De laatste levensfase in Hospice de Mantel

Afbeelding
voorpagina groningen

“Eén van de gasten lag huilend in mijn armen, met de familie op afstand”


ZUIDHORN – Voor wie het door omstandigheden niet mogelijk is om thuis te sterven, is een hospice een geschikt alternatief. Mensen die ernstig ziek zijn, worden hier volledig in de watten gelegd en kunnen zo op een rustige manier toeleven naar het einde van hun leven. Ook in Zuidhorn is daar een locatie voor, en wel in de naam van Hospice de Mantel. Zo’n 25 vrijwilligers staan naast een professioneel zorgteam klaar voor de gasten die in hun laatste levensfase zitten. Dit is over het algemeen overdag en s’ avonds, soms in de nacht. Een vrijwilligersjob, die soms best heftig kan zijn. En in verband met het coronavirus, dat inmiddels al tien maanden in ons land heerst, was het het afgelopen jaar soms nog heftiger. “Tijdens de intelligente lockdown in maart was alleen bezoek mogelijk in de stervensfase, in de hospice”, vertellen vrijwilligers Sacha de Ven en Ron Paardekooper. “Dat was heel confronterend”.

Sacha is inmiddels 2,5 jaar vrijwilliger bij Hospice de Mantel. Ze kwam met de hospice in Zuidhorn in aanraking toen een goede vriend van haar hier terecht kwam en uiteindelijk overleed. Ron is op zijn beurt inmiddels ruim een jaar vrijwilliger bij de Mantel. “Ik ben al vrijwilliger sinds ik klein ben, omdat ik wat wil betekenen voor de samenleving”, vertelt hij. “Ik heb verschillende dingen gedaan, maar kwam op een gegeven moment met de hospice in aanraking, omdat iemand die ik kende daarheen moest. Toen ik in Zuidhorn rondkeek of hier een hospice was, zag ik dat er één op vijftig meter van mijn huis was. Ik heb me toen direct aangemeld als vrijwilliger”. En daar heeft Ron zeker geen spijt van: “Je geeft wat, maar je krijgt er ook zoveel energie voor terug. Mensen die hier zitten, vertellen zoveel verhalen en ervaringen. Het is ontzettend mooi om daarnaar te luisteren”.

Bij Hospice de Mantel komen in principe mensen die een levensverwachting hebben van nog zo’n drie maanden of korter. In de hospice worden zij door de vrijwilligers volledig vertroeteld. “Niets moet hier, alles mag”, vertelt Sacha. “Mensen kunnen hun verhaal aan ons kwijt en als ze zin in een bepaalde soort eten hebben, regelen wij dat voor hun”. De taken van de vrijwilligers zijn heel verschillend. Zo fungeren ze als gastheer/gastvrouw, bieden ze een luisterend oor, maar zorgen ze ook voor de huishoudelijke klusjes. “En bovendien zijn we er voor de familie van de gasten. Vaak is het voor hen namelijk nog moeilijker dan voor de gasten zelf. Daar hebben we dan ook veel aandacht voor”, aldus Sacha.

De vrijwilligers draaien gemiddeld zo’n twee diensten per week, van vier uur per dag. Het zijn soms heftige dagen, maar ook momenten waar de vrijwilligers veel voldoening uithalen. “Op het praten over de dood heerst in de samenleving nog een soort taboe”, zegt Sacha. “Toch is het onderdeel van het leven. Mijn vader is op mijn 21e overleden en dus heb ik er al op jonge leeftijd mee te maken gehad. Daarom praat ik er wat makkelijker over, ondanks het moeilijke onderwerp. Dat geldt ook voor de mensen die hier komen. Ze weten dat ze op korte termijn gaan sterven. Ze leven als het ware naar de dood toe en leren het accepteren, hoe moeilijk dat soms ook is. Ze hebben er op den duur vrede mee. Sommige mensen hebben een voldaan leven gehad en dan gun je het diegene ook om te sterven. Andere mensen sterven veel te jong en dat zijn soms wel heftige momenten”. Ron vult aan: “Het is altijd wel even slikken als er iemand sterft, en helemaal de eerste keer. Toch accepteren de gasten het en dat proces is wel mooi om te zien”.

De coronacrisis geeft een hele andere dimensie aan het werk van de vrijwilligers. Daar waar familieleden normaal gesproken op een rustige en toch ook mooie wijze afscheid kunnen nemen van hun naasten, werd dat in het begin van de coronacrisis onmogelijk gemaakt door de intelligente lockdown die destijds van kracht was. “Terwijl gasten wisten dat ze gingen sterven, mocht niemand naar hen toe, vertelt Sacha. “Dat was echt verschrikkelijk. Familieleden mochten door het raam kijken, maar niet naar binnen toe. Bij zo’n ‘bezoekmoment’ lag één van de gasten huilend bij mij in de armen, met de familie op afstand. Het was echt heel erg heftig”. Gelukkig is het voor familieleden van gasten nu wél weer mogelijk om naar binnen te gaan. Ondanks de lockdown is er geen bezoekverbod. “Het is ook onmenselijk dat je niet op normale wijze afscheid kunt nemen van een naaste. Gelukkig mogen familieleden naar binnen, zij het volgens aangepaste Covid-19 maatregelen”.

Ondanks alles vinden Sacha en Ron het vrijwilligerswerk bij de hospice een van de mooiste dingen die er is. “Het is heel intensief, maar de mensen hebben veel vertrouwen in je”, vertelt Ron. “Ze vertellen al hun levensverhalen en delen vol enthousiasme hun ervaringen met je. ‘Ik heb het mooiste leven gehad dat er was, maar nu is het klaar’, wordt wel eens tegen mij gezegd. Mensen kijken, door hier hun laatste levensfase door te brengen, toch positief naar de dood. Je krijgt tijdens een dienst zoveel te horen, dat je soms ook wel even moet bijkomen. Regelmatig kom ik thuis en sla ik de koffie over. In plaats daarvan neem ik een biertje, slaak ik een diepe zucht en een uurtje later kan ik er dan weer tegenaan”. Sacha vult aan: “Als vrijwilliger ben je heel erg betrokken bij de gasten. Het werk doet daarom ook zeker wel wat met me, maar in mijn dagelijkse leven kan ik het wel van me afzetten”.

Het vrijwilligerswerk wordt door Sacha en Ron gezien als verrijkend voor je eigen leven. Beide vinden het belangrijk om iets voor de maatschappij te doen en raden andere mensen dit dan ook zeker aan. “Meer vrijwilligers zijn altijd welkom. Het uitgangspunt is dat je één à twee diensten draait en je krijgt er veel energie voor terug. Het is echt heel dankbaar werk”, besluiten de vrijwilligers.

UIT DE KRANT

Lees ook