Fiona Zondervan: “Mijn fascinatie van de dierenwereld gaat nooit over”

Afbeelding
kleintje cultuur

DEN HORN - “Ik wil gewoon lekker lawaai kunnen maken. Dat kan hier perfect.” Zondervan stapt haar atelier met zicht op de weilanden en velden in Den Horn binnen. “Als ik bezig ben met beitelen, dan heeft niemand er hier last van.” Zondervan is beeldhouwer, en maakt al drie decennia lang beelden van dieren, in zowel steen als brons. “Ik werkte dertig jaar geleden in de kinderopvang, en wilde altijd al beeldhouwen. Toen ik in de dierentuin dieren ging gebruiken als model, veranderde alles. Ik hou wel van een beetje ruigheid en grootheid, een beetje oer. Daarom vind ik vogels ook zo mooi om te maken. Of als ik paarden maak, dan maak ik van die hele sterke, krachtige dieren die wat uitstralen. Mijn beelden hebben dat allemaal, het moet wel een beetje aanwezigheid hebben.”


Zondervan groeide op in Noord-Holland, en kwam dertien jaar geleden naar Groningen toe. “Ik gebruik zowel steen als brons, en het contrast tussen die twee maakt het heel interessant: bij brons ben je iets aan het opbouwen, terwijl je bij steen juist het tegenovergestelde doet: het afbreken. Ik vind het werk heerlijk, maar ik mag van mezelf niet meer zeven dagen werken. Het is ook goed om je hoofd even leeg te maken, dat moet af en toe. Om even helemaal weg te zijn.” Het ontstaan van een beeld is voor Zondervan een heel proces, en dat kan wel even duren. “Dat begint bijvoorbeeld dat ik een verhaal hoor over een oehoe die ergens in Nederland mensen aanvalt die te dicht bij zijn nest komen. Dan een paar maanden later hoor ik weer eens ergens een nieuwsbericht. Vervolgens ga ik dan eens naar een dierentuin om het beest te bekijken, om foto’s te maken, om eens een uil te tekenen. Dat hele proces kan zo maar een jaar duren, en dan heb ik nog geen seconde aan het daadwerkelijk beeld gewerkt. Op een gegeven moment vind ik dan ergens een stuk hout, en denk ik: ‘oh, dat kan ik wel als sokkel gebruiken.’ En dan pas begin ik eens met boetseren, met het maken van het frame, met onderzoek naar het skelet van een uil. Het is een heel uitgebreid proces. Ik moet in mijn hoofd een 3D-beeld van het dier hebben voordat ik er in het echt een 3D beeld van kan maken.”


Dat ze nu al dertig jaar lang beelden van dieren maakt, lijkt niet heel toevallig. Ze groeide op in een huis waar altijd dieren waren. “We hadden altijd dieren thuis, we hadden een bergeend, een geit, konijnen, vogels, een rat. Ook mijn grootouders hadden varkens en paarden. Kennelijk komt dat later weer boven. Dieren zijn zo bijzonder, als je goed naar dieren kijkt, leer je ook heel veel over mensen. De dierenwereld is fascinerend, en die fascinatie gaat nooit over.” Hoewel ze tekenen en schilderen altijd al interessant vond, had ze al die tijd het idee dat er wat miste. “Toen ik beeldhouwen ontdekte, dacht ik: dit is nog veel leuker. In 3D werken, met steen, koper, en was, daar zat het voor me. Tekenen blijft heel erg belangrijk, je moet in feite alles van het beest dat je maakt weten: de anatomie, hoe hij beweegt, hoe zijn skelet in elkaar zit, wat zijn karakter is. Door te tekenen, leer je kijken. En dat is het allerbelangrijkst.


Er zit wel progressie in het werk van de beeldhouwster. “Ik vind het erg belangrijk om constant te groeien, ik wil niet in herhaling vallen. Daarom is het goed om jezelf te blijven uitdagen, en dingen probeert die je nog niet eerder gedaan hebt. Dat lukt niet altijd gelijk. Bijvoorbeeld met de bronzen cheetah die ik maakte. Die had ik in de dierentuin gezien en toen dacht ik: die wil ik maken. Met de eerste versie daarvan was ik een maand lang bezig en maar die leek op de een of andere manier heel plomp. Toen ben ik volledig opnieuw begonnen. Door hard werk krijgt ieder dier dan bestaansrecht.”


“Uiteindelijk gaat het niet alleen om het eindresultaat. Vanzelfsprekend wil ik dat het een mooi stuk wordt, maar het proces van de creatie is net zo belangrijk als het eindresultaat. In mijn werk zoek ik naar suggestie, de dieren die ik maak hebben elk een eigen persoonlijkheid. Het is absoluut geen directe nabootsing van de werkelijkheid. Het moet een beetje spannend zijn, een dier moet een karakter zijn. Dat kun je op allerlei verschillende manieren doen, bijvoorbeeld met de blik die het dier heeft, of de houding die het aanneemt. Ik wil geen dooie dingen maken, ik wil juist het unieke van ieder dier laten zien”


Naast haar eigen werk motiveert ze ook anderen om te beeldhouwen. “In de zomer en de herfstvakantie geef ik cursussen. Dat doe ik nu zo’n vijf jaar. In drie dagen help ik dan mensen de technieken en materialen te begrijpen. Ik vind het heel leuk om wat ik kan door te geven aan anderen.”

UIT DE KRANT