Witte vlekken worden aangepakt
LEEUWARDEN – De provincie Fryslân wil dat alle inwoners uiterlijk in 2020 snel internet in huis hebben. Met een nieuw plan van aanpak wil gedeputeerde Sietske Poepjes (CDA) de zogenaamde ‘witte vlekken’ van de kaart halen. In deze gebieden hebben inwoners nog geen snel internet en dat moet volgens haar snel veranderen.
In de eerste fase van het project moeten de witte vlekken in kaart gebracht worden. “We weten wel dat ze er zijn, maar niet precies waar ze zitten,” zegt Poepjes. “Dat komt omdat providers dat als strategische informatie bestempelen en dus niet vrij willen geven.” Wel heeft ze enig idee waar de vlekken zitten. “We weten het sowieso van de Waddeneilanden, maar er zijn ook veel dorpen waar de internetsnelheid nog niet optimaal is.”
Wat de providers wel willen zeggen is dat het om 33.600 huishoudens gaat. “Het gaat dan naast de Waddeneilanden om dorpen met ongeveer 200 tot 300 inwoners. Wij willen ervoor zorgen dat die dorpen ook snel internet krijgen. Hoe we dat gaan doen, willen we samen met de markt oppakken. Er verandert veel. Nu wordt er bijvoorbeeld gesproken over glasvezel en 4G-internet, maar misschien is dat over een paar jaar alweer ouderwets.”
Dat glasvezel is momenteel alleen te vinden in Dokkum en Leeuwarden. Poepjes: “Kabel Noord heeft het goed geregeld.” De gedeputeerde wil proberen om alle aanbieders mee te krijgen in het nieuwe plan. “We willen dat samen op gaan pakken met gemeenten. Er is bijvoorbeeld al overleg geweest met Achtkarspelen, waar ze op dit moment met een glasvezelproject bezig zijn. De vraag is nu even: wie doet wat?” Zo kan de gedeputeerde zich voorstellen dat gemeenten geen leges gaan vragen voor de aanleg van de bekabeling om zo de kosten te drukken.
In 2020 moeten de plannen af zijn en moet heel Fryslân beschikken over het snelle internet. Hoewel de gedeputeerde dit liever sneller zou willen, verwacht ze niet dat het kan. “Als we een weg aanleggen doen we alles zelf. Bij deze plannen zijn we volledig afhankelijk van de marktpartijen en investeerders.” Op 6 maart aanstaande buigt een Statencommissie zich over de plannen. Twee weken later valt een besluit.