Kabouterwinterpad

Afbeelding
ongenode gast

Wat:                Kabouterwinterpad


Waar:              Kunumerkooi


Wanneer:        Donderdag 3 februari


De ongenode gast mocht deze keer met de kleuters van CBS Rehoboth uit Oldekerk mee naar het winterkabouterpad in de Kuzumerkooi. Omdat ze stiekem nog steeds hoopt dat kabouters haar huishouden gaan doen, stemt ze enthousiast in. Misschien is er eentje te vangen! Een winterkabouterpad, in combinatie met veel regenval en winter, dat betekent over het algemeen dat de stilettohakken wel thuis kunnen blijven. Speciaal voor zulke gelegenheden heeft de ongenode gast laarzen in de kast staan, die ze dan ook aantrekt. De linker aan de rechtervoet en de rechter aan de linkervoet. Om niet te veel op te vallen tussen de kleuters.
Bij de parkeerplaats aangekomen heeft zich al een groepje mensen gevormd, ouders en leerkrachten. ‘De kinderen komen zo met de leerkrachten,’ vertelt Theresia Jager, initiatiefnemer voor het winterkabouterpad. ‘Wat er allemaal te doen is? Opdrachtjes waarbij ze ook nog dingen leren, er staan kabouterhuisjes verstopt en ze mogen een kabouterhuisje maken met materiaal dat ze in het bos vinden, er is koekhappen, dat we koppelen aan vogels voeren in de winter en nog veel meer.’


Ondertussen komen de kleuters aangelopen, samen met hun leerkrachten. Er worden groepjes gemaakt en ze worden op pad gestuurd. Marcella Mostert is, naar eigen zeggen, de wc-juf. ‘Nou ja, ik loop dit jaar stage op de Rehoboth, op maandag en dinsdag. Ik volg de opleiding tot onderwijsassistent. Maar natuurlijk wilde ik vandaag ook graag helpen.’ Ze kijkt een beetje spijtig naar haar tamelijk nette schoenen en broek, die na een paar stappen al onder de modder zitten. ‘Ik had even niet bedacht dat het modderig zou zijn. Maar goed, een beetje water doet straks wonderen. Of Rehoboth een leuke school is? Echt wel. Het is een hartstikke gezellige dorpsschool.’

Er luidt een bel, dat is het startsein voor de groepjes om op pad te gaan en hierna het startsein om naar de volgende opdracht te gaan. Een groepje kinderen heeft een kabouterhuisje gevonden en ze zitten er op de hurken bij. De juf vertelt dat een kabouter het ook koud kan hebben. En ze vraagt hoe hij het warmer zou kunnen krijgen. ‘Met de verwarming,’ zegt Storm, ‘Wij hebben een groene verwarming.’ De juf vraagt wat dat voor verwarming is, een groene verwarming. Storm denkt even na. Dan weet hij het: ‘Een hele warme verwarming!’

Een andere opdracht gaat over de winterslaap. Er zijn kaartjes gemaakt met dieren erop die allemaal een winterslaap doen. De kinderen mogen vertellen of een beer een lange of een korte winterslaap doet. ‘Een lange!’ roept de ongenode gast. Fout, een beer doet een korte winterslaap. Een wintertukje, dus eigenlijk. De beer valt dus af voor een eventuele reïncarnatie.
Vader Dirk Reitsma is mee als hulpkabouter. Zijn zoon Jurre heeft een bouwwerk gemaakt. Hij legt uit: ‘Hier zit een veer. Als een kabouter daar tegenaan duwt, dan kan de andere kabouter hem masseren.’ Het gezin loopt het pad door de Kuzumerkooi regelmatig. ‘De afgelopen tijd komen we hier vaak. Het is voor de kinderen een leuk uitje en het is in de buurt.’


Dan is het tijd voor chocolademelk. Conciërges Jelke en Johan staan klaar met bekertjes chocolademelk. Johan vertelt: ‘Ik ben vrijwillige conciërge. Ik ben afgekeurd en ben nog veel te jong om thuis te zitten Netflixen. Dat heb je na een dag gezien. Mijn lijf doet het niet altijd goed. Ik heb twee kunstheupen en zware diabetes. Maar ik doe wat ik kan doen en werk zo’n 12 uur per week op deze school. Daarvoor heb ik ook al 10 jaar gewerkt als broodschoolvader.’
Jelke vult aan: ‘Hij is robocop, met die kunstheupen! Zelf werk ik hier nog maar net als conciërge.  Ik vind het heel leuk om met kinderen om te gaan. Ik ben ook Zwarte Piet en de Kerstman en ik werk mee aan het jeugdtoneel.’ Er komt een groepje kinderen aan. Noud pakt een bekertje chocolademelk. Is het niet te heet? Hij drinkt en zegt bedachtzaam: ‘Het is een beetje warm en een beetje koud. Ik vind het lekker. Net als pannenkoeken en patatjes.’ En dan drinkt hij zijn bekertje leeg.
Op de terugweg naar de parkeerplaats loopt de ongenode gast nog langs het koekhappen. Moeder Nynke vertelt over voer voor de vogeltjes in de winter. ‘Vogels eten besjes en zaadjes. Waarom zijn er nu geen besjes?’ Een meisje weet het. ‘Omdat het zomer is!’ Er ontstaat een discussie over welk seizoen het nu is. Dan wordt er beslist dat het winter is. En mogen de kinderen, net als de vogeltjes, van een touwtje eten. Er wordt gretig gebruik van gemaakt.

UIT DE KRANT