Directeuren Penta Primair steken heel wat op tijdens studiereis naar Finland

Afbeelding
voorpagina groningen

‘We moeten gelukkige kinderen afleveren’

STREEK – De verschillen in het onderwijs zijn wereldwijd erg groot. Zelfs binnen de Europese grenzen is er geen onderwijs in twee landen hetzelfde. In 2008 brachten de basisschooldirecteuren van Penta Primair een bezoek aan London om het Engelse onderwijssysteem te bestuderen. Hier zagen zij een hoop goede dingen, maar ook zeker zaken die hen niet bevielen. ‘In Nederland zijn we de laatste tien/vijftien jaar steeds meer op de Engelse manier gaan werken. In Nederland is men flink meer bezig gegaan met regels en grenzen. Ik denk dat we daar zelfs een beetje in doorgeschoten zijn’, durft Marten Hazenberg, directeur van CBS de Bron in Marum te stellen.

‘Er wordt tegenwoordig gigantisch veel getoetst. Daarmee wordt een kind getoetst volgens het ‘gemiddelde Nederlandse kind’, en niet meer volgens eigen kunnen. Veel wordt gekoppeld aan taal en rekenen. En dat gaat ten koste van de brede ontwikkeling van het kind. Daarnaast worden ook de leerkrachten en de scholen aan alle kanten gemeten. Dat hoeft niet per sé slecht te zijn, maar daardoor is het vak van leerkracht wel enorm veranderd. Bijvoorbeeld de administratielast is enorm toegenomen, tijd die niet aan de kinderen besteed kan worden. Uiteraard heeft de toetsingsdrang ook een hoop goeds opgeleverd. Zo is het aantal zwakke scholen in het Noorden flink verminderd.’Om ook eens te kijken hoe juist een compleet ander onderwijssysteem wordt gehanteerd, gingen de basisschooldirecteuren van Penta Primair onlangs een week naar Finland. Finland staat erg goed aangeschreven als het gaat om het onderwijs. ‘Kinderen worden daar vergelijken met zichzelf en dat is een groot verschil ten opzichte met Nederland. In Finland is er wel bepaald wat kinderen minimaal moeten leren voordat zij school verlaten, maar het tempo en de invulling is aan de leerkracht om te bepalen’, vertelt Juliët Woudstra, directeur van CBS De Regenboog in Tolbert. ‘Leerkrachten in Finland zijn allemaal universitair geschoold, maar voordat zij toegelaten worden op de opleiding wordt er ook gekeken naar hun emotionele stabiliteit. Ieder jaar staan mensen te trappelen om de opleiding te volgen, maar er is maar een beperkt aantal mensen dat toegelaten wordt. Leerkrachten hebben daardoor een groot zelfvertrouwen en staan vol passie voor de klas. Geven zij eenmaal les aan een school dan worden zij losgelaten. Er is, zowel vanuit de directies als vanuit de ouders, een groot vertrouwen in de leerkrachten’, vertelt Woudstra. ‘Dat is hier in Nederland nog wel eens anders. Omdat iedereen ooit onderwijs heeft gevolgd, meent men in Nederland dat men hier dan ook een mening over mag hebben. Iedereen denkt er wat van af te weten. De professionaliteit van de leerkracht wordt lang niet altijd gewaardeerd’.
Wat de directeuren opviel aan het Finse onderwijssysteem was onder andere de rol tussen de ouders en de leerkrachten. ‘Vertrouwen is in Finland het sleutelwoord. Er worden wel gesprekken gevoerd, maar daar is het meer een dialoog, en wordt er minder beoordeeld’, vertelt Hazenberg. ‘Daarnaast wordt het onderwijs in Finland door de politiek met rust gelaten, wat zorgt voor een stabiliteit. In Nederland kampen we iedere vier jaar met nieuwe politici en nieuwe regeltjes. Tegen de tijd dat een regel is ingevoerd is er wel weer een nieuwe regeringsperiode ingegaan en moeten er weer regels veranderd worden’, verzucht Hazenberg.  Het is overigens niet zo dat Hazenberg en Woudstra in Finland alleen maar zaken zagen die beter gaan als in Nederland. ‘Als het gaat om werken met computers en toepassingen, ligt men in Finland ver achter op Nederland. Bovendien mist men in Finland dat men extra energie steekt in meer begaafde leerlingen. In Finland staan ze voor gelijkheid, maar daardoor worden deze kinderen wel minder uitgedaagd. Wij komen meer tegemoet aan de verschillen in kinderen’, aldus Woudstra. ‘En op dat punt kan men in Finland weer van ons leren’.
De basisschooldirecteuren van Penta Primair hebben een hoop opgestoken in Finland. ‘We gaan nu evalueren waar wij in binnen Penta Primair mee aan de slag willen. Persoonlijk heb ik al een punt wat ik er op onze school in door wil voeren. In Finland mogen kinderen elk uur even de benen strekken, even naar buiten. Hierdoor krijgen ze niet alleen meer beweging, maar kunnen ze zich vervolgens ook weer beter concentreren op hun schoolwerk’, vertelt Hazenberg.  De reis naar Finland was voor veel directeuren een eye-opener. ‘Op bepaalde punten hebben wij gezien dat we op de goede weg zitten, op andere punten kunnen we nog heel wat verbeteren, en weer op andere punten doen we het zelfs beter. Het heeft mij doen beseffen dat gaan voor een brede ontwikkeling het beste is. Daar wordt het misschien niet altijd makkelijker van, maar wel beter en leuker. We moeten ons niet teveel op cijfers richten. We moeten kinderen afleveren die gelukkig zijn. Dat is belangrijker dan de eindscore op de Cito-toets’, aldus Woudstra. ‘Het was een voorrecht om in Finland het onderwijssysteem te mogen beleven. We hopen dat het onderwijs in het Westerkwartier hier een impuls door krijgt. Het heeft in ieder geval gezorgd voor een hoop gemotiveerde directeuren’, voegt Hazenberg daar aan toe.

UIT DE KRANT

Lees ook