Historicus Hendrik Oudman over ‘Hoeren, homo’s en heksen’

Afbeelding
voorpagina groningen

ZUIDHORN – Hendrik Oudman uit Zuidhorn duikt regelmatig de geschiedenisboeken in om onderzoek te doen naar verhalen van vroeger, waarbij hij veel aandacht heeft voor de Westerkwartierse geschiedenis. Dit verhaal gaat over mode of beter gezegd een hype, een rage. Kortom iets dat uitvergroot wordt en dan een stille dood sterft. “Zo’n tien jaar geleden was dat vrouwenhandel”, zegt Oudman. “Als wij de media en bestuurders moesten geloven was bijna elke dame van plezier een slachtoffer”.

Om bovengenoemde reden werden volgens de Zuidhorner in Utrecht de seksbootjes, ‘voor elke brave Westerkwartierder en Westerkwartierse een ver van mijn bed show’, gesloten. “Dit ontsierend stukje Vecht kon weer een mooi gebied worden”, vertelt de historicus. “Temeer omdat er een fietspad langs de rivier loopt richting Breukelen. De reconstructie zat al in de bestuurlijke pijplijn. In Alkmaar in wezen het zelfde verhaal. Ook hier had de burgemeester  een probleem met vrouwenhandel. Hij zou het liefst zijn rosse straatje sluiten dat na het bouwen van een parkeergarage een populaire looproute naar het centrum was geworden. De aandacht voor vrouwenhandel is inmiddels geluwd. Het interesseert niemand meer”.

Oudman legt uit dat je omstreeks 1730 in Nederland de homohype had. Ook in de provincie Groningen had je dat en in Niekerk en Faan in het bijzonder. “Dominee Van Byler was hier de voorganger tegen sodomie”, zegt de historicus. “Grietman de rechter, Rudolf de Mepsche de uitvoerder. Het werd een monsterproces. 24 mannen ondergingen een (gruwelijk) verhoor. 22 van hen zouden vervolgens op de gerichtsplaats in Zuidhorn - tussen voormalig zaal Balk en het spoor  - een afschuwelijke dood sterven. Als je dat leest en op je laat inwerken dan word je er beroerd van. Een paar waren al tijdens het verhoor gestorven, onder andere verdachte Jan Pot. De arme man - had zijn naam niet mee – werd verschrikkelijk gepijnigd. Het had op het Scholtenshuis in Groningen (WOII) kunnen zijn gebeurd. De executies waren ook niet zachtzinnig. Eén en twintig veroordeelden werden eerst gewurgd en vervolgens verbrand. Bij drie van hen blakerde men eerst nog het gezicht. En dan was er nog Sicke Arents, gestorven tijdens het verhoor. Werd postuum veroordeeld. Ook hij werd verbrand nadat zijn lijk eerst was opgehangen. Wurgen ging een beetje moeilijk. Daarna werd er pas van hogerhand ingegrepen”.

Inmiddels geen gesodemieter meer. “Van homovervolgingen op grote schaal wordt in later jaren niet meer gerept. De herenliefde zal stilletjes zijn doorgegaan, maar ging het rechter Rudolf de Mepsche echt om homo’s of wilde hij zijn politieke tegenstander Clant van Hankema uit Zuidhorn uitschakelen door diens kompanen in de Ommelander landdag te liquideren? Dat wordt wel gesuggereerd”, aldus Oudman. “Hoe dan ook: De Mepsche kwam er mee weg omdat hij binnen de wet handelde, maar het ging hem niet naar den vleze. Hij zat zijn verdere leven voortdurend in geldnood maar werd na zijn overlijden (1754) ’s avonds in alle staatsie met flambouwen begraven in de Martinikerk in Groningen. De Mepsche heeft geen beste naam, behalve in Niekerk. Daar is de tennisvereniging naar hem vernoemd. Als compensatie heeft men een herencamping. Gelukkig is men niet op de onzalige gedachte gekomen deze de Ds. Van Byler camping te noemen”.

Dan nog wat verder terug. Tussen 1547 en 1562 was er volgens Oudman een andere hype. Heksen, of beter gezegd tovenaressen, werden in golven of golfjes vervolgd. “Zo zijn er een aantal in Vredewold tot pulver verbrand”, zegt de historicus. “In Sebaldeburen ging er ook één in rook op en in het Humsterland eveneens. Overigens mannen werden ook van tovenarij beschuldigd. Het hing van de rechters af hoe ver men ging. Christoffel van Ewsum op Nienoord was een felle heksenjager. Deed hij dat uit overtuiging of speelden er andere belangen?” Het is niet bekend wat er achter die heksenjacht zat. Oudman: “Er werd wel gesuggereerd dat de huurboeren in de ogen van de landeigenaren te rijk werden. Een beetje drastische manier om huurverhogingen door te voeren en bovendien van een dode meier kreeg je geen geld. Of raakte het gewoon in de mode? Tovenarij sprak in die tijd kennelijk tot de verbeelding en als in zo’n sfeer iemand tijdens een ordinaire ruzie werd uitgescholden voor tovenaar of tovenares dan kon dat het begin zijn. Trad je daar niet tegen op dan had je de naam en dat kon tegen je werken. Haat, jaloezie of wrok speelde mogelijkerwijs een rol. Een afwijkende leefstijl kan zich ook gewroken hebben. Een rijke boerin in Zuidhorn zou koeien dood getoverd hebben. De benadeelden bevestigden dat. De afwijkende haarkleur van de dieren duidde daarop. Het kan zijn dat er sprake was ziekte onder het vee. Er waren uiteraard natuurverschijnselen die men niet kon verklaren. Het kan ook zijn dat kleine groepjes aan te experimenteren waren met van alles en nog wat”.

Kortom de oorzaken van de heksenjacht zijn niet duidelijk. Na 1562 werd gaandeweg ketterij (afwijkend geloof) een hot item. “Moraal van het verhaal: maatschappelijke kwesties worden opeens actueel en uitvergroot”, zegt Oudman. “Er ontstaat een soort hetze. Mensen worden gecriminaliseerd. Iedereen kan door iedereen verdacht worden gemaakt. Elk heeft zijn eigen motief. Bestuurders niet uitgezonderd. Zo’n hype bereikt een hoogtepunt. Daarna is de aardigheid er af, maar in de tussentijd is er wel een boel onnodig leed geschied. Er is geen garantie dat dat niet weer gebeurd. Genoeg gedoe in de wereld”.

Oudman sluit lokaal af: “Wat Niekerk betreft: er is op woensdag voor Pasen de traditionele haringuitreiking dank zij Menne Jeltema. Dat hapt lekker weg. Eigenlijk zouden de slachtoffers van De Mepsche op 4 mei moeten worden herdacht. Een krans van het gemeentebestuur. Dat moet te verstouwen zijn. En anders op de executiedag 24 september de vlag halfstok?”

UIT DE KRANT

Lees ook