Het weidevogelbeheer gaat Groninger boeren aan het hart

Afbeelding
facebook

STREEK – Afgelopen weken werden de eerste kievitseieren gevonden in het Westerkwartier en de gemeente Achtkarspelen. Het zoeken naar het eerste kievitsei is een oude traditie en kondigt de lente aan. Niels Saathof is als veldmedewerker betrokken bij Collectief Groningen West. Ook spoort hij als dronepiloot door middel van warmtebeelden reekalfjes op.


De vondst van kievitseieren kondigt niet alleen de lente aan, het betekent ook dat het weidevogelseizoen is begonnen. De kievit is een van die vogels en broedt voornamelijk op het boerenland. Ook reegeiten leggen hun kalveren graag in hoog gras. Maar deze periode valt vaak samen met de tijd waarin boeren hun land maaien. Saathof: ‘Veldwachters, boeren, jagers en vrijwilligers werken nauw samen om de dood van deze dieren te voorkomen. Daarom trekken er vanaf nu tot half juni weidevogelvrijwilligers het land in om samen met boeren de nesten te bezoeken en te beschermen. Ook kunnen boeren de hulp inroepen van een droneteam. Met behulp van warmtebeelden sporen we reekalveren op.’


Kievitseieren


In het Westerkwartier werden er vlakbij Grootegast op 14 maart niet een, maar twee eieren gevonden door René Veenstra. In Achtkarspelen werd het eerste ei op 15 maart gevonden door Jan Nutma uit Nes en Harry Wijbrands in Augustinusga. Veldwachter, jager en natuurfotograaf Niels Saathof was op 14 maart aanwezig bij de vondst van Veenstra. ‘Wanneer een kievit een ei heeft gelegd kun je dat merken aan hun gedrag. Het is moeilijk te beschrijven, je moet het eigenlijk zien en meemaken.’ Kieviten beginnen met het draaien van kuiltjes. Je ze maken meerdere nestkuiltjes in het veld en reageren feller op kraaien. Vaak staat hun partner op de wacht, beide partners broeden de eieren uit. ‘Veel mensen zoeken mee. Collectief Groningen West beschikt over zo’n 150 vrijwilligers die over veertien clustergebieden zijn verdeeld. De vrijwilligers werken vaak samen met een veldbeheerder’, vertelt Saathof. Het merendeel van de eieren wordt vaak gevonden op boerenland, wat als gevolg heeft dat het maaien wordt uitgesteld. Om te voorkomen dat het maaien elk jaar wordt uitgesteld kan er zo een zogeheten ‘kuikenstrook’ worden aangelegd naast het land, waar vogels en reeën veilig kunnen vertoeven. Dit toevluchtoord maakt onderdeel uit van het zogeheten legselbeheer, waarbij er een mozaïek aan verschillende maaihoogtes wordt bewerkstelligd. ‘Het is algemeen bekend dat het aantal weidevogels terugloopt. Juist daarom is het belangrijk om op zowel Europees, landelijk als provinciaal niveau maatregelen te treffen die hen beschermen.’


Samenwerking


Maar hoe kan de burger nu helpen om de weidevogels en andere dieren te beschermen? ‘Door vrijwilliger te worden’, lacht Saathof. ‘Maar ook door tijdens het broedseizoen katten binnenshuis of in de tuin te houden. Het zit nu eenmaal in het instinct van katten om te jagen. Daardoor gaan er vaak onnodig veel vogels en andere dieren dood. Daar help je ons tijdens het broedseizoen enorm mee.’ Boeren kunnen helpen door te bellen met het Collectief of Landschapsbeheer Groningen. En dat doen ze volgens Saathof ook volop. ‘De samenwerking verloopt in de provincie Groningen fantastisch. Het weidevogelbeheer gaat Groningers overduidelijk aan het hart.’


Overigens is Saathof zelf op bijzondere wijze in het veld terecht gekomen. ‘Ik sprak een boer die een reekalfje in de maaier had gehad. Dat ging hem niet in de koude kleren zitten. Ik heb toen als dronepiloot geholpen om te zoeken naar andere kalveren. Zo hebben we een reekalfje in Doezum weten te redden.’ Saathof rondde echter een studie aan de hogere hotelschool af, maar de liefde voor natuur liet hem nooit helemaal los. Na het redden van het kalfje belde Saathof Jaap van Gorkum van het Collectief op. ‘Ik zoek nog een baan, zei ik, niet wetende dat ik korte tijd later met de directeur op kantoor zou zitten.’ Saathof werkt nu een jaar voor Collectief Groningen West, onlangs werd daar nog een jaar aan vastgeknoopt. ‘Er is een goede balans tussen veld- en kantoorwerk. De gesprekken met de mensen vind ik het mooist. Dan zit je bij een boer thuis aan tafel en heb je het over van alles. Je helpt elkaar, het is mensen en dierenwerk. Dat maakt het zo mooi.’

UIT DE KRANT

Lees ook