Jubileum

minikul

Dat we in een jubileumperiode leven, hebben we – zeker voetballiefhebbers – de afgelopen weken kunnen zien. Voorafgaand aan elke wedstrijd in het Betaald Voetbal schoven twee oude mannetjes, voetbalvedetten uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw, op de middenstip elkaar heel voorzichtigjes de bal toe. Waarna de ‘echte’ wedstrijd kon beginnen. Hoera, ’t was feest, want het betaalde voetbal bestond zestig jaar. Maar de daarop volgende jaren zestig in de 20-ste eeuw waren op veel meer punten een doorbraak. Onze hele tot dan uiterst conservatieve samenleving werd zo’n beetje overhoop gehaald. De hippie stond op, er kwamen gastarbeiders het land en vaak ook onze vrouwen veroveren, het feminisme brandde los. Priesters gingen trouwen, de pil zorgde voor een seksuele doorbraak. Er volgde een ware loonexplosie waardoor de tv, zwart-wit uiteraard, in de huiskamer gemeengoed werd. Steeds meer arbeidersgezinnen konden zich een autootje permitteren. En niet te vergeten: de vrije zaterdag werd geboren. Allemaal een halve eeuw geleden. Die vrije zaterdag, dat was me wat. Tot dan werkte je zes – nou ja: vijfenhalf soms – dagen per week. De zaterdagochtend ging je nog naar het werk of naar school, maar vanaf één uur ’s middags was je h-e-l-e-m-a-a-l vrij. Als de baas tenminste niet op de valreep nog een klusje voor je verzon. Zo moest ik als jongste bediende die nu ongetwijfeld junior accountmanager zou heten, voordat ik naar huis kon gaan nog een aantal rekeningen bij klanten bezorgen.’Het ligt toch bijna op je route,’zei de baas dan, doortrapt een postzegel uitsparend. Maar daarna had je toch vrij. Aan die héle vrije zaterdag ging nog behoorlijk wat discussie vooraf. Zouden de mensen die tijd wel nuttig besteden?, vroegen ‘bezorgde’ werkgevers en even ‘bezorgde’ politici zich al dan niet serieus af. Moeders werden vooraf gewaarschuwd: ‘Heeft u er wel eens aan gedacht, mevrouw, dat u binnenkort uw man en misschien ook uw werkende en schoolgaande kinderen over de vloer heeft? Vindt u dat prettig?’ Ook dominees en pastoors waarschuwden dat hun schaapjes zich goed in de relatie werk-vrije tijd moesten verdiepen. Maar anderzijds predikten ze: ‘Er is dan gelukkig ook meer tijd voor onderling contact, waardoor het gezin zijn oerfunctie weer goed kan vervullen. In hun vrije tijd kunnen de gezinsleden meer met elkaar doen.’

Misschien dat we daar na zestig jaar nog eens goed over kunnen nadenken. Maar die oude mannetjes op de middenstip waren voor mij vertederend.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT

Lees ook