Jongeren worden steeds eenzamer

|
| Foto: |
Nieuws

‘Niet weten waar het naar toe gaat is het zwaarste dat er is’


ZUIDHORN - De corona-maatregelen gaan ons allemaal niet in de koude kleren zitten. En we worden er misschien ook wel een beetje moe van om erover te praten. Maar waar volwassen de maatregelen nog kunnen relativeren, is het voor jongeren een ander verhaal. Arnold Wienen uit Zuidhorn maakt zich dan ook terecht zorgen over de toenemende eenzaamheid bij jongeren in zijn gemeente.
Arnold is jongerenwerker in de Rank in Zuidhorn, en in de kerkelijke gemeente de Westereen. Wat spreekt hem zo aan in zijn werk? Hij lacht. ‘Ik heb eigenlijk de keus nooit zo gemaakt. Oorspronkelijk was ik muzikant. Ik werkte voor Continentals, waar we muziekprojecten deden met jongeren. In de vakantie studeerden we zang, dans en muziek. Daarna gingen we met de jongeren ‘on tour’ door Europa. Toen dat bedrijf failliet ging zijn we nog een tijdje doorgegaan onder de naam Dimensions, maar omdat het steeds moeilijker werd om vrijwilligers te vinden, besloten we de stekker eruit te trekken.
Ondertussen had ik van iemand uit de kerkgemeente gehoord dat er een vacature was voor een jongerenwerker. Ik hield eerst de boot een beetje af, maar besloot uiteindelijk toch te reageren. Vooral omdat ik het heel fijn vind om met jongeren te werken. Ik kreeg de baan, met de afspraak dat we eerst zouden kijken of het van beide kanten zou bevallen. Want ik had dan wel heel veel ervaring in het werken met deze doelgroep, maar geen diploma’s in die richting. We spraken af een jaar de tijd te nemen. Ik voelde me eigenlijk meteen als een vis in het water en na negen maanden bleek al dat het van beide kanten zo goed beviel, dat mijn contract omgezet werd in een vast contract.’
Wat vindt Arnold zo leuk aan het werken met jongeren? ‘Ten eerste vind ik ze gewoon leuk. En ze hebben veel meer inhoud dan ze aan de buitenkant laten zien. Jongeren moeten aan allerlei normen voldoen, hoe ze zich naar buiten presenteren, bijvoorbeeld. Vaak weten ze niet precies wie ze zelf eigenlijk zijn. Ik vind het interessant en fijn om te ontdekken wie ze zijn en wat hen bezighoudt.’


Grotere generatiekloof door internet
‘Ik heb het gevoel dat er door internet een nog grotere generatiekloof is dan vroeger. Jongeren hebben geen volwassenen meer nodig om iets te vragen. Als ze iets willen weten, dan zoeken ze het op hun mobiel op. En vaak nog een stuk sneller dan we dat zelf kunnen,’ lacht hij. En dan weer serieus: ‘Snapchat en Instagram zijn natuurlijk prachtige media, maar het is niet de ‘echte’ wereld. En ik wil niet als een oude vent klinken, maar ik zou graag willen dat er minder in de digitale wereld geleefd word, en meer in de echte. Want je kunt dan wel dingen op internet opzoeken, maar er is ook nog zoiets als ervaring in het leven. Waar wij vroeger meer in gesprek gingen met ouders of andere volwassenen en meteen nog wat wijze raad mee konden krijgen, heb ik het gevoel dat jongeren momenteel meer afstand tot volwassenen hebben. En door de coronamaatregelen zijn jongeren nog meer op zichzelf teruggeworpen.’
In wat voor opzicht speelt de kerk een grote rol? ‘Veel jongeren interesseren zich niet zozeer voor de kerkdiensten, maar na afloop was er wel sociale interactie. Daarnaast hadden we natuurlijk ook jongerenavonden. Die werden goed bezocht. Die ontmoetingen zijn ook weggevallen. Kijk, er is nu een hoop aandacht voor kerken die wel gewoon doordraaien, maar de meeste kerken houden zich aan de voorschriften. Dus bij ons ligt dat ook gewoon stil. Afgelopen zomer hebben we een paar kampvuuravonden gehouden. De eerste avond kwamen er 30 man op af, de tweede avond al meer dan 50. Op zulke avonden kun je goed met mensen in gesprek gaan en vragen: hoe gaat het nu echt met je? Wat ik schokkend vond dat heel veel jonge mensen aangaven dat ze zich eenzaam voelden. Hoeveel berichtjes ze ook versturen en hoeveel contact ze online ook hebben, het is niet echt contact. Ze kunnen 250 berichtjes per dag versturen en toch is eenzaamheid hun grootste probleem. Zo scheef is het.’
Regelmatig schuiven jongeren aan de lange tafel in de keuken van Arnold aan. Er is plaats voor wel 20 mensen aan de tafel. ‘Zoveel komen er momenteel natuurlijk niet. Soms kletsen we over van alles, soms kijken we een potje voetbal en komt het gesprek op die manier op gang. Voor mij is altijd de vraag ‘hoe gaat het nu met je’ heel belangrijk. Als ze dat niet willen vertellen is dat ook goed. Soms stel ik de vraag via de app. Ik probeer op een rustige manier tijd te investeren, mensen het gevoel te geven dat ze welkom zin, ook bij ons thuis.’

Geen hulpverlener, meer een praatpaal
‘Als ik merk dat er daadwerkelijk iets speelt, zal ik niet schromen om iemand door te verwijzen. Ik ben geen hulpverlener. Dus als ik denk dat een jongere professionele hulp nodig heeft, zal ik dat wel zeggen. En natuurlijk bied ik dan ook aan om te helpen zoeken.
Ik maak me best zorgen. De jongeren waar ik contact mee heb die zie ik. Maar die jongeren die ik niet zie, hoe gaat het daar eigenlijk mee? Ik zit echt op mijn plek in dit werk, de liefde voor jongeren is groter geworden, maar daarmee worden mijn zorgen ook groter.’
Wat komt er vooral naar voren wat betreft jongeren en de coronamaatregelen? ‘Zoals ik al noemde, de eenzaamheid. Maar ook komt er door dit vooral digitale bestaan soms iets anders naar boven, dat anders nooit was opgevallen. Zo was er een meisje dat in een appgroep met een paar vriendinnen zat. Die vriendinnen spraken regelmatig met elkaar af in kleine groepjes met zijn tweeën. Op een gegeven moment kwam ze erachter dat al die afspraken zonder haar waren. Ze werd dus nooit uitgenodigd en viel buiten de boot. Dat zou anders nooit zo opgevallen zijn. Ik ben met haar in gesprek gegaan, het was erg pittig voor haar en gaf meteen een groot gevoel van onzekerheid. En dat raakt mij ook.’


Merkt hij ook problemen op het gebied van studie? ‘Oh ja. Er zijn veel jongeren die twijfelen over hun studie, tegen een achterstand aanlopen en dan maar stoppen. Een van die jongens keek ontzettend uit naar zijn studie, naar dit nieuwe deel van zijn leven. Inmiddels is hij al een tijd bezig en kent hij nu drie mensen van zijn studie. Het is volledig anders dan hij het zich had voorgesteld. Hij doet het overigens heel goed hoor, maar de teleurstelling is er zeker. Het leven dat hij voor zich zag is er niet en het is maar de vraag of dat nog weer op die manier terugkomt. Kijk, er is een algehele teleurstelling; jongeren dachten dat ze hun leven terug zouden krijgen door de vaccinaties. Er kwam een vaccin en wie waren er als laatste aan de beurt? De jongeren. En dat is logisch, maar wel weer een teleurstelling. Ik hoop dat ze het straks niet allemaal gaan inhalen en daar dan in doorslaan.’
Is er veel depressie onder ‘zijn’ jongeren? ‘Dat zie ik niet echt. Wel frustratie en boosheid. Maar soms is er ook een ander verhaal. Iemand die heel blij is met hoe het nu gaat. Hij is blij dat hij zijn eigen tempo kan bepalen, dat hij soms lessen in zijn eigen tijd kan volgen en op deze manier prima bijblijft. Grote groepen vindt hij niet zo fijn, dus van hem mag het zo blijven. Een meisje beschreef het laatst heel goed. Ze zei dat ze naar een aflevering van Kamp Van Koningsbrugge had gekeken. Daarin moesten de kandidaten lopen, zonder dat ze wisten hoe lang ze zouden moeten lopen, hoe ver en wat ze onderweg tegen zouden komen. Een van de begeleiders in het programma vertelde toen dat dat het zwaarste is wat er is, de eindeloosheid, dat je niet weet waar je naar toe gaat. Zo voelt dat meisje zich nu ook, ze heeft geen idee hoe lang dit duurt en waar het heen gaat. En ik denk dat veel jongeren zich zo voelen.’


|

UIT DE KRANT