“Kinderopvang is geen noodzakelijk kwaad, maar voegt werkelijk iets toe”

|
| Foto: |
geen categorie

REGIO – De kinderopvang is regelmatig in het nieuws. Berichten in de media doen vermoeden dat het roerige tijden zijn in deze branche. Terugblikkend met Cathy Boltje, directeur/bestuurder van kinderopvangorganisatie SKSG, en Dieny van der Velde, facilitair manager SKSG, lijkt het allemaal wel wat mee te vallen. Sterker nog, Cathy trekt zonder moeite de vergelijking met maar liefst 112 jaar geleden. “Een mooie moderne organisatie met sterke pijlers in het verleden”, zo benoemt ze SKSG.

Vijf jaar geleden sprak de Streekkrant met Ria Deiman. Zij was toen de directeur/bestuurder van kinderopvangorganisaties Stichting Kindercentrum Grootegast (SKG) en Stichting Kindercentrum Zuidhorn (SKZ), welke al snel na dat interview zouden fuseren tot Het KinderKwartier. Ze werd omschreven als een vrouw met een volle agenda, maar ook een enorme energie om de zaken op te pakken; woorden die ook op de dames Boltje en Van der Velde lijken te slaan. En werd er vijf jaar geleden gesproken over een win-win situatie voor SKG en SKZ, zo benoemdt ook Boltje het fuseren van Het KinderKwartier met SKSG dit jaar. Is er dan niks veranderd?

Booming business, zo kon de kinderopvang niet zo lang geleden wel getypeerd worden. “Tja, het zijn nog altijd wel bergen”, vertelt Boltje, “maar ze zijn niet meer van goud.” “Het is gestabiliseerd”, voegt Van der Velde toe. Boltje was voor de fusie werkzaam als directeurbestuurder van SKSG, Van der Velde was hoofd facilitaire zaken voor Het KinderKwartier, beiden waren nauw betrokken bij het fusietraject. Was deze fusie noodzakelijk om te overleven? “Dat weet ik niet”, zegt Boltje. “Ik denk dat het heel natuurlijk is gegaan en voornamelijk wenselijk was om effectiever te kunnen werken en zo blijvend maatschappelijke kinderopvang aan te bieden in Grootegast en Zuidhorn.”

De organisaties vonden elkaar in het beleid wat ze voorstaan. “Kinderopvang is geen noodzakelijk kwaad, maar voegt daadwerkelijk iets toe”, vertelt Van der Velde. “De eerste vier levensjaren van je leven zijn heel wezenlijk. Dat is de basis waarop je je verdere school- en levenscarrière zet. Die insteek hebben we beide”, verduidelijkt Boltje. “Het mooiste dat je kan worden is jezelf; niet voor niets heet ons pedagogisch plan zo.” Iets wat perfect aansluit op het motto wat Het KinderKwartier altijd nastreefde: ‘je bent wie je bent, met je eigen talent’.

Kinderopvang is geen ‘business’ voor deze organisatie, benadrukken beide dames. “Je ziet dat veel nieuwe kinderdagverblijven ontstaan uit het oogpunt van commercie. Zo is onze organisatie niet ontstaan en daarom zijn wij ook altijd nog een stichting. Het is een gezond bedrijf, maar het doel is niet zoveel mogelijk geld verdienen en eventuele winst vloeit rechtstreeks weer terug naar de opvang. Het is geen school, maar wel een aanvulling daarop. Kinderen leren om te gaan met andere kinderen en bijvoorbeeld conflicten oplossen onderling.” De medewerkers spelen hierin een grote rol. “Mensen die in de kinderopvang werken willen graag kinderen helpen zich te ontwikkelen en iets overdragen. Het is een grote uitdaging om op de werkvloer zo’n sfeer neer te zetten dat de pedagogisch medewerkers zich professioneel en betrokken opstellen. Constante scholing is daarin belangrijk. Werken aan de professionaliteit van de medewerkers en duidelijk maken wat hun rol is.”

Een andere uitdaging is díe opvang te bieden die nodig is. “Veelvormig, Veilig en Vertrouwd”, verduidelijkt Boltje. “Maar kinderen moeten ook weer niet zo beperkt worden dat ze niet kunnen leren. Ze moeten kunnen uitproberen; het moet een sfeer zijn waarin ze kunnen bloeien.” De 95 locaties van SKSG zijn dan ook zo ingericht dat dit mogelijk is. Bovendien biedt SKSG een activiteitenprogramma waarin ruimte is voor de interesses van de kinderen. Zo is er het sportcarroussel, waarin ze een kwartaal lang voor een sport kunnen kiezen, kunnen ze koken, creatief bezig zijn of muziek maken. Voor de oudere kinderen is er TOP-BSO en streetwise; een programma waarin ze met opdrachten op een mobiele telefoon op pad gaan, alle locaties hebben grote buitenspeelmogelijkheden. “Laatst hebben ze een flashmob gemaakt”, vertelt Cathy lachend. “Eerst zijn ze allemaal verlegen en terughoudend, maar als het dan achter de rug is, willen ze allemaal wel elke dag voor de Hema hun danspasjes doen. Daar leren ze dan toch veel van. Ook de wat bescheidener kinderen doen er aan mee. Het zijn de verborgen parels die tevoorschijn komen.”

Een luxe, zo zien beide dames kinderopvang niet. “Het is pas een luxe als je niet hoeft te werken”, kaatst Boltje terug. “Het is van grote invloed hoe de media ermee om gaat”, antwoordt Van der Velde op de vraag of kinderopvang duur is. “Het wordt groots uitgemeten dat het tegenwoordig onbetaalbaar is geworden. Het is absoluut duurder dan het is geweest, maar er zijn dan ook jaren geweest dat kinderopvang bijna geheel vergoed werd door de overheid. Dat is niet meer zo en als je iets wegneemt wat iemand heeft gehad, dan doet het pijn. In 2004 en 2005 was kinderopvang aanzienlijk duurder, maar toen hoorde je er niemand over. En misschien was dat wel een veel redelijker tarief.”

Boltje deelt haar mening. “Hoe duur is het; laten we zeggen zo’n 6,50 euro per uur, daar gaat de toeslag nog af. Is dat duur? Ik zeg niet dat het niks kost, maar je krijgt er wel professionele opvang voor inclusief voeding, luiers én opvoeding. Mensen zeggen soms: ik werk voor de kinderopvang, en dan vraag ik: waar wil je dan voor werken? Als je vier jaar uit het arbeidsproces stapt, wat zijn dan de gevolgen? Wat betekent dat voor je carrière en voor je pensioen later, wat kost dat wel niet?”

Hoe de organisatie er over vijf jaar voor zal staan, daar wagen ze zich niet aan, maar beiden hebben veel vertrouwen in de toekomst. “In deze uitzonderlijke tijden zou ik het niet weten, maar ik kan me niet voorstellen dat we een andere koers gaan varen”, denkt Boltje. “Als ik kijk naar de geschiedenis, zijn we er altijd geweest voor de kinderen. Al in 1901 werd de eerste opvang voor kinderen opgericht. Je had nog geen sociale voorzieningen en als je b.v. weduwe werd, kon je aan het werk gaan. In de stad stonden grote fabrieken van Levi’s met loodsen vol met vrouwen achter de naaimachines en op het platteland werkten de vrouwen altijd al mee op het land. We hebben niet voor niets van die mooie babyhuisjes bij al onze locaties staan, nog een erfenis van die vrouwen op het platteland. Een mooie moderne organisatie met pijlers in het verleden; dat is wat wij zijn.”

|

UIT DE KRANT