Goede bedoelingen, weinig zekerheid voor Westerkwartierder boeren

Afbeelding
voorpagina groningen

Gemeenteraad gaat ‘het goede gesprek’ aan


ZUIDHORN – ‘Het is een juridisch probleem, geen boerenprobleem.’ Aldus akkerbouwer Koos Bos uit Saaksum. Op donderdag 3 november kwamen boeren uit de gemeente Westerkwartier bijeen voor ‘het goede gesprek’ met de gemeenteraad. De bijeenkomst was bedoeld om de vertrouwensband tussen de agrarische sector en de raad te onderhouden. Hoewel er een gezonde dialoog werd gevoerd zijn er nog weinig concrete stappen gezet om gezamenlijk een vuist te maken tegen het overheidsbeleid, dat door sommigen wordt ervaren als verstikkend.


De avond begon met goede intenties vanuit alle aanwezige partijen. Omdat veel raadsleden direct of indirect verbonden zijn aan de agrarische sector was er veel welwillendheid om de banden sterk te houden. Eerder dit jaar nam de gemeente Westerkwartier al een motie aan voor onvoorwaardelijke steun aan de sector. Twee jonge boeren kwamen als eerste aan het woord. Boer Mark Groeneveld uit Niezijl schetste een nog altijd levendige strijd tussen de boeren en de vele stikstofdossiers. De ministers geven volgens hem te vaak natuurorganisaties voorrang boven de levensvatbaarheid van het boerenbedrijf. Groeneveld benadrukte dat ‘We niet in staat zijn om nog strengere natuurnormen te halen’. Hij miste een realistische benadering vanuit de overheid en riep de raad op om gezond boerenverstand de boventoon te laten voeren.


De Zuidhornster boerin Rianne van der Helm kon de boodschap van haar collega alleen maar onderstrepen. Zij benadrukte vooral de verstikkende samenwerking met de banken: ‘Als jonge ondernemer wil je vooruit maar de banken vormen hierbij een te groot obstakel’. Ook wees ze op de oneerlijke behandeling van de boeren. Het beruchte rapport van politicus Johan Remkes bood de sector erkenning maar riep ook veel vragen op. Van der Helm vindt het moeilijk om zich bij het oordeel van dit rapport neer te leggen zolang de industrie, de luchtvaart en de bevolkingsgroei buiten beschouwing blijven.


Na deze openingsredes kon de dialoog beginnen. Boeren vanuit de melkveehouderij, de varkenshouderij en de akkerbouw konden ieder hun zegje doen. Een zeer spraakmakend verhaal was de ervaring van Jasper en Wilma Giessen uit Ezinge. Deze melkveehouders hebben zich ruim 20 jaar ingezet voor het weidevogelbeheer in de gemeente. Al sinds 2011 investeert het paar in stallen die het dierenwelzijn moeten verhogen. Toen een gedeelte van hun gebied werd aangewezen als Natura-2000 gebied ontstonden er grote problemen met het verkrijgen van financiering bij de banken: ‘We hebben het stikstofkaartje met 95% stikstofreductie als donderslag binnen kunnen voelen. Met als direct gevolg dat banken niet meer willen investeren.’ Hun verhaal biedt een kijkje in de tegenstrijdige juridische procedures die voor veel agrarische ondernemers het einde kunnen betekenen.


Het verhaal van de familie Giessen bleek overeen te komen met de ervaringen van andere boeren die ook aan weidevogelbeheer doen. Het Grijpskerker raadslid Klaas Wybo van der Hoek van GroenLinks was bereid om de klachten van de boeren serieus te nemen. Hij pleitte voor een eensgezind optreden van de agrarische sector tegen inconsistent overheidsbeleid. Ook durfde hij te erkennen dat het aanwijzen van de natuurgebieden botst met de belangen van de landbouw. Samen met andere leden van de raad willen zij zich hard maken voor het omkeren van het bestemmingsplan rondom weidevogels.


Biologisch melkveehouder Arjen Boer uit Enumatil deelde zijn ervaringen met Staatsbosbeheer. Met meer dan 40 jaar ervaring heeft hij er alles aan gedaan om zijn bedrijf zo duurzaam mogelijk te maken. Van mest op waterbasis tot het voldoen aan steeds hogere eisen voor ammoniakuitstoot. Toch werden al zijn aanpassingen telkens ongedaan gemaakt. Zijn oproep aan ChristenUnie-gedeputeerde Johan Hamster is helder: Maak duidelijk hoeveel ammoniak er mag worden uitgestoten en houd er rekening mee dat biologische boeren ook mogelijkheden tot schaalvergroting moeten hebben. 


Andere sectoren?


De zaal vroeg zich af waar de initiatieven voor duurzaam en natuur-inclusief beleid stranden. Duurzame stallen worden opgebouwd, om vervolgens weer gesloopt te worden. Bij veel boerenbedrijven ontbreekt het ook aan perspectief om uit te breiden in andere sectoren. Een groot gedeeld sentiment onder de agrariërs is dat de gemeente deze uitbreiding zou kunnen faciliteren door meer grip te krijgen op de ruimtelijke ordening. Door duidelijk in kaart te krijgen welke bedrijven op de korte termijn willen stoppen en welke bedrijven door willen kan de sector veel beter inspelen op het wispelturige overheidsbeleid.


Varkensboer Edwin Elshof uit Marum was één van de jongere boeren die aanwezig waren. Hij vroeg de raad hoe zijn generatie een beter perspectief voor de toekomst kan krijgen: ‘Jonge ondernemers verdienen meer perspectief vanuit de raad. Wat nou als ze willen uitbreiden in de recreatiesector? De overheid moet het gemakkelijker maken om naar een andere bedrijfstak over te stappen.’ Veel boeren proberen hun bedrijf te diversifiëren om hun risico’s zoveel mogelijk te spreiden. Denk hierbij aan boerencampings, vakantieparken, zorgboerderijen of zonneparken. Maar ook hier lopen boeren tegen obstakels aan. Zo zou het stroomnet niet altijd geschikt zijn om grote hoeveelheden zonne-energie op te slaan.


Werkgroep


Na de verhalen te hebben aangehoord kwam raadslid Van der Hoek met het voorstel om een werkgroep te vormen die alle struikelblokken gezamenlijk in kaart kan brengen. Zo kunnen de getroffen agrariërs elkaar vasthouden en ondersteunen met bevindingen uit gemeentes waar het nog veel slechter gaat, zoals het Gelderse Ede. De politieke druk maakt dat er vaart moet komen bij de formatie van zo’n werkgroep. Sommige boeren plaatsten nog wel vraagtekens bij de concrete uitvoering. Zo zouden de ambities van megabedrijven kunnen botsen met die van biologisch-dynamische ondernemers. Toch was het gros van de aanwezigen eensgestemd over de noodzaak voor een gezamenlijk platform waarin zij hun kennis en kunde onderling kunnen uitwisselen. 


Het voorstel voor een werkgroep was het enige concrete resultaat van het ‘goede gesprek’. Dhr. Boer reageerde na afloop: ‘Ik miste een beetje het persoonlijke verhaal. De protesten van de afgelopen jaren hebben laten zien dat de emotie bij veel boeren erg hoog zit. Tijdens het gesprek was er eigenlijk geen ruimte voor de impact die de stikstofregels hebben gehad op het persoonlijke welzijn van de boeren. De avond neigde hierdoor een beetje naar belangenbehartiging van verschillende sectoren.’

UIT DE KRANT