“Eenzaamheid gaat niet persé over alleen zijn”

Afbeelding
voorpagina groningen

Gemeente Westerkwartier in actie tegen eenzaamheid


WESTERKWARTIER – Afgelopen week stond in het teken van de ‘Week van de ontmoeting’. Deze week is onderdeel van de regionale aanpak tegen eenzaamheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Meer dan helft van de mensen ouder dan 75 jaar in Nederland zegt zich eenzaam te voelen. Dit geldt ook in het Westerkwartier. Onderzoek wijst uit dat eenzaamheid serieuze gevolgen kan hebben voor de gezondheid, zowel mentaal als fysiek. Eenzaamheid komt voor bij alle leeftijden, ook bij jongeren. Tijdens de Week van de ontmoeting waren in de gemeente Westerkwartier verschillende activiteiten, waar inwoners naar toe konden om elkaar te ontmoeten. Volgens verantwoordelijk wethouder Pieter van der Zwan en Sandra Alsema (26), die al jarenlang te maken heeft met eenzaamheid, goede zaak.

“Ik heb me als kind altijd heel eenzaam gevoeld”, vertelt Sandra. “Niet persé fysiek, maar ik voelde me heel anders. Eenzaamheid heeft ook niet altijd te maken met alleen zijn. Eenzaamheid is je niet verbonden voelen. Dat gevoel heb ik al sinds mijn geboorte”. Sandra heeft in haar leven veel meegemaakt, waar ze moeilijk mee om kon gaan. De oorzaken daarvan begonnen eigenlijk al toen ze nog niet geboren was. “Toen is namelijk mijn oudste zus overleden”, legt ze uit. “Ik vond het altijd een heel raar idee dat ik een zus had die ik niet kende. Daarin was ik anders dan leeftijdsgenoten, want niemand had een overleven zus. Daarnaast had ik ook een gehandicapte broer, die is overleden toen ik vijf jaar oud was. Dit soort verhalen kon ik niet met anderen delen, want niemand begreep dat. Ik miste die connectie”.

Op de middelbare school werd dat gemis groter. Toen ze op haar veertiende een aantal belangrijke personen in haar leven verloor, raakte ze eveneens in een depressie terecht. “De dood werd voor mij heel gewoon, terwijl dat natuurlijk niet normaal is. Ik voelde me tijdens mijn depressie heel erg afgezonderd en ging volledig in isolement. De gevoelens die binnenkwamen, kon ik niet meer aan. Toch heb ik in die tijd, en eigenlijk in mijn hele leven, vrienden gehad. Bovendien had ik veel steun van mijn familie. Echter was ik op school wel altijd het buitenbeetje, omdat ik anders was. Althans, dat gevoel had ik”. Sandra zocht tijdens haar depressie erg naar stabiliteit. Dat vond ze onder andere in eten. “Ik wilde dingen doen die goed voelden en daar hoorde voedsel ook bij. Als ik at, voelde ik me goed. Dat leidde uiteindelijk ook tot eetproblematiek. Ik wilde niet met mijn ouders over mijn gevoelens praten, omdat ik hen niet nog meer verdriet wilde geven. Ik moest het goed doen van mezelf, anders hadden mijn ouders last van me. Dat wilde ik niet”.

De depressie van Sandra ging gepaard met een angststoornis, die ze ook al een groot deel van haar leven heeft. Deze was op het hoogtepunt zelfs zo erg, dat ze niet meer naar buiten durfde. “Daar komt bij dat ik in die tijd ook een dwangstoornis heb ontwikkeld”, vertelt ze. “Inmiddels heb ik die onder controle, maar dat maakte ook dat ik mij soms heel eenzaam voel(de). Depressie en angst kunnen erg verlammend werken. Vandaar dat ik ook vrij snel uit contact ga met anderen wanneer ik hier in zit. Ik voel mij door angst ook erg vaak het buitenbeetje en geïsoleerd, omdat ik aan sommige dingen bijna of niet mee durf te doen”.

Op een gegeven moment werd het Sandra te veel en trok ze zelf bij haar ouders aan de bel. Die hadden op den duur ook wel door dat het niet goed ging met hun dochter. “Ik wilde niet langer op deze manier leven en dus ging ik met mijn moeder naar de huisarts, die mij vervolgens doorverwees naar een psycholoog. Inmiddels volg ik alweer elf jaar therapie en dat helpt heel goed. Vanuit daar heb ik ook groepsgesprekken met lotgenoten. Het is heel fijn als je iemand tegenover je hebt die het zelfde ziet. Dat heb ik heel lang niet zo gevoeld. Pas toen ik in groepstherapie kwam, kon ik echt mezelf zijn. Ik voel me nog steeds wel een beetje het buitenbeetje van de maatschappij, maar ik kan er wel steeds meer afstand van nemen. Mijn negatieve zelfbeeld is eten. Ik zie er anders uit dan anderen en doe ook andere dingen dan vrienden van me. Ook dat helpt niet mee tegen de eenzaamheid”.

De gemeente Westerkwartier weet dat eenzaamheid een groot probleem is. Tijdens de Week van de ontmoeting wilde het de thematiek in de etalage zetten. “Eenzaamheid roept het beeld van alleen zijn op, maar het gaat ook om het tekort aan verbinden met anderen”, zegt wethouder Van der Zwan. “Je kunt genoeg mensen om je heen hebben, maar je toch alleen voelen. In de coronaperiode kreeg dat een andere dimensie, omdat vele mensen toen letterlijk alleen waren”. Volgens de wethouder is eenzaamheid een probleem van de samenleving, waar ook de overheid een taak in heeft. “Vandaar organiseerden wij de Week van de ontmoeting, wat uiteindelijk leidt tot iets structureels. Het is ontzettend mooi én belangrijk dat er vorige week zoveel activiteiten waren om elkaar te ontmoeten. Ieder mens heeft anderen nodig en met de activiteiten boden we inwoners de kans met elkaar in contact te komen. Onze aanpak tegen eenzaamheid krijgt steeds meer vorm en past bij onze visie en het gedachtegoed van Positieve Gezondheid”.

Ook Sandra is blij dat de gemeente Westerkwartier zich op deze manier inzet tegen eenzaamheid. “Ik vind het belangrijk om bespreekbaar te maken en dat mensen die zich eenzaam voelen, een connectie met anderen kunnen vinden. Verbondenheid is echt nodig en we moeten het met elkaar doen”.

UIT DE KRANT