“De leerachterstanden merken we vooral in de groepen 3 tot en met 6”

Afbeelding
voorpagina groningen

GBS De Brug investeert dankzij NPO


ZUIDHORN – Het is inmiddels duidelijk geworden dat de coronacrisis ervoor heeft gezorgd dat verschillende leerlingen in het basisonderwijs leerachterstanden hebben opgelopen. Aan het eind van vorig schooljaar maakte het kabinet daarom ook bekend maar liefst 8,5 miljard euro beschikbaar te stellen voor het ‘Nationaal Programma Onderwijs’ (NPO). Dit programma moet leerlingen helpen om de leervertragingen in te halen en het onderwijs te verbeteren. Elke basisschool heeft zo’n 700 euro per leerling gekregen en een groot deel van dit bedrag is op GBS De Brug in Zuidhorn inmiddels besteed. Directeur Liesbeth Hendriks is blij met de investering en is ervan overtuigd dat op deze manier een mooie stap kan worden gezet om de leerachterstanden weg te werken.

“Voor de zomervakantie en in de eerste weken van het nieuwe schooljaar hebben we samen met ons team gekeken naar hoe het gesteld is met de leerachterstanden waar veel over wordt gesproken”, vertelt Hendriks. “We zijn tot de conclusie gekomen dat dat in groep 7 en 8 heel erg meevalt. Zo had groep 8 vorig jaar bijvoorbeeld een hele goede eindtoets gemaakt, conform hoe ze moeten presteren. De leerachterstanden merken we vooral in de groepen 3 tot en met 6. Dat komt denk ik vooral omdat er, wanneer er fysiek wordt lesgegeven, gedurende de dag veel herhaald wordt met spelletjes. Dat was nu niet het geval. De leerlingen kregen ’s ochtends online les en moesten daarna zelf aan de slag. Hierdoor merk je dat bepaalde vaardigheden niet zijn ingesleten. Zo hebben verschillende leerlingen meer moeite met tafelsommen, spellingsregels en hebben ze nog niet voldoende leeskilometers gemaakt. Daarnaast hebben leerlingen die in groep 3 terechtkomen normaal gesproken al veel letterkennis, omdat ze daar bij de kleuters al spelenderwijs mee bezig konden zijn. Dat kon tijdens de online lessen niet”.

Nu duidelijk is geworden waar de leerachterstanden zich per leerling bevinden, is het poot aan om deze achterstanden weg te werken. Hier helpt het NPO goed bij. “Aan het eind van het vorig schooljaar hebben we een plan gemaakt en deze is door de overheid goedgekeurd”, vertelt de directeur. “Per leerling hebben we een bedrag van 700 euro gekregen om dit plan, dat voornamelijk gericht is op de leerlingen in de groepen 3 tot en met 6, uit te voeren”. Zo heeft de school er onder andere voor gekozen om extra onderwijsassistentie te creëren en hebben de IB’ers een extra formatie gekregen, waardoor de zorgstructuur een boost krijgt. “Daarnaast heb ik alle collega’s gevraagd of ze meer wilden werken. Drie docenten uit de middenbouw hebben aangegeven dit te willen doen, waardoor ze extra les kunnen geven op een dag dat ze normaal gesproken niet werken. Op deze dagen kunnen ze op verschillende momenten andere groepjes leerlingen bijspijkeren”.

Naast bovengenoemde investeringen heeft de school eveneens een extra collega aangesteld voor één dag per week, waardoor alle docenten twee extra dagen per jaar vrij hebben, die ze kunnen benutten voor administratieve zaken. “Tot slot ben ik ontzettend blij om te kunnen vertellen dat we nu ook een gymleerkracht hebben kunnen aannemen voor de groepen 3 t/m 8. We hadden eerst een gymdocent voor zes groepen en die andere twee klassen kregen gymnastiek van hun eigen meester of juf. Dat is nu niet meer het geval. Bewegen is ontzettend belangrijk en daarnaast heeft gymnastiek ook invloed op het sociale aspect. Doordat meesters en juffen nu zelf geen gymles meer hoeven te geven, krijgen zij de tijd om leerlingen te observeren of in school ander werk te doen. Dat geeft ontzettend veel ruimte”, aldus Hendriks.

Inmiddels is een groot deel van de 700 euro per leerling uitgegeven, maar het geld is zeker nog niet op. Dit wordt daarom als buffer bewaard voor mocht later dit jaar blijken dat er op andere vlakken achterstanden zijn. “Ik ben heel nieuwsgierig naar hoe de komende maanden zullen gaan”, zegt de directeur. “Het is best mogelijk dat straks blijkt dat er nog wel andere dingen nodig zijn. Gelukkig hebben we daar dan ook nog een bedrag beschikbaar voor. Aan het eind van het schooljaar gaan we uiteraard kijken naar wat het heeft opgeleverd”.

Of het NPO een vervolg krijgt met een extra financiële bijdrage voor de scholen, is nog niet bekend. Daar durft de directeur dan ook nog niets over te zeggen. “In eerste instantie is het eenmalig, maar het nadeel van iets wat niet structureel is, is dat mensen er wel vanuit gaan. Ik zou het bijvoorbeeld ontzettend jammer vinden als we onze gymdocent straks niet meer voor alle groepen kunnen behouden”. Naast het wegwerken van de leerachterstanden helpt het NPO ook voor het verlagen van de werkdruk bij de docenten, iets wat de laatste jaren nadrukkelijk speelt in het onderwijs. “Er is meer onderwijsassistentie beschikbaar, docenten hoeven geen gym meer te geven en ze hebben meer vrije dagen per jaar. Hierdoor kan alle energie benut worden om het beste eruit te halen voor alle leerlingen. Dat is waar we het natuurlijk ook allemaal voor doen”, besluit de directeur.

UIT DE KRANT