“Een steelband voor kinderen zou heel leuk zijn”

|
| Foto: |
jubileum de streekkrant

GROOTEGAST – Vijf jaar geleden startte de van oorsprong New Yorkse Paula James haar steelband Pan Magic. Sinds dat moment is het hard gegaan. Jaarlijks treedt de groep, voornamelijk in het zomerseizoen, zo’n vijftien keer op. In de afgelopen jaren is het beeld van een steelband wel heel erg veranderd. Waar mensen eerst nog dachten een drumband geboekt te hebben, weet nu iedereen om wat voor instrument het gaat.

“Eigenlijk heb ik mijn hele leven het geluid van een steeldrum mooi gevonden,” vertelt Paula James. “Ik had er op het conservatorium wel op willen afstuderen, maar omdat het toen nog niet kon heb ik dat gedaan op de Waldhoorn. Een ander probleem was dat er geen brood mee te verdienen was.” Toch bleef de liefde voor het instrument bestaan. Dat kwam ook ter sprake toen een tante van haar een paar jaar geleden overkwam uit Amerika. Ze was een maand in Nederland en zou daarna op doorreis naar Trinidad gaan. “Ik heb haar toen gevraagd of het mogelijk was om een steeldrum mee te nemen. Ze zei dat het geen probleem was en zo kwam mijn eerste steeldrum hier in Nederland.”

James ging daarna op zoek naar een steelband om zich bij aan te sluiten. Ze kwam uiteindelijk uit in Callantsoog. “Bij de steeldrum zelf zat geen uitleg waar de noten zaten en daarom heb ik die eerst met behulp van de piano allemaal opgezocht. Ik schreef ze daarna op de drum, maar nu weet ik precies waar ze zitten.” De drum is namelijk opgebouwd uit een groot vat. Door middel van speciale vlakken, zijn verschillende noten en dus ook klanken mogelijk.

Elke zaterdag reed James naar Callantsoog. Tot het op een gegeven moment niet meer ging. “Daar was ik wel verdrietig over, maar mijn man kwam toen met het idee om zelf een steelband te beginnen. Ik zou de mensen gaan zoeken en hij de eerste instrumenten.” Wat volgde was een openhartig verhaal bij de harmonie in Roden, waar zij op dat moment dirigeerde. “Ik vroeg wie mij wilde helpen om een steelband op te zetten. Zeven mensen zeiden dat wel te willen. Dat was precies voldoende, want ik had ook nog maar zeven instrumenten.”

De instrumenten waar de band gebruik van maakt bestaan uit een aantal gangbare instrumenten. “Je hebt een bas, een melodie en een begeleidend instrument. Ze zijn allemaal even breed, maar de grote verschilt aan de hand van wat voor instrument het is. Voor een bas heb je bijvoorbeeld een heel olievat nodig.” James importeert de instrumenten nog steeds uit Trinidad. Zo is er vanaf € 800,- al eentje te krijgen. Dat lijkt veel, maar ter vergelijking, een bas kost in Nederland zo’n € 2100,-. “Het grappige is dat ik het vat voor € 5,- gekocht heb,” vertelt ze. “Het koste daarna € 2100,- om hem te laten maken.” Daarnaast moeten jaarlijks voor € 1500,- alle instrumenten gestemd worden.

Een droom voor James is dat het instrument uiteindelijk toegelaten wordt op de muziekschool. Zelf wil ze dan wel les gaan geven, iets wat ze nu ook al doet. “Niemand die zich bij ons aanmeldt heeft daarvoor ooit op een steeldrum gespeeld. Allemaal heb ik ze les gegeven. Dat gebeurt bij mij thuis, maar naar mensen met grote steeldrums ga ik toe.”

Dat de mensen in die jaren even moesten wennen aan het idee, weet ze al te goed. “Dan kregen we in het begin de vraag of we niet heel hard wilden spelen. Mensen lazen de naam ‘steeldrumband’ en dachten dan dat we een drumband waren. Ook gebeurde het wel eens dat mensen vroegen of we harder konden spelen, omdat ze iets anders verwacht hadden.” Nu het instrument steeds bekender wordt, speelt de groep ook vaker. Zo spelen ze veel in het noorden, maar maakten ze ook nog een uitstapje naar Nottingham in Engeland. Afgelopen weekend stonden ze nog op Ameland.

Ondertussen mist James New York nog wel. “Je had daar meer vrijheid. Mensen zijn daar veel vriendelijker. Grootegasters zijn meer gesloten en ze zien mij meer als ‘de vrouw van de dokter’. Sommigen vinden het zelfs gek dat ik niet in de praktijk werk, iets was veel vrouwen van huisartsen wel doen. Ook ben ik niet gelovig en dat is anders dan de meeste mensen hier in het dorp. Toch vermaak ik me hier wel. Ik heb een mooi huis, mooie tuin, kinderen en mijn man. Ik houd mij liever bezig met de muziek.”

In de nabije toekomst wil ze met een nieuw project starten. Daarvoor moet een aparte steelband opgericht worden voor kinderen tussen de 9 en 12 jaar oud. James wil deze kinderen zelf les gaan geven. Daarnaast werkt ze nog in Groningen bij een showband. “Ik doe wat ik leuk vind,” is dan ook haar motto.

|

UIT DE KRANT

Lees ook