Geen zwart gat voor gepensioneerd boegbeeld Dirk Jan Westerhof

Afbeelding
voorpagina groningen
“Ik zie mijzelf helemaal niet als ambtenaar”
GROOTEGAST – “Ja joh, ik woon bijna naast het gemeentehuis. Ze hebben nog even overwogen om ons huis er bij aan te trekken, maar daar zagen ze toch maar vanaf.” Een telefoongesprek met voorlichter en klachtencoördinator Dirk Jan Westerhof is altijd een hele belevenis. Een goede reden ook om tot aan de jaarwisseling het gemeentehuis van Grootegast eens te bellen. Wie is begonnen aan een slechte dag ziet tijdens een gesprek met de immer vrolijke Dirk Jan de eerste zonnestraaltjes doorbreken. Een bijzondere man. Gepensioneerd ook, sinds de gemeente Grootegast is opgegaan in de gemeente Westerkwartier. Het einde van ‘zijn’ gemeente tekende ook het einde van zijn werkende bestaan. Alhoewel. “Ik heb het nog nooit zo druk gehad”, lacht Dirk Jan, “maar kom langs, dan praten we verder!”
De karakteristieke woning van Dirk Jan en zijn vrouw staat inderdaad in de schaduw van het gemeentehuis, stellen wij na aankomst vast. Binnen is het gezellig en vloeit de koffie rijkelijk. Goede omstandigheden voor een terugblik op –bijna- 50 jaar Dirk Jan Westerhof in de gemeente Grootegast. “Weet je dat ik mijzelf helemaal niet als ambtenaar zie?”, begint hij. “Ik wilde het ook nooit worden. Ik kom uit een nest van 6 broers en een zus. Al mijn broers gingen naar de ambachtsschool en daar wilde ik ook heen. Mijn hele lagere schoolperiode ben ik aan het timmeren en zagen geweest om zo goed mogelijk voor de dag te komen. Daarbij kreeg ik tips van mijn oudere broers die mij leerden hoe je een hamer vast dient te houden.” Zover kwam het echter niet. Toen het laatste leerjaar in het basisonderwijs volbracht was, moest de jonge Dirk Jan zich melden bij zijn vader. “Ik werd naar de Mulo gestuurd”, lacht hij er nu om. “Dat vond ik een drama! Ik zou en moest –net als mijn broers- naar de ambachtsschool. Maar mijn vader was niet te overtuigen en zeker niet gevoelig voor mijn tranen. Het bleef de Mulo.” Het eerste jaar gooide hij er met de pet naar, bekent hij eerlijk. “Ach, en dat is ook geen geheim. Mijn leraren hadden dat door en spraken met mijn ouders die mijn verzet ook doorzagen. Het jaar moest over. Toen heb ik het ook maar opgegeven.” Opgetogen draait Dirk Jan het gesprek naar de huidige tijd. “Ik ga nu doen wat destijds wilde doen, klussen! Mijn lust en mijn leven. En ik heb het druk zeg. Ik klus in de Bundelshop, heb hier nog het nodige verfwerk te doen en ook ga ik elders nog de kwast hanteren. Ik heb geen idee waar dat zogenaamde zwarte gat is waar je na je pensioen in valt, ik zie het niet.”
Messen, pistolen en een dikke Mercedes
Na de Mulo werd Dirk Jan door zijn ouders aan het werk gestuurd. Het solliciteren leidde hem naar Buitenpost waar hij aan de slag ging bij een deurwaarder. Vier jaar lang fietste hij van Grootegast naar de andere kant van de Groninger-Friese grens om zijn werk in Buitenpost te doen. “Ik dacht uiteindelijk gerechtsdeurwaarder te worden”, zegt Dirk Jan. “Maar dat lag vooral aan de dikke Mercedes die de baas reed. Dat wilde ik als jonge gast natuurlijk ook wel. Zover kwam het echter niet…” In zijn vierde jaar vond Dirk Jan zich terug in Harkema waar de deurwaarder beslag legde op een inboedel. “Mijn werk was om alles wat werd meegenomen te noteren. Zijn we daar dus druk bezig krijg ik een tik op de schouders van die Harrekiet; ‘waar ik mee bezig was’. Nou, noteren dus, luidde mijn antwoord. Die beste man loopt naar de keuken, rommelt wat bij de la en komt terug met zo’n mes!” Dirk Jan heeft z’n handen een goede 30 centimeter uit elkaar om de grootte van het mes te duiden. “Ik hoef niemand te vertellen dat ik daar best van schrok. En het werd niet beter toen de deurwaarder een pistool uit z’n jas toverde en schreeuwde dat die man zijn mes maar beter kon wegleggen. Toen wist ik één ding zeker; dit is niet mijn ding.”
Vader Westerhof vroeg links en rechts wat rond, op zoek naar een nieuwe job voor zijn ontevreden zoon en kwam bij de gemeente terecht. “Dat was in 1970”, herinnert Dirk Jan zijn eerste stappen als ambtenaar. “Ik was de enige kandidaat voor een functie waarvan ik niet precies wist wat de bedoeling was. De belangrijkste vraag die ze stelden was of ze een sjekkie mochten draaien.” Dat mocht, dus begon Dirk Jan aan zijn nieuwe uitdaging. “Uitdaging?”, stelt hij retorisch. “Nee, ik had mij toch een spijt van mijn overstap. De werkzaamheden voor de functie waren door de toenmalige werknemers allemaal al verdeeld. Er was helemaal niets te doen! Maandenlang heb ik rondgelopen met het idee ‘ik wil hier weg, en snel!’ Totdat er toch een taak werd gevonden voor de jonge ambtenaar. De leerlingenadministratie moest op orde worden gebracht en dat kon Dirk Jan prima doen, vonden ze op het gemeentehuis. “Een prachtige uitdaging. Ik heb in kaart gebracht hoeveel schoolgaande leerlingen de gemeente Grootegast had en waar zij hun onderwijs genoten.”
‘Wat ben jij een regelneuker’
Daarna was de afdeling Milieu de volgende halte, wat eveneens een schitterende anekdote oplevert. “Van het toenmalige college van b en w moest ik een bedrijf sluiten vanwege de Hinderwet. Ik zal niet zeggen waar, maar het was in Opende. Dus ik daar heen met een document dat ik voor moest lezen. Stonden ze daar met 150 man op mij te wachten en ik was –als afgevaardigde van de gemeente- natuurlijk de gebeten hond. In Opende is gelukkig niets gebeurd, maar later in het gemeentehuis heeft de man om wiens bedrijf het ging mij nog wel bij de nek opgetild. Een angstig moment. Maar aangifte? Nee, als het maar nooit weer zou gebeuren, vertelde ik hem nadat hij weer bij zinnen was. Later heeft hij als amateurschilder nog geëxposeerd in het gemeentehuis en hadden we een prima contact. Geen probleem.” Ook Ruimtelijke Ordening heeft Dirk Jan meegemaakt. “Veel regels”, vat hij zijn werkzaamheden samen. “Ik had daar –voor mijn gevoel- totaal geen bewegingsvrijheid. Alles was al vastgelegd in besluiten en wetten en daar moet je je aan houden. De meeste collega’s deden dat ook braaf. Heel eerlijk, ik heb weleens gedacht over een collega ‘Jee, wat ben jij een regelneuker’.” Toen ze in het jaar 2000 vroegen of misschien voorlichter wilde worden hoefde Dirk Jan Westerhof dan ook niet lang na te denken. “Ik heb wel getwijfeld of ik het kon”, geeft hij toe, “maar omdat ik –mocht ik falen- altijd kon terugkeren in mijn oude functie heb ik het toch met beide handen aangepakt. En daar, beste Grootegasters, heb ik nooit spijt van gehad. Wat een prachtige functie, wat een vrijheid en wat een genot om naar grotendeels eigen inzicht de mooiste gemeente van Nederland te mogen dienen, en haar inwoners natuurlijk, want daar draait het allemaal om.” Het gezicht straalt als we een stortvloed aan verhalen en anekdotes over ons heen gestort krijgen.
Even de ijsberen wegjagen!
“Zo belde er eens een mevrouw van het ministerie. Hartje winter en zei vroeg mij waar Grootegast lag. In het hoge noorden dus, antwoordde ik. Oh, zei ze, is het daar dan ook kouder dan hier in het westen? Wacht even, zei ik tegen haar en deed het raam op. ‘Weg! Weg!’, schreeuwde ik naar buiten, waarop zei vraagt wat er aan hand is. Och niets, zei ik, even de ijsberen wegjagen.” Dirk Jan is op dreef in de winter, want ook een inwoonster van Lutjegast kreeg te maken met komische noten van de voorlichter/klachtencoördinator. “Belt er op een witte ochtend een vrouw met de klacht dat er nog sneeuw ligt in Lutjegast. Waarom de gemeente daar nog niets aan had gedaan. Wel, het juiste antwoord was natuurlijk dat wij daar druk mee bezig waren en gewoonweg nog niet in en door Lutjegast waren geweest. Wat ik haar vertelde is dat ze maar terug moest bellen als het er in juni nog lag.” Als mooiste aan zijn functie noemt Dirk Jan de jaarlijkse lintjesregen. “De reacties van die mensen zodra ze beseffen dat ze een Koninklijke Onderscheiding krijgen… Van lachen tot huilen. Die emotie. Ik heb het altijd prachtig gevonden om daar bij te mogen zijn.”
Het is tijdens de vakantie in het najaar van 2018 als het besef komt dat het einde echt in zicht is. “Ik realiseerde mij dat ik niet per se meer in september weg hoefde. Dat het ook in december, maart of juli kon. Echt zo’n moment waarop ik dacht; man, wat komt er een grote bak vrije tijd op mij af! Heerlijk! Mijn vrouw staat op markten en daar kunnen we nu meer mee doen. En ik doe tegenwoordig dus wat ik als jong ventje graag wilde doen. Klussen. Echt, ik geniet met volle teugen en ben zeker niet bang dat zwarte gat snel tegen te komen.” Ook het slotakkoord is voor de van zijn pensioen genietende Dirk Jan Westerhof. “Laat ik hier zeggen dat Grootegast een fantastische gemeente is, of eigenlijk: is geweest. Ik heb gewerkt in een schitterend team waar een goede sfeer heerste. Ik heb ontzettend veel lol en plezier gehad in mijn werk en de gemeente heeft mij altijd bijzonder goed behandeld. Ik ben ‘mijn’ Grootegast veel dank verschuldigd.”

UIT DE KRANT