Gratis camping voor minderbedeelden

Afbeelding
voorpagina foto

PEEBOS - “Dat ruikt toch naar vakantie,” zegt Appie Wijma als hij een van de tenten op zijn minicamping in Peebos openritst en binnenloopt. “Dat stel ik me dan tenminste voor.” Er wordt nog hard geklust in op het terrein van vasteplantenkweker Appie Wijma. Van het toiletgebouwtje tot de ruimte die als kas gebruikt werd en waar nu tussen de planten een woonkamertje en een keukentje gebouwd worden. “De keuken en de gemeenschappelijke ruimte worden er vandaag ingezet, dus dat is in principe later klaar. Daarnaast zijn een paar anderen heel hard bezig met de douches en wc’s te betegelen, dat moet ook nog voor zaterdag af. Maar dat komt wel goed hoor,” zegt Wijma met een gulle lach. “Daar maak ik me helemaal geen zorgen om.”


Zaterdag 20 juli opent hij zijn camping in Peebos. Het is niet zo maar een camping, want met de opening van de camping opent Wijma ook zijn armen voor de minderbedeelden van de samenleving. De camping is namelijk bedoeld voor mensen die zelf niet het geld hebben om op vakantie te gaan. “All-in,” vertelt Wijma trots. “Mensen die een eigen vakantie niet kunnen betalen, die kunnen hier op de camping komen staan. Met alles erop en eraan. Een week lang krijgen ze een ruime tent met luchtbedden en slaapzakken en dergelijke tot hun beschikking, en eten zit er ook gewoon bij.” Een vrijwilliger is in de keuken aan het verven, er wordt nog hard gewerkt, maar de banken staan er en de boekenkasten zijn volledig ingericht. Even verderop staan drie tafels met zo’n twintig stoelen. “Het is wel de bedoeling dat we straks met elkaar gaan eten, dat is wel zo gezellig. Je staat versteld van hoeveel mensen mee willen helpen. Dan krijg ik weer tien rollades van die persoon, dan van iemand anders weer wat schnitzels, of brood, of hamburgers. Je kunt het zo gek niet verzinnen.”


Camping voor iedereen


Zelf is de 54-jarige Wijma nog nooit op vakantie gegaan. “Daar heb ik nooit tijd voor gehad. Ik begon op mijn zestiende voor mezelf met vaste planten kweken, en de planten moeten toch elke dag water hebben.” Op een veldje op het terrein van Wijma staan naast wat speeltoestellen zes tenten opgezet. “Deze komen van de vakantiebank, die hebben zij geleverd. En deze andere komt van iemand, die heeft hij gister gewoon gebracht en zelf opgezet. Het is dan toevallig mijn grond waar de tenten op staan, maar de camping is voor ons allemaal. Zo zie ik dat.” Zaterdag is komen de eerste gasten. “Ik heb altijd gezegd dat wanneer ik vijftig ben, ik ontwikkelingswerk zou gaan doen. Nou, ik ben nu 54, en naar Afrika, daar hoef ik niet meer naar toe. Want ook in Nederland zijn er mensen die hulp nodig hebben. Er zijn genoeg mensen die gewoon het geld niet hebben om op vakantie te gaan. Als er dan op basisscholen gevraagd wordt waar de kinderen heen gaan, dan kunnen sommige kinderen daar geen antwoord op geven omdat zij niet op vakantie gaan. Dat breekt mijn hart. En gelukkig kan ik met mijn netwerk dat ik heb, wat voor die mensen doen.”


Boekingen heeft hij al heel veel, sinds hij zaterdag met het nieuws naar buiten kwam dat hij de camping opzette. “Ze bellen uit het hele land, Limburg, Rotterdam, Deventer, Arnhem. En de telefoon staat de hele dag roodgloeiend.” De gasten hoeven zich niet te vervelen wanneer ze naar Peebos komen. Zo zijn er mensen in de buurt die alpaca’s houden, daar kunnen de gasten gratis naartoe, maar zijn er ook toegangskaarten voor het Ot en Sien-museum geregeld. “Het enige dat we eigenlijk echt nodig hebben op dit moment, is een paar goede fietsen. Want ze kunnen hier gratis komen, maar om een beetje mobiel te zijn, hebben ze wel een fiets nodig. En dan wel een goede fiets, want ik wil wel dat ze veilig terugkomen ’s avonds. En ik zou heel graag een betonnen tafeltennistafel voor de mensen regelen, dat zou ook fantastisch zijn voor de kinderen. Dan kunnen ze ’s avonds een potje tafeltennissen met elkaar. Dat hoort toch een beetje bij een camping.” Zijn telefoon gaat weer. “Even wachten hoor, over drie kwartier heb ik alle tijd voor je. Sorry hoor, het is zo druk met alle media aandacht, dit was weer een andere krant.” Hoe Wijma het allemaal voor elkaar bokst, daar doet hij zelf wat luchtig over. “Je moet open staan voor anderen, dat is heel belangrijk. Maar je moet ook durven te vragen. Niet voor mezelf hoor,” zegt hij snel. “Voor mezelf vraag ik om helemaal niks. Maar voor anderen, durf ik alles wel te vragen. Ik word hier ontzettend bijgestaan door alle vrijwilligers die me meehelpen. Anders had ik het ook niet kunnen doen. Die helpen bijvoorbeeld ook met mensen van het station halen die geen auto hebben. Dat is geen probleem.”


Hulp uit alle hoeken


Het plan is dat de camping gedurende de zomermaanden open blijft. De schoolvakanties zijn voor gezinnen die kinderen hebben, daarna kan zoals Wijma zegt ‘de grijze golf’ komen. “Het belangrijkste vind ik dat de kinderen een vakantie kunnen hebben, dus tijdens de schoolvakantie krijgen gezinnen met kinderen voorrang. Die kunnen allemaal een week blijven, en daarna komen de volgende mensen weer. Zodra de schoolvakantie over is, kunnen de mensen zonder kinderen komen. Ik wil zo veel mogelijk mensen helpen.”


Op het moment dat Wijma even naar de andere kant van het terrein loopt, wordt hij gestopt door een stel dames met hun kinderen. “Hoi Appie, wij komen vandaag even kort langs hoor. We hebben allemaal spulletjes meegenomen voor je, luchtbedden, knutselspullen, spelletjes, een damesfiets. We dachten: dat kun je vast wel gebruiken.” Het is Margriet Louwes uit Drachten met haar moeder, haar zus, haar kinderen en de kinderen van haar zus. “Toen we van dit initiatief hoorden, hebben we gelijk meegedaan. De hele familie heeft geld gegeven, zelfs de kinderen hebben wat van hun zakgeld gedoneerd, en daar zijn we mee naar de kringloop gegaan om daar van het geld spullen te kopen voor de mensen hier op de camping. Zo hoort het toch, vinden wij. Op die manier hebben andere mensen ook een mooie zomer, en als wij daar een klein beetje aan kunnen bijdragen, dan is dat fijn. Zo moet je toch aan elkaar denken, je weet ook nooit of het je zelf ooit overkomt. En we hebben onze kinderen meegenomen zodat zij ook meekrijgen dat dit soort initiatieven heel belangrijk zijn.” Wijma is maar wat blij met de spullen. “Wat ben je lief!”


Over de redenen waarom Wijma het doet, is hij kort. “Uiteindelijk komt het van boven. Ik ben zelf geen heilig boontje hoor, maar daar komt het uiteindelijk wel vandaag. En ik heb altijd een zwak gehad voor de minderbedeelden, voor mensen die het wat minder hebben. Die moet je steunen,” vindt hij. “Op die manier past iedereen een beetje op elkaar.”

UIT DE KRANT

Lees ook