Grondboring naar mogelijke pingoruïne van tienduizend jaar oud in Opende

Afbeelding
voorpagina groningen

OPENDE – Aanstaande vrijdag 26 november worden er een grondboring uitgevoerd in de Poelbuurt te Opende. De reden is best bijzonder. Het zou namelijk heel goed kunnen dat er zich een zogenoemde pingoruïne bevindt! Deze mogelijke pingoruïne bevindt zich op het perceel van Yvonne Dijkstra. In 2020 heeft zij een woning gekocht in de Poelbuurt in Opende, met daarnaast een hectare grond en een hele grote waterplas. “In de overdrachtspapieren van de woning stond dat de waterplas een dobbe was”, vertelt Dijkstra. “Echter, na enig speurwerk bleek dat het wellicht een pingoruïne kon zijn. Daarom zijn wij op onderzoek uitgegaan en hebben we contact opgenomen met Landschapsbeheer Groningen. Naar alle waarschijnlijkheid krijgen we vrijdag meer duidelijkheid”.

Pingoruïnes zijn (rest)verschijnselen van Pingo’s uit de IJstijd. Pingo’s ontstonden in de IJstijd doordat grondwater langs scheuren en gaten omhoog ging in de bevroren bodem. Het water bevroor en vormde dan een ijslens. Meer water verzamelde zich hier en daardoor werd het groter. Grond werd omhoog geduwd en zo ontstond er een ijsheuvel. Later in de tijd ontdooide dit weer en ontstond er een Pingoruïne. Pingoruïnes zijn dus meer dan tienduizend jaar oud. En als je zoiets in je tuin hebt liggen, wil je dat natuurlijk graag weten. “Daarom zijn wij op onderzoek uitgegaan”, zegt Dijkstra. “Bij de aankoop van onze woning was hier nog geen duidelijkheid over. Veel mensen kennen onze woning als ‘dat huis met die poel’. Er lopen hier bijvoorbeeld ook veel mensen langs met hun hond, maar niemand weet eigenlijk wat die poel precies is”. 

Na enig speurwerk waren er drie mogelijke benamingen voor de waterplas in de Poelbuurt. Zo is er de mogelijkheid dat de waterplas een poel (een omsloten stilstaand en ondiep oppervlaktewater), een dobbe (een natuurlijke of gegraven poel zonder aan- en afvoer van waterlopen) of een Pingoruïne is. Om daar meer duidelijkheid over te krijgen, heeft Dijkstra contact opgenomen met Bart Koops, projectmedewerker bij Landschapsbeheer Groningen. “Hij liet ons weten dat het best moeilijke materie is. Er is écht onderzoek nodig om erachter te komen wat onze waterplas precies is. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door middel van een dieptemeting. Een pingoruïne loopt in het midden altijd naar beneden en is daar minimaal twee en een halve meter diep”. Deze dieptemeting heeft Dijkstra afgelopen zomer zelf uitgevoerd. “Het bleek dat de waterplas absoluut niet diep was. Dat komt waarschijnlijk omdat deze heel veel droog ligt. De waterplas is dichtgegroeid en er groeit veel riet in”.

Naast de fysieke dieptemeting heeft Dijkstra ook digitaal onderzoek gedaan naar ‘haar’ waterplas. Op een digitale afbeelding was de originele vorm van de poel nog goed te zien en daarop was zichtbaar dat de waterplas dan toch een behoorlijke diepte heeft. “De kans dat het daarmee toch een Pingoruïne is, is daarmee opeens veel groter”, legt Dijkstra uit. “Uit onderzoek blijkt dat er in 1962 een weg dwars door de poel is gelegd. Dat kun je ook wel zien bij veel neerslag. Afgelopen winter was er bijvoorbeeld heel veel regen gevallen en dan zie je aan de andere kant van de weg een zelfde soort vorm ontstaan als de poel. Dit verklaart dan ook waarom de waterplas momenteel niet zo diep meer is”.

Het is inmiddels dus zeer aannemelijk dat de waterplas in de Poelbuurt dus inderdaad een Pingoruïne is. De grondboring, die op 26 november plaatsvindt, moet daar definitief uitsluitsel over geven. “Het zou voor ons heel bijzonder zijn, maar het is ook fijn dat we dan eindelijk weten wat we hier in onze tuin hebben liggen”, vertelt Dijkstra. “Maar heel uniek is het niet in deze regio. Er zijn in de noordelijke provincies wel meer Pingoruïnes, maar daar is in het Westerkwartier nog nooit echt onderzoek naar gedaan. Volgens wetenschappers is de kans groot dat deze mogelijke Pingoruïne op een rij ligt van in totaal zeven pingoruïnes”.

Mocht de waterplas inderdaad een Pingoruïne zijn, verandert er voor Dijkstra en haar gezin verder niet veel. “De waterplas wordt verder al niet gebruikt. Dit is namelijk beschermd gebied. We zijn momenteel wel druk bezig om de waterplas schoon te maken. Zo willen we onder andere het riet verwijderen. Als het inderdaad een Pingoruïne blijkt te zijn, willen we ook de mogelijkheden onderzoeken om de waterplas weer in een zo goed mogelijke staat krijgen van een échte Pingoruïne. We kunnen de weg die door de Pingoruïne loopt niet meer verwijderen, maar we kunnen er wel alles aan doen om hem in ere te herstellen”. Naast het herstellen van de Pingoruïne is Dijkstra eveneens van plan om een informatiebord bij de waterplas te plaatsen. “Zo weet iedereen straks eindelijk wat de waterplas precies is”, besluit Dijkstra.

Yvonne Dijkstra heeft op internet een inspiratieblog, waarin ze tevens schrijft over het onderzoek naar de Pingoruïne. Deze blog is te volgen via www.overyvonne.nl

UIT DE KRANT

Lees ook