GroenLinks: “Bescherming tureluur en andere weidevogels”
WESTERKWARTIER – Onlangs is de fractie van GroenLinks Westerkwartier, met inachtneming van de coronamaatregelen, op werkbezoek geweest bij een beheersgebied van het Collectief Groningen West. Het bezoek vond plaats op het bedrijf van familie Posthumus in Zuidhorn. Landbouwers Sierd Posthumus en Berend Steenbergen gaven uitleg over de werkwijze van het Collectief Groningen West. Beiden zitten in het bestuur ervan. In deze vorm is dit Collectief nu zo’n vijf jaar actief. Het Collectief telt meer dan 703 leden en 500 boeren en boerinnen zijn betrokken in het beheer. Het Collectief houdt zich bezig met weidevogel- en houtsingelbeheer. Er zijn zo’n 375 kilometers singels in beheer en meer dan 6600 hectares zijn in weidevogelbeheer.
Er broeden nergens zoveel weidevogels als in Nederland. Meer dan 85 procent van de Europese gruttopopulatie broedt in Nederland. Er is een behoorlijke achteruitgang van de weidevogelpopulatie in Nederland. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw daalt het aantal weidevogels. Voor de Nationale Vogel, de grutto, was 2020 is het slechtste jaar ooit. Minder dan één op de tien kuikens overleefde in dat jaar de nestfase. Andere weidevogels hebben het moeilijk: onder meer de veldleeuwerik, kievit, tureluur, wulp, slobeend en scholekster. De landelijke overheid probeert met de uitvoering van het “Aanvalsplan Grutto” en de nota “Weidse blik op weidevogels” de stand van de weidevogels te verbeteren.
Landbouwers die via een overeenkomst aan weidevogelbeheer doen, krijgen daarvoor een vergoeding van de overheid. Dat systeem werkt goed, aldus Posthumus en Steenbergen. Vooral omdat boeren en boerinnen zelf aan het beheer werken en van elkaar kunnen leren. Het Collectief werkt zeer professioneel. Een ondersteunende organisatie en veldmedewerkers helpen de landbouwbedrijven. Drones bewijzen goede diensten. Een aantal nesten wordt met camera’s gevolgd. Gruttokuikens kregen een zendertje om gevolgd te worden voor onderzoek.
In 2019 was een goed veldmuizenjaar. Daardoor nam het aantal roofdieren eveneens toe, zoals vossen, marterachtigen, buizerds en katten. Die zorgden er ook voor dat de meeste weidevogelkuikens niet groot konden worden. De stand van weidevogels is zeker afhankelijk van goed weidebeheer, maar ook van bescherming tegen een te groot aantal roofdieren. Afrasteringen kunnen roofdieren tegenhouden. In het geval van katten, helpt het binnenhouden van deze dieren in het broedseizoen.
De fractie van GroenLinks is onder de indruk van het werk van Posthumus, Steenbergen en hun Collectief. Ze zijn blij dat de colleges Gedeputeerde Staten Groningen en B&W van Westerkwartier de waarde van het werk van het Collectief inzien. GroenLinks-fractievoorzitter Klaas-Wybo van der Hoek: “Het is goed te horen met hoeveel deskundigheid en passie Posthumus en Steenbergen laten zien hoe goed weidevogelbeheer werkt. Hun inspanningen en dat van het Collectief verdienen blijvende steun en financiering. Het zou goed zijn, als de gemeente verder gaat kijken hoe ze aanvullend op het landelijke “Aanvalsplan Grutto” een gemeentelijk weidevogelbeleid kan opzetten. Daarmee zou de mooie ontwikkeling van het Collectief verder gesteund worden.”
