het wonderbaarlijk goed. Niets anders dan tevree aanschouwen we aan het eind van de dag ons harde werk. Al die weekenden bij huis leveren ook iets op.


’s Avonds komen er scenario’s op tafel. Ik had beste vriendin aan de lijn en die denkt dat wij in het noorden zeker weer naar school gaan straks. Zij woont alweer jaren ergens richting de ‘bible belt’ en daar is het écht niet aan de orde, zegt ze. Mensen houden zich hier gewoon niet aan de maatregelen. Ze vinden het zo belangrijk om bij elkaar te komen, dat ze dat blijven doen, merkt ze om zich heen. Óf we hier echt weer naar school gaan? Ik denk het misschien ook wel. Het blijft rustig met de coronabesmettingen hier en dus lijkt het logisch dat wij weer gaan. Met aanpassingen vermoed ik, dat moet wel. Ik vraag me af of het er echt beter van wordt als de kinderen halve dagen naar school gaan en wellicht wel om en om moeten gaan dan. Ik zie mezelf alweer oneindig heen en weer naar school rijden. Of dat de kleuters niet gaan en oudste dochterlief wel. Ik kan me niet voorstellen in elk geval, dat die school weer open gaat en dat is het dan. De school zelf ook niet, want die liet gisteren al in een mail weten te hopen dat iedereen na de meivakantie weer kan komen, maar te vermoeden dat dát echt wel een stap te ver zal zijn. Ook het bestuur gaat zich komende week beraden over de anderhalve meter-school en ik ben benieuwd hoe dat eruit moet komen te zien. Weer naar school gaan is op zich mooi voor de kinderen, maar het brengt ook risico’s met zich mee. De kans op besmetting zal toch een stuk groter worden en dat is spannend. Wil de economie dit alles overleven, moeten we toch weer langzaam wat in beweging komen, maar dat blijft een hele grote stap.


Het wordt dan toch echt zondag en dat betekent: feest. Anders dan gedacht, anders dan gepland, anders dan verwacht. Maar niettemin: feest. Mijn kleine meisjes zijn ineens vier. Ze komen lachend uit bed en direct zet ik ze een feesthoed op. Normaal krijgen ze die op school, dit keer heb ik er maar eentje gekocht, want het hoort er toch bij. ‘Zijn we echt de hele dag jarig?’ En of. Veel dingen zijn dus anders aan deze verjaardag, maar niet de cadeaus. Die zijn er genoeg, mooi ingepakt en nog sneller uitgepakt. Er is ook taart en een klein beetje bezoek in de vorm van opa en oma. Andere opa en oma zetten cadeaus op de stoep en mijn broer heeft al per post wat opgestuurd. Er zijn ook nu mooie nieuwe kleren om aan te trekken en de dames zijn even blij als anders. Voor hun is het gewoon dé verjaardag en dat is genoeg. Ze spelen oneindig met hun nieuwe cadeaus, we eten pannenkoeken met ijs als toetje en sluiten af met disco. Ik laat ze liedjes van vroeger horen en ze keuren Abba af, maar vinden de Spice Girls wel leuk.


Zelf vind ik het wel vreemd, zo’n verjaardag met amper bezoek. Normaal voel ook ik me speciaal als de kinderen jarig zijn, nu twijfel ik of ik wel make-up op doe. Juist bij onze tweeling voelde elke verjaardag als een nieuwe mijlpaal. Het leven is drukker sinds ze er zijn, ook kleurrijker en gezelliger. Het is hoe dan ook een uitdaging gebleken om twee mensjes tegelijk gezond op de wereld te zetten en oog te blijven houden voor ieder op zich. Soms was het al lastig genoeg ze überhaupt uit elkaar te houden. Vier worden was niet alleen voor hun het begin van een nieuwe fase. Ook voor mij betekende het een heel ander leven. Voorlopig proberen we vooral te genieten van het vele samen zijn met elkaar. Naar school gaan, kunnen ze nog lang genoeg. ’s Avonds in bed liggen twee tevreden dames. ‘Het was de leukste verjaardag ooit’, horen we. En dan: ‘hoeveel nachtjes duurt het nog tot we weer jarig zijn?’.


UIT DE KRANT