Expositie ‘In het oog van de storm’ van start

|
| Foto: |
voorpagina groningen

EZINGE / WESTERKWARTIER – In een tijd waarin we soms verder dan ooit van elkaar verwijderd lijken, doet Myra Eeken-Hermans datgene waar ze goed in is: verbinden. Haar haiku’s – een Japanse dichtvorm – vormen de basis van 24 kunstobjecten die vanaf heden geëxposeerd worden in Museum Wierdenland in Ezinge en De Aquarel in Sebaldeburen. Afgelopen zondag opende Eeken-Hermans de expositie – geheel coronaproof – samen met wethouder Hielke Westra en Rika Pot, voorzitter van bestuur van Museum Wierdenland.

“Ik kan het verbinden niet laten, ook in deze tijd”



De expositie toont het werk van 24 kunstenaars uit het Westerkwartier die zich allemaal lieten inspireren door een haiku van de hand van Eeken-Hermans. Deze organisatrice pur-sang, bekend als Brugvrouw in de regio, trad nog niet eerder naar buiten als kunstenares. “Nee, meestal ben ik niet de ster”, lacht ze. “Ik heb vorig jaar een cursus ‘speels schrijven’ gedaan en ontdekte daar de haiku’s. Ik ben een grote prater van mezelf en ik vind het mooi dat je in dit kleine gedichtje van slechts zeventien lettergrepen de hele wereld kunt presenteren.” De Japanse dichtvorm bestaat uit drie regels van eerst vijf lettergrepen, vervolgens zeven en dan weer vijf. “Al bladerend door oude notitieboekjes ontdekte ik dat ik dit eigenlijk al langer deed.”


Toen kunstenares Trije Fleer-Niks een haiku wilde ‘lenen’ om een schilderij bij te maken, kwam het balletje voor een grotere expositie aan het rollen. “Ik kan het verbinden niet laten, ook niet in deze tijd”, vertelt Eeken-Hermans. Al snel had ze een club van 24 kunstenaars uit het Westerkwartier gevormd die allemaal graag mee wilden werken. “Juist de kunstenaars hebben het zwaar gehad de afgelopen periode. Ze zien al hun inkomsten opdrogen. Cursussen geven of exposeren, voor de klas staan; het kan allemaal niet meer. Het leek me mooi ze te kunnen helpen op deze manier. En”, vervolgt ze, “ik schrok ervan dat velen helemaal geen mensen meer zien. Ze hebben zich echt opgesloten in hun atelier. De eenzaamheid had ook echt toegeslagen onder deze groep.”


Het was best een stap voor Eeken-Hermans om als kunstenaar naar buiten te treden. “Ik heb de haiku’s met een soort van loting verdeeld onder de kunstenaars. Dat was wel even een moment dat ik dus ook echt ‘uit de kast’ kwam als kunstenaar. ‘Oh ja’, dacht ik, ‘ze gaan er nu ook echt iets van vinden’.” De haiku’s heeft Eeken-Hermans allemaal tijdens de lockdown geschreven en zijn heel persoonlijk. “Een favoriet? Ja, die heb ik wel”, vertelt ze. “Die heeft te maken met mijn vader die in een woonzorgcentrum zit. Voor hem is dit een hele lastige periode. Hij weet het allemaal wel en ook weer niet. Alle beperkingen maken hem opstandig. Hij is te goed om weg te zakken in een houding van ‘laat maar’.” Ze zoekt ‘gemis’ erbij. “Was ik maar een shawl. Kroop ik stiekem om je nek. Hele dag bij jou.” Aan Geertje Veenstra de opgave dit te verbeelden in haar kunstwerk.


In een kort tijdsbestek werden alle werken gemaakt. Het levert een gevarieerde expositie op van schilderijen, textielwerken en beelden uit klei en natuurlijke materialen. Ook is er een sieraad van de hand van Geertje Veenstra – bij de eerder genoemde haiku ‘gemis’ - die deze creeërt van oude koffiecups en zal kunstenaar Johan van der Dong een ‘installatie’ exposeren: een combinatie van tekeningen en natuurlijke materialen. Na de opening konden de kunstenaars in groepjes van vier de werken zelf bekijken. Het lijkt niet per se een goed moment om van start te gaan. “Maar wat is wel een goed moment”, verzucht Eeken-Hermans. “We zijn er klaar voor, dus we gaan het doen.” Ze merkte: de lockdown eerder dit jaar maakte haar bozig. “Ineens sta je stil en heb je niks meer, en dan kun je er ook nog niet van genieten. Normaal zou je leuke dingen gaan doen, maar dat kon niet. Je wilt opruimen, maar daarvoor ben je toch nog te druk. Corona houdt ons vast nog wel even in de greep, maar hopelijk niet meer zo heftig. Deze expositie moet vooral laagdrempelig zijn. We willen zoveel mogelijk mensen betrekken en de kans geven te komen kijken. Als we nu de expositie organiseren en er kunnen geen mensen komen kijken, dan hebben we ons doel niet bereikt.”


De expositie bezoeken kan tot 10 januari van volgend jaar van dinsdag t/m zondag van 13.00 tot 17.00 bij Museum Wierdenland. Trija Fleer-Niks, één van de deelnemende kunstenaars, regelde zelfs een container om de expositieruimte hier te vergroten. Een deel van de expositie hangt in Sebaldeburen, in expositieruimte de Aquarel en deze is te bezichtigen op vrijdag en zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur. In de rubriek Kleintje Cultuur deze week ook aandacht voor één van de deelnemende kunstenaars.


|

UIT DE KRANT