Column Maria Wijnands

Afbeelding
live blog coronavirus

STREEK – Maria Wijnands-Hovingh runt samen met haar man de uitgeverij achter onder andere de Streekkrant. Wekelijks schrijft zij een column in deze titel op de pagina ‘ Uit ’t hart’. Meestal over haar drie dochters (eentje van zes en een tweeling van bijna vier, maar ook wel over het werk of de actualiteit. Nu corona het land in zijn greep houdt, schrijft ze bijna dagelijks hoe zij werk en dochters combineert en hoe de angst voor corona de zorgen om haar bedrijf zich afwisselen. Van een zelfverkozen isolement tot de dilemma’s die we nu allemaal tegenkomen.

Deel 28 – woensdag 22 april


Zoals ik gister afsloot: angst is een slechte raadgever. Vandaag is de verjaardag van mijn opa die alweer drie jaar geleden is overleden, dus ik bel met mijn oma die alleen is overgebleven. En zij pepert het me nogmaals in: angst is een slechte raadgever. Ze was vijf toen de oorlog begon en meldt me droog: toen ben ik ook nooit bang geweest. Er is zelfs een wonderlijke parallel met deze vreemde tijd waar we in zitten, want ook toen ging ze in de tijd van de wederopbouw om de dag naar school. Ze deelden het schoolgebouw met een andere school en maakten er om de dag gebruik van, omdat het simpelweg niet haalbaar was beide gebouwen te verwarmen. Het gemis van mijn opa is natuurlijk nu lastiger dan ooit en ik vind het ook wel lastig dat ze zoveel tijd alleen moet doorbrengen. Oma wordt 85 dit jaar en de kans dat ze ons gaat ontvallen is natuurlijk elke dag aanwezig. Moet dat dan zijn zonder ons en zonder ons lange tijd gezien te hebben?


Woensdag is inmiddels ingeburgerd als wisseldag in ons huishouden en dat betekent dat manlief naar huis komt, zodat ik op kantoor aan de slag kan. Ik heb eerst nog een kleine strijd te voeren thuis om een puzzel. Het klinkt vreselijk triest en het voelt ook wel een beetje dubbel. Maar mijn tweelingdames testen me uit en ik zie dan altijd weer mijn kraamverzorgster voor me die me op het hart drukte dat je nooit teveel liefde kan geven, maar dat je ook wel duidelijk moet zijn. ‘Als je ze nu over je heen laat lopen, heb je in de puberteit een probleem’. Het beeld van losgeslagen dames die in te korte rokjes vertrekken met heren op scooters achtervolgt me dan een nachtje en dan wil je wel strenger zijn. De puzzel dus, is het hete hangijzer vandaag. Want: ze wilden héél graag puzzelen. Ík wilde even een kwartiertje oudste dochterlief op weg helpen met haar schoolwerk. Dat moest dus wachten, zodat ik de puzzels tevoorschijn kon trekken, maar het leek een win-win: zij puzzelen, wij even rust voor het schoolwerk. Het liep ietwat anders, want ik moest achtereenvolgens helpen uit elkaar te halen, toen wilden ze dat ík een stukje zou oppakken die zíj op de grond hadden gegooid, toen moest ik maar even helpen met puzzelen en kon ik nog iemand troosten die zelf een stukje van de grond ging oprapen en haar hoofd stootte. Mijn geduld was wel aardig op, het schoolwerk van oudste dochterlief kwam niet echt verder. Toen de kleintjes ook nog eens na het in elkaar zetten van vijf stukjes besloten dat ze geen zin meer hadden, was ik er wel klaar mee. En dus trof manlief thuis twee meisjes aan die voor straf een puzzel klaar moesten maken en begreep hij even heel weinig van dit huishouden. Oudste dochterlief was de derde die ermee heen ging en had intussen al haar schoolwerk vlot afgewerkt.


Op naar kantoor, het is absoluut een goede dag om de ‘juf mama’-rol even van me af te schudden. Opnieuw is er een afspraak met onze accountant die wacht. We zien elkaar opvallend veel deze weken en dat is niet per se een goed teken. Samen nemen we cijfers door en bespreken opties qua regelingen die de overheid in het leven heeft geroepen. Het is heel erg dubbel om hier gebruik van te maken. We hebben jaren zelf gestreden, hebben ontzettend veel geleerd, zijn soms door schade en schande wijs geworden en nu zouden we hulp moeten accepteren. Het druist sterk tegen mijn gevoel in, maar zo prent ook de accountant mij in: het zijn uitzonderlijke tijden. We weten niet hoe de wereld er over een week uitziet, laat staan over drie maanden. En daar moet je zoveel mogelijk op zien te anticiperen.


Een hele vruchtbare ochtend qua werk verzetten is het niet. Ik praat ook even bij met de redactie. Belangrijkste speerpunten voor de komende uitgave zijn uiteraard het onderwijs en de sportverenigingen die gisteren meer ruimte kregen en weer los kunnen, zij het dan in aangepaste vorm. Dus daar ligt een karweitje voor ons om in kaart te brengen hoe dat eruit gaat zien na 11 mei.


Ook zijn er vrije dagen om over te ‘steggelen’. Alhoewel, wat ons betreft is er geen strijd. Alle vrije dagen waren ooit afgegeven in een ‘ander leven’, dus wij hebben vrij snel na de intelligente lockdown besloten alles wat toegezegd was even terug te draaien. We hoopten toen nog dat we juist nu uit die lockdown zouden rollen en weer konden pieken. Dán was het alle hens aan dek geweest en zouden we iedereen nodig hebben gehad. Nu het anders lijkt kunnen we gelukkig de meeste geplande dagen door laten gaan. En nog mooier is dat sommige mensen inzien hoe belangrijk hun rol nu is en besluiten zelf juist wel te komen werken. Erg fijn om er samen uit te komen. Want wij zijn echt geen barbaren, maar het voortbestaan van ons bedrijf staat nu op één en zal nu eenmaal voor gaan op een weekje vrij. Wij maken onze kranten maar met een relatief klein clubje mensen en ieder die er niet is, wordt ook direct gemist.


Daarna buurt ik ook nog een poos bij de verkoop. Zij zijn bij de weg en merken dat een groot aantal ondernemers gefrustreerder wordt. Het is hier in het noorden erg rustig qua corona en vooral de winkeliers hebben het gevoel dat er veilig gewinkeld kan worden. Dat men dit toch niet durft of gewoon even niet doet, is ontzettend balen als je je toko vol met nieuwe spullen hebt hangen die nu de deur uit horen te vliegen. Het ‘blijf thuis’ moet eraf, vindt één van de verkopers en ja, misschien is het wel tijd om ons inderdaad ietsjes meer buiten de deur te wagen. Of in elk geval positiever te zijn met elkaar, want zijn we niet hard op de goede weg?


Ook ’s avonds op het nieuws hoor ik voor het eerst andere geluiden. Er wordt gesproken over een nieuwe adviesraad buiten de gezondheidsexperts om, want is 20 mei niet veel te ver weg en moeten we niet meer perspectief krijgen? Ook ik heb me daar zorgen over gemaakt. Wij zijn al die tijd ontzettend blij dat ons bedrijf niet op slot hoefde. Zolang de kranten in elk geval ook maar uit blijven komen, gaan we niet zomaar ten onder. Onder andere de horeca en de kappers wachtte een ander lot. Zij hebben de deuren al weken op slot. Hoelang kun je als ondernemer zonder enig inkomen? Dat is erg heftig.


Uiteindelijk komt er dan beter nieuws: ik lees dat RIVM-directeur Jaap van Dissel zegt dat als de besmettingsgraad onder de één blijft, de uitbraak waarschijnlijk langzaam uitdooft. We zitten nu al sinds half maart eronder, dus ja, we zijn erg goed bezig. De hele dag al twijfel ik of we inderdaad positiever kunnen zijn en dat lijkt toch wel echt het geval. In ons optimisme zetten we de wekker een uurtje eerder. Morgen pakken we weer aan. Angst blijkt toch die slechte raadgever. Voorzichtig blijven we, maar positief ook.

UIT DE KRANT