Ereplek voor Siepie de Jong

Afbeelding
voorpagina groningen

‘Ik heb me altijd met veel plezier ingezet in de politiek’


TOLBERT – De staat van dienst van Siepie de Jong is ronduit indrukwekkend. Staatssecretaris, kamerlid, voorzitter van bestuur bij de PvdA; deze ‘rooie’ heeft het allemaal gezien en gedaan. In het Westerkwartier is zij ook bekend als oud-burgemeester van toen nog de gemeente Leek. Het PvdA Westerkwartier gunde haar een ‘ereplek’ als lijstduwer op de lijst. En beschikbaar is ze, ondanks haar leeftijd, nog altijd. De Jong is een nuchtere noorderling, nog altijd die maatschappelijk werkster in haar hart en nog scherp genoeg om kritisch mee te kijken met het CDA  Westerkwartier.


Elk jaar wordt De Jong benaderd door het Nederlands Persbureau om haar levensloop bij te werken. Het geheel, twee kantjes volgeschreven, doet haar staat van dienst bijna geen eer aan. Wonderlijk genoeg was een politieke carrière niet eens wat ze ambieerde. “Ik was al kind al geïnteresseerd in de maatschappij en de politiek”, vertelt De Jong. “Ik heb ook altijd PvdA gestemd, maar ik had niet bedacht dat ik lid zou worden.” Ze startte haar beroepscarrière in Overijssel als maatschappelijk werkster waar de plaatselijke partij haar al snel opmerkte. “Het was mijn eerste baan destijds”, blikt ze terug. “En ik hield van het werk. Bovendien: zo’n eerste baan wil je niet verknoeien. Ik besloot lid te worden van de PvdA, niet om actief te zijn voor de partij, maar ik zag dat meer als een soort burgerplicht. De lokale partij had maar één raadslid, dat was de melkboer. En die stond de tweede dag voor de deur: u bent lid geworden, dan kunt u ook wel wat voor ons doen.” Zo werd ze secretaris van de lokale PvdA afdeling en daarna volgden al snel functies als secretaris van het team van Kamerlid Jan Masman, lid van het bestuur van de PvdA Noord-Oost Overijssel en Statenlid. “Allemaal in sneltreinvaart”, lacht De Jong. “En ik had ook nog gewoon mijn werk.”


Er volgden functies als lid van Provinciale Staten in Overijssel en fractiemedewerker (ombudswerk) bij de Tweede Kamerfractie. Dit alles combineerde De Jong met het lidmaatschap van het partijbestuur. Ze bleef niet onopgemerkt:  “ik moest ook maar op de lijst voor de Tweede Kamer.” Tijdens een sollicitatiegesprek bij Den Uijl praatten ze een uur over haar jaar in India en haar werk als maatschappelijk werkster waarna de functie met de woorden: “heb je ervaring? Ik heb mijn zwemdiploma’s” werd beklonken. “Ik was nog maar een paar jaar politiek actief en belandde op plek vier op de lijst. We kregen drie zetels, maar de nummer drie (Wim Meijer) werd staatssecretaris en dus werd ik kamerlid.” Na twee termijnen als kamerlid werd De Jong staatssecretaris op Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening. “Dat vond ik ook ontzettend interessant, maar helaas viel het kabinet vrij snel en toen was dat klaar.” Ze belandde onder andere in Groningen waar ze als voorzitter van de krakersbeweging het oud-Rooms Katholiek Ziekenhuis hielp de woonsituatie daar onder goedkeuring van de gemeente Groningen te legaliseren. En toen volgde het burgemeestersschap van Leek. “Ook weer een heel verhaal, hoe dat kwam”, aldus De Jong, “dat heb je als je oud bent. Het was Jan Niers, commissaris van de provincie Overijssel, die me zei: u bent buitengewoon geschikt als burgemeester.”


Het burgemeestersvak noemt De Jong fantastisch. “Je hield je bezig met hele grote dingen en hele kleine dingen. Een hele mooie mix. Ik werd altijd als rooie burgemeester gekenschetst. Als burgemeester kun je geen politiek bedrijven, maar je hoeft niet te verloochenen wat je kleur is. Burgemeester was mijn hoofdfunctie, maar omdat het maar een kleine gemeente was, had ik ook portefeuilles. Vergeet niet: de besluiten die we namen, waren besluiten van het college van B&W. Het is niet een ‘één-vrouw-regime’. We maakten compromissen en overlegden.” Haar achtergrond als maatschappelijk werkster kwam goed van pas. “Als burgemeester was ik ook vaak maatschappelijk werkster. Ik vond het heel belangrijk dat als er ergens onenigheid over was, dat het niet te lang zou duren. We hoefden elkaar niet voor het hoofd te stoten.”


Op 1 december 2005 werd De Jong 65 en stopte ze als burgemeester. Daarna bleef ze actief bij de PvdA als lid van het partij bestuur en haar laatste politieke functie was lid van het gewestelijk bestuur in Groningen. Een paar jaar geleden legde ze ook dat neer. Nu is ze nog altijd voorzitter van muziekvereniging Concordia in Zevenhuizen en nu is ze de lijstduwer van het PvdA Westerkwartier. “Een ereplek”, vindt De Jong. “Ik heb bescheiden meegedacht over het programma en ze hebben me gevraagd of ik op een bescheiden manier mee wil draaien in de campagne. Gelukkig ben ik gezegend met een goede gezondheid.”


Ze houdt het verkiezingsprogramma omhoog: “twee kantjes, dit is goed. Een eerlijk en sociaal Westerkwartier, dat vind ik goede trefwoorden.” Een aantal kernpunten hebben specifiek haar belangstelling. “Waar ik heel bezorgd over ben, is hoe de woningmarkt in elkaar zit. We hebben het geliberaliseerd, maar gelukkig komt er in Den Haag het besef dat ze zich toch hierom moeten bekommeren. Er zijn te weinig sociale woningen, waardoor de verschillen op gebied van volkshuisvesting groter worden. Het is heel belangrijk dat ook mensen met een laag inkomen een goede woning kunnen krijgen. Betaalbaar wonen staat daarom op nummer één. Aan onderwijs heb ik me nooit gewaagd”, vervolgt ze, “maar het begroot me wel hoe het nu met het onderwijs staat. De verschillen tussen kinderen worden groter en dat is erg zorgelijk.” Ook natuur en landschap hebben haar aandacht als boerenkleindochter. “Ik vind dat het de foute kant op gaat met de landbouw. De grond wordt uitgeput, dat is niet goed. Zoveel mensen worden gedwongen om een inkomen te hebben door dingen te doen die niet goed zijn voor het milieu.”


Terugkijkend vindt De Jong ook zelf dat ze een mooie staat van dienst heeft opgebouwd. “Ik heb het altijd met plezier gedaan en als je jong bent, kun je veel aan. Ik ben er gewoon ingerold. Geluk? Je krijgt kansen, mensen merken je op. Net als die melkboer die toen al dacht: die hebben we nodig in de partij. Als ik terugdenk vind ik het echt fantastisch wat ik allemaal meegemaakt en gedaan heb. Het heeft allemaal te maken met hoe je je werk doet. Gedegen denk ik, in mijn geval. Dat heb ik van mijn ouders geleerd. Mijn vader was ouderling en als iemand uit de kerk stapte, ging hij erop af. Ik had ouders die het niet lieten zitten. En we hoefden niet geprezen te worden.”


Het politieke speelveld is erg veranderd. “Toen ik Tweede Kamerlid was, was de PvdA nog een grote partij. Je had nog niet de versnippering van nu. En als je ziet hoe ze nu met elkaar omgaan. Voor mijn gevoel soms rare debatten.” Ook dichterbij huis is de politieke situatie veranderd. “De gemeente Westerkwartier is een grotere gemeente. Ik heb enkele bijeenkomst van de gemeente bijgewoond en zie wel dat het werk van een wethouder veranderd is. Je moet echt de tijd nemen je te verdiepen in de onderwerpen die belangrijk zijn voor de inwoners en bereid zijn tot genoeg overleg met de inwoners. En ook voor burgers is de situatie veranderd, want die waren gewend aan een kleinere gemeente waar ambtenaren en burgemeester en wethouders dichterbij waren.”

UIT DE KRANT

Lees ook