Eerste kievitsei gevonden in Doezum

DOEZUM – Vorige week is een van de eerste kieviteieren ontdekt in het maïsveld van boer De Jong in Doezum. Het eerste eitje is gevonden door Rob Heringa uit Kornhorn en Herman de Heer uit Enumatil, beide vrijwilligers bij Natuur, Duurzaamheid en Cultuur Educatie Westerkwartier (NDCE Westerkwartier).

“We hebben het eitje gevonden in een maïsveld van 2/3 hectare”, vertelt De Heer. “We hebben vorige week ook al even gekeken, maar toen vonden we heen enkel ei. Wél 61 nesten, maar die waren allemaal leeg. Een kievitsmannetje maakt een stuk of zes, zeven nesten”, legt hij uit.

Waarom zoveel nesten, is de vraag die brandt. Gelukkig heeft De Heer antwoord. “Een mannetje probeert een vrouwtje aan te grond te krijgen. Hij maakt een nestje met zijn pootjes en buikje in de grond, en dan gaat ‘ie met z’n kontje omhoog. Dat kontje is oranje en dat vinden de vrouwtjes interessant. Wij weten, als het mannetje met z’n kontje naar het zuiden wijst, dat het vrouwtje daar ergens moet zitten. En nu is er dus een vrouwtje die een eitje heeft gelegd.”

Het nest is inmiddels gemarkeerd met stokken, zodat boer De Jong om het nest heen kan rijden. “Het is wel belangrijk dat de eieren uitkomen”, vertelt De Heer.”Die vogels komen namelijk elk jaar weer terug om hier te broeden, en als de eieren jaar na jaar kapot gereden worden, blijven er geen kieviten meer over.” Belangrijk is dat de stokken 10 meter voor én 10 meter achter het nestje staan. “Anders weten de kraaien de nestjes te vinden”, legt De Heer uit. “Dat is heel bijzonder om te zien, sommige kraaien hebben zich daar echt in gespecialiseerd. Daarom mogen de stokken nooit direct bij de nestjes staan, anders eten de kraaien de eitjes op.”

In april gaat NDCE met basisschoolkinderen door de maïsvelden om nog meer nestjes en eitjes op te sporen. “NDCE werkt samen met alle 60 scholen in het Westerkwartier”, vertelt De Heer. “We bieden excursies en cursussen aan en gaan bijvoorbeeld waterdiertjes vangen met de kinderen. Nu gaan we op zoek naar vogelnesten in de weilanden. We spannend dan een waslijn, zodat de kinderen stuk voor stuk het veld af kunnen zoeken naar eitjes. Er worden dan stokken bij de nestjes geplaatst, zodat de boer om de nestjes heen kan werken. Dan kunnen er zoveel mogelijk eitjes uitgebroed worden.”