“Het kraakt en het beweegt, net als een zeilschip. Dat is een heerlijk gevoel”

Afbeelding
voorpagina groningen

Henk Berends al 45 jaar vrijwillig molenaar Poldermolen De Eendracht


SEBALDEBUREN – Naast de Grootegaster Tocht in Sebaldeburen is al jarenlang Poldermolen De Eendracht in Sebaldeburen gevestigd. De molen is in 1887 gebouwd, nadat een voorganger in 1801 was afgebrand. Sinds 1975 is Henk Berends als molenaar verantwoordelijk voor De Eendracht. Samen met zijn vrouw woont hij in het ‘molenhuisje’ pal naast de molen. “Maar het huis is door de jaren heen wel behoorlijk veranderd hoor”, lacht Berends. “Voorheen was het hier heel primitief, maar inmiddels is het een volwaardig huis”. Vanuit zijn molenhuis(je) in Sebaldeburen vertelt de molenaar enthousiast over zijn werkzaamheden voor de poldermolen. 

Berends groeide op in Hoogkerk en heeft daar een groot deel van zijn leven gewoond. Waar zijn passie voor molens precies vandaan komt, vindt hij moeilijk uit te leggen. “Na de mulo heb ik wat werkzaamheden verricht bij een boer en die woonde bij molen De Zuidwending. Deze molen stond er ontzettend slecht bij en dat vond ik behoorlijk jammer. Daarvoor kwam ik eigenlijk niet of nauwelijks in aanraking met molens. De vraag waar mijn voorliefde voor molens vandaan komt, is tot op heden nog niet beantwoord”. Het zien van de verlaten molen in Groningen was voor Berends echter wel een van de redenen waarom hij in de jaren ’70 begon met de opleiding tot vrijwillig molenaar. Maar daarnaast was er voor hem nog een aanleiding. “In de jaren ’70 was er landelijk wat meer aandacht voor molens, omdat vele molens stil kwamen te staan. Ik las een artikel over een opleiding tot beroepsmolenaar in Aduard en dacht bij mezelf dat dat wel iets voor mij zou zijn. Ik ben daarom niet veel later begonnen aan een opleiding tot vrijwillig molenaar in Vierhuizen. Daar heb ik nooit spijt van gehad”.

In 1974 behaalde Berends zijn diploma voor vrijwillig molenaar en niet veel later kwam hij terecht in Sebaldeburen. “Ik had eerst gesolliciteerd op een functie in Leegkerk, maar daar werd ik niet aangenomen. Vervolgens kwam Poldermolen De Eendracht op mijn pad en die stond op dat moment al vijf jaar stil. De voormalig eigenaar van de poldermolen zou allang blij zijn als de molen überhaupt weer ging draaien. Uiteindelijk ben ik hier in 1975 de molenaar geworden en heb ik in maart van dat jaar de molen voor het eerst weer gangbaar gemaakt”. Naast de molen stond op dat moment ook al een molenhuisje, maar Berends kon daar niet gelijk intrekken. Het huisje was namelijk al verkocht en bovendien was de molen zelf al geautomatiseerd. Er hoefde daarom niet persé meer een molenaar te zijn. “Eerst ging ik altijd op de brommer heen en weer van Hoogkerk naar Sebaldeburen. Het molenhuisje werd in mijn eerste periode nog bewoond door studenten. Na hun studie was het een soort anti-kraakpand, maar bewoners hielden het daar niet lang vol. Je had er namelijk vrij weinig; het was behoorlijk primitief. Zo was er bijvoorbeeld niet eens een toiletspoeling. Kun je je dat nu nog voorstellen?”, aldus Berends.

Nadat de laatste bewoners van het molenhuisje verhuisden, had Berends wel interesse om erin te gaan wonen. “Dat is in juli van 1975 dan ook gebeurd. In de eerste jaren veranderde ik er weinig aan, maar door de jaren heen is het behoorlijk veranderd. Het is nu een stuk groter en moderner dan dat het voorheen was. Dat was ook wel nodig als je zag hoe het er 45 jaar geleden bij lag”. In de eerste jaren in Sebaldeburen woonde Berends alleen, maar toen hij in 1979 is getrouwd, trok zijn vrouw bij hem in. Inmiddels wonen de twee alweer ruim veertig jaar naast de molen. “Het is een prachtige woonomgeving”, legt de molenaar uit. “Het is behoorlijk afgelegen, maar dat vinden we heel fijn. Vooral de zonsondergang is hier fenomenaal. Daar genieten we heel erg van”.

Naast het ‘mooie wonen’ moet de molen natuurlijk nog altijd onderhouden worden. Berends weet als geen ander hoe hij daarmee moet omgaan. “De molen functioneert nog altijd en is goed onderhouden. De molen zelf draait echter niet zo vaak meer, want dat is niet nodig. Ik vind het wel ontzettend mooi om in de molen aan het werk te zijn. Het is een levend instrument; het kraakt en het beweegt, net als een zeilschip. Dat is een heerlijk gevoel’. In 45 jaar tijd is De Eendracht echt een stukje van Berends zelf geworden. Tegenwoordig is het draaien van de molen niet meer noodzakelijk, maar toch haalt hij er nog voldoening uit. “Het pompen van water is bijna niet meer nodig door de droogte, maar we draaien zo nu en dan nog wel voor de show. Het is leuk, maar hiel haal ik wel wat minder plezier uit. Er zijn jaren geweest dat de molen wel vierhonderd uur draaide. Dat is nu niet meer denkbaar”.

De molenaar ziet zichzelf de komende jaren nog niet weggaan, ondanks dat hij er al jarenlang woont. “Ik kan niet in de toekomst kijken, maar zolang mijn vrouw en ik beide in goede gezondheid verkeren, willen we hier zolang mogelijk blijven wonen. We zijn er nog lang niet flauw van”, aldus Berends.

UIT DE KRANT

Lees ook