Het best lopende toneelstuk van Nederland komt ‘gewoon’ uit Grootegast

Afbeelding
kleintje cultuur
Zuidhorner Amateur Toneel speelt ‘Tante Bella’
GROOTEGAST – Stripverhalen tekenen. Zo is het ooit begonnen, vertelt Henk Roede over zijn avonturen als schrijver van toneelstukken. Inmiddels heeft Roede er al een tiental geschreven en niet zonder succes. Zijn uitgever wist hem te melden dat zijn stukken het afgelopen jaar maar liefst 150 keer zijn afgenomen. Een hele prestatie aangezien Nederland ruim 15 honderd toneelverenigingen telt. Tien procent van wat er in Nederland ten tonele wordt gebracht, komt van de hand van Roede. “Vooral ‘De erfenis van tante Bella’ doet het goed”, vertelt hij. En laat dat nu net het stuk zijn dat binnenkort te bewonderen is op de planken in Zuidhorn. Zaal Balk om precies te zijn, waar het Zuidhorner Amateur Toneel (ZAT) er op 8 en 9 maart een Westerkwartiers feestje van maakt met een toneelstuk uit Grootegast.
Stripverhalen dus. “Dat heb ik van jongs af aan gedaan”, vertelt Henk Roede. “En dat is leuk hoor. Maar ook een kunst. Een stripverhaal tekenen kunnen heel veel mensen wel, maar dan moet er nog een goed verhaal bij zodat het ook leuk is om te lezen.” En dat talent heeft Roede. Al is dat natuurlijk nog geen garantie voor een goed toneelstuk. “Toneelvereniging Gastvrij benaderde mij tien jaar geleden met de vraag of ik het toch wilde proberen”, blikt Roede terug. “Toen heb ik speciaal voor Gastvrij het stuk ‘De Beautysalon van tante Bella’ geschreven. Later moest daar een extra rol bijgeschreven worden en ontwikkelde het stuk zich tot ‘De erfenis van tante Bella’. Het afgelopen jaar vond dit stuk vijftig keer de weg naar diverse buurthuizen en podia door heel Nederland. “Het stuk slaat goed aan”, weet Roede. “Net zoals ‘Extra hulp op de eerste hulp’ veel wordt opgevoerd. Dit jaar veertig keer, volgens mijn uitgever.” Momenteel schrijft Henk Roede zo’n twee toneelstukken per jaar, waarvan het merendeel zijn weg naar de verenigingen goed weet te vinden. “Nieuwe stukken hebben altijd even tijd nodig om te landen. Er moet altijd een eerste vereniging zijn die de spits durft af te bijten en op ontdekkingstocht moet. Als het een goed toneelstuk is met een leuk verhaal, dan volgen andere verenigingen het voorbeeld. Pioniers heb je nodig.” Dat voorwerk is bij ‘De Erfenis van tante Bella’ al gebeurd. “Het is een typische klucht”, vertelt Roede over zijn grootste succes. “Het verhaal gaat over twee broers die een beautysalon erven van hun overleden tante Bella. Zij denken daar –na een verbouwing- goed geld aan te kunnen verdienen. Het personeel moet dan nog even doorwerken en dan gaat alles goed komen. Al snel komen ze erachter dat tante Bella geen personeel in dienst had en dat er wel meer vorken anders in de steel zitten dan zij vooraf hadden gedacht.” Het stuk bestaat uit drie bedrijven die elk zo’n 25 minuten duren. “Met pauzes hebben we het over een twee uur durend programma.” Zelf het toneel beklimmen doet hij niet. “Zelfs nog nooit gedaan”, lacht hij. “Waarom het dan toch zo goed loopt? Ik durf daar geen zinnig woord over te zeggen.” Eenmaal aan het schrijven vormt een verhaal zich, stelt hij. “Je hebt een kop (begin) en een staart (einde) nodig. Daartussenin gaat het vaak vanzelf richting een verhaal dat veel mensen blijkbaar leuk vinden. En ik vind het ook speciaal hoor; moet je je indenken dat zoveel mensen maanden bezig zijn met het maken van decorstukken, kostuums en het instuderen van een stuk dat door jou, op je laptopje, is geschreven. Ik vind dat prachtig.” Af en toe komt Roede ook langs te kijken, zegt hij. “Toneel is altijd een mooi avondje uit. Dus als er iets leuks in de buurt wordt opgevoerd, waarom niet? En of ik naar Zuidhorn ga om ZAT te bekijken? Dat zou zomaar eens kunnen. Zuidhorn is natuurlijk naast de deur. Wie weet.”

UIT DE KRANT

Lees ook