Laatste op de lijst bij CDA Westerkwartier: Lea van der Tuin

Afbeelding
voorpagina groningen

‘Men weet hier wat ze aan mij hebben of ze dat nou leuk vinden of niet’


KORNHORN – Op de laatste plaats bij het CDA Westerkwartier prijkt niet de minste naam. Lea van der Tuin groeide van raadslid tot wethouder bij de gemeente Grootegast, nam plaats in de Provinciale Staten, sloeg haar vleugels uit naar Bellingwedde en Appingedam en stond zelfs vorig jaar nog op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer. Desondanks bleef ze het Westerkwartier en dan specifiek Kornhorn altijd trouw. “Dit is de regio waar ik me het meest verbonden mee voel.” Terug op de kandidatenlijst voor het CDA Westerkwartier vervult ze vooral een ondersteunende rol. De grootste uitdaging voor de komende periode is volgens haar de verbinding zoeken en houden.


Het is een mooi oeuvre wat Van der Tuin heeft opgebouwd. En dat terwijl ze niet per se politieke ambities had. “Thuis werd mij vroeger verteld: kritiek hebben en aan de kant staan, is makkelijk, maar wil je echt wat veranderen dan moet je meedoen en verantwoordelijkheid dragen.” En die verantwoordelijkheid dragen, is niet altijd makkelijk. “Je bent volksvertegenwoordiger, dus dat betekent ook dat je je verhaal soms over de boodschappenkar heen moet doen. Ik heb dat nooit erg gevonden. Ik leg het liever uit en dan hoef je het niet met me eens te zijn.”


Het CDA is waar ze zich net zo thuisvoelt als in het Westerkwartier. “Het politieke speelveld is best wel veranderd de laatste jaren”, vindt Van der Tuin. “Grote polarisatie, verharding en het individu staat meer voorop. Gelukkig komen we er met zijn allen achter dat we niet zonder elkaar kunnen. We gaan door diepe dalen en over hoge toppen, maar wél samen. Het CDA is voor mij echt de partij van samen en samen verbinden. Tuurlijk heb je wel eens momenten dat je denkt: het is nu niet echt mijn partij, maar dat kun je uiten en je kunt erover praten. Landelijk is er wel eens de discussie”, vervolgt ze, “dat het CDA teveel naar rechts of teveel naar links beweegt. Maar de maatschappij verandert, dus de partij verandert. Je moet keuzes maken en afwegen wat het beste is.”


Wat een kort uitstapje naar Bellingwedde zou worden, resulteerde in een periode zeven jaar wethouderschap in die gemeente. Vervolgens werd ze gevraagd als wethouder in Appingedam waar tot de herindeling op 1 januari van vorig jaar aanbleef. Dat ze werd gevraagd te solliciteren naar het kandidaat-lidmaatschap voor de Tweede Kamer verraste haar. “Dat had ik niet bedacht”, lacht ze. Ze belandde op plek 32 vorig jaar en hoopte met voorkeursstemmen in de Kamer terecht te komen. “Het was een hele boeiende en leerzame periode. Je komt dan iets dichterbij een kijkje in de keuken van de Tweede Kamer.”


En nu prijkt ze weer op de lijst van het CDA Westerkwartier. Deze regio bleef ze aan verknocht al die jaren. Ze vervulde en vervult hier altijd al meerdere maatschappelijke functies. “Ik voel me eigenlijk overal thuis, maar dit is toch de regio waar ik het meest mee verbonden ben.” In Bellingwedde en Appingedam moest ze zelfs elk jaar officieel toestemming vragen om in Kornhorn te blijven wonen. “Ik was daar ‘wethouder van buiten’ en veel mensen dacht dan ook dat ik Lea van Buiten heette.” Ze moest er even weer ingroeien, maar ook de lokale politiek in haar thuisregio boeit weer. “In het Westerkwartier is het CDA heel erg bezig met verbinding. Om deze te zoeken en te houden. Het verkiezingsprogramma van het CDA heet niet voor niets ‘duurzaam verbinden’. Niet meer het individu bovenaan stellen, maar samenwerken en samen praten. Ik vind dat de fractie daarmee heel goed aan de slag is gegaan. Ik hoop dat ze dat vasthouden.” Een nieuwe gemeente vormen vanuit meerdere bestaande gemeentes is niet makkelijk, meent Van der Tuin. “Er ontstaan nieuwe protocollen en werkgewoontes, terwijl iedereen ook zijn eigen dingen meeneemt vanuit de vorige gemeentes. Ik vind dat het Westerkwartier daar goed doorheen gaat. Het kon minder”, lacht ze.


Die laatste plek op de lijst is er eentje om te ondersteunen, aldus Van der Tuin. “Ik breng een stukje naamsbekendheid en ervaring. Ik verwacht niet in de raad te komen. Maar goed, als je heel veel voorkeursstemmen krijgt, moet je wel van hele goede huize komen om daar geen gehoor aan te geven. Men weet hier wat ze aan me hebben of ze dat nou leuk vinden of niet.”

UIT DE KRANT