Lauwers College Grijpskerk zet eerste stappen richting nieuw gebouw

Afbeelding
Nieuws

‘Dit doen we niet alleen; dat is de kracht van Grijpskerk’


GRIJPSKERK – Lauwers College Grijpskerk is een middelbare school die op een moderne manier haar onderwijs biedt. Een school waar oog is voor kinderen en waar recht wordt gedaan aan de plattelandsfunctie. Een ‘minimaatschappij’, noemt directrice Judith Veldhuis het ook wel. Uniek doordat zowel VMBO-leerlingen, maar ook Havo en VWO-leerlingen er lessen volgen. Het is geen nieuws dat het verouderde schoolgebouw middenin het dorp te krap is. ‘Structureel kom ik zeker 1000 m2 tekort’, aldus Veldhuis. Inmiddels is er een voorbereidingskrediet toegezegd door de gemeente en kunnen eindelijk de eerste stappen richting een nieuw gebouw worden gezet. Overigens doet de school dit niet op zich: ‘dat doen we niet alleen; dat is echt de kracht van Grijpskerk. Dit dorp wordt gekenmerkt door een grote verbindingskracht.’


Het speelt al even: het gebouw aan de Reitsema Burchtstraat wordt echt te klein. Al een aantal jaren maakt de school gebruik van het Kerkplein Zes om les te geven, daarvoor al werd er een lokaal van basisschool de Borgstee benut. Veldhuis spreekt van een gezonde aanmelding waarin geen verandering lijkt te komen. ‘Maar ja, dan moet ik ze wel kunnen bergen.’ De school is populair dankzij het moderne onderwijs wat wordt gegeven. ‘We bieden goed onderwijs op een moderne manier. Daarbij is er veel oog voor de kinderen en werken we met korte lijntjes.’ Het Lauwers College biedt gepersonaliseerd onderwijs waarin alle leerlingen een basispakket krijgen aan lessen, maar middels flexuren de keuze kunnen maken waar ze eventueel extra aandacht aan willen geven. ‘Je moet je niet in gepersonaliseerd verslikken dat het individueel is’, benadrukt Veldhuis. ‘Maar wat wij hier doen is ook de leerlingen meer bijbrengen dan alleen het cognitieve. We hebben ruimte voor het leren leren en helpen ze met plannen en organiseren. Een rapport bestaat uit vinkjes en kruisjes en soms werken we met stippellijntjes. Het is prima als je wat minder goed bent in Wiskunde, maar dan misschien weer beter in Nederlands. Bovendien krijgen leerlingen hier twee jaar de tijd om te ontdekken welk niveau passend is.’ Veel tijd en energie wordt er gestoken in het begeleiden van de kinderen. ‘Elke leerling heeft een coach die iedere week een kwartier in gesprek gaat met de leerling. Daarnaast is er regelmatig een leerling-ouder-coach gesprek van een half uur. Wij investeren in facilitering in het rooster hiervoor.’


Het ruimtegebrek is lastig en noodzaakt tot creatieve oplossingen. Daarin merkt Veldhuis dat Grijpskerk een dorp is waar samen een groot goed is. ‘We zijn veel in het nieuws de laatste tijd, maar dit doen wij niet alleen. Dat is echt de kracht van Grijpskerk.’ Ze heeft een mooi voorbeeld: ‘Onze basis/kader 3-4 gingen altijd naar Kollum voor praktijklessen. Maar omdat de stroming zorg en welzijn heel populair is, kwamen er daardoor hele grote groepen voor deze lessen tezamen in Kollum. We hebben gekeken om hier een eigen afdeling op te zetten voor deze praktijklessen. We hadden een keuken nodig, die hebben we wel, maar die voldoet niet aan alle eisen. We moesten een lokaal opofferen voor een nieuwe, maar dat is nogal wat met het ruimtegebrek dat we hebben. Bovendien: zo’n investering in een nieuwe keuken doen, terwijl we bezig zijn met plannen voor een nieuw gebouw, is dat wel te verantwoorden? En dan kom je op het punt: laat ik dit los om praktische redenen of zoek ik een andere oplossing?’, vertelt Veldhuis. ‘Gelukkig konden we uiteindelijk terecht in De Nieuwe Wierde. Alle praktijklessen vinden daar nu plaats.’ De samenwerking kreeg makkelijk vorm en groeide met inzet van de betrokken daar tot veel meer. ‘We hebben al eens een hightea georganiseerd, alle bewoners kennen onze kinderen nu. En dat kenmerkt echt Grijpskerk. De verbindingskracht is groot: samen iets willen betekenen voor jong en oud.’


De gemeente, verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen, erkent ook de krapte van het schoolgebouw middenin Grijpskerk en heeft inmiddels een voorbereidingskrediet toegezegd. Ook de eerste stappen die nu richting nieuwbouw voor de school worden gezet, worden in nauw contact met de rest van het dorp gezet. ‘In het dorp is veel behoefte aan woningbouw. Wij zitten middenin een woonwijk, maar hebben geen mogelijkheden tot uitbouwen. Als dit vrijkomt, komt er ruimte om hier woningen te bouwen. Zo vindt je elkaar. Het wordt geen nieuwbouw om het nieuwbouw’, benadrukt Veldhuis. ‘Ik kan hier niks en met één lokaal ben ik er ook niet. Het zou veel beter zijn dat wij richting de rand van het dorp gaan waar we dichtbij het spoor en de sportvoorzieningen kunnen zitten.’ Een nieuw gebouw doet haar hart wel sneller kloppen. ‘Een gebouw kan dan veel meer gericht zijn op ons onderwijs. Het zou ontzettend tof zijn om wél al die mogelijkheden te hebben. Overigens zou ik niet de praktijklessen bij De Wierde stoppen. Hoe mooi wil je het hebben? Beter dan dat kan niet.’


Bijzonder is de school in Grijpskerk wel een beetje. ‘Hier kun je VMBO van basis tot TL of Basis, kader en TL volgen, maar ook havo-vwo tot en met klas drie. Je ziet maar bij weinig andere scholen alles onder één dak. De ontmoeting hier is net zoals in de maatschappij daardoor. Je komt alles tegen zoals je dat in de supermarkt of bij voetbal ook zou komen. Het is echt een mini-maatschappij.’ De sfeer is net zoals in het dorp: verbindend. ‘We vinden elkaar, dat is hoe het hier werkt. We staan er samen voor. Dat zie je in de school terug en dat merken ouders en leerlingen ook. Dat is ook iets wat we in het team hebben’, benadrukt ze. ‘Of we nu in barakken of in een nieuw gebouw zouden zitten, dat zou blijven.’ Een open houding is ook iets wat het Lauwers College kenmerkt. ‘Hier komen ook kinderen op klompen, dat is ook prima. Wel een leuk voorbeeld’, bedenkt ze zich, ‘sinds paarse vrijdag hebben we een genderneutraal toilet. Niemand die daar sjoege aan geeft.’


Er is veel aandacht voor sociale vaardigheden en groepsvorming, iets wat na twee Corona-jaren hard nodig is. ‘We merken wel een sociale achterstand. School was lange tijd de enige plek waar ze nog met zoveel bij elkaar waren. We zagen echt dat die stormingsfase aan het begin van het schooljaar veel langer duurde. Dit zijn pubers; ze hebben de leeftijd dat ze aan elkaar, op elkaar en bij elkaar willen zitten.’ Met dank aan het extra geld dat beschikbaar is gekomen voor het onderwijs, kan Veldhuis nu ‘pleisters plakken’. ‘We repareren de grootste schade, hebben schoolscores geanalyseerd en op verschillende gebieden geld gepland. Dit geld komt de leerlingen echt ten goede en wordt niet alleen gebruikt voor coronaschade, maar zetten we ook in voor duurzame schoolontwikkeling.’ Ze maakt zich geen zorgen dat deze generatie verpest is. ‘Ze weten niet beter en uiteindelijk is het maar relatief, twee jaren. Ik heb natuurlijk makkelijk praten: ik ben volwassen, heb baanzekerheid’, nuanceert ze. ‘Het was vooral een sociale beperking voor de pubers. Ze zetten zich af tegen thuis en hebben elkaar nodig om grenzen te verkennen.’


Zelf staat ze er bevlogen in haar rol als directrice. ‘Ik heb zestien jaar voor de klas gestaan en wilde graag meer invloed. Maar dan heb je ook het risico dat je het contact kwijt raakt, terwijl ik daar altijd van heb genoten.’ Daarom valt ze ook wel eens een les in als het nodig is, zit ze wel eens een toets voor en coacht ze dit jaar een aantal kinderen. ‘Gelukkig lopen ze hier makkelijk binnen. Ik kreeg deze week nog een mailtje dat ze darttoernooien willen organiseren in de pauze. Dan weten ze me goed te vinden.’ Ondertussen loopt een leerling binnen die behulpzaam de prullenbakken leegt. Zonder twijfel weet Veldhuis wie het is. ‘Ja, ik ken de meesten wel’, antwoordt ze desgevraagd als het klusje klaar is. ‘Al is dat soms ook wel, omdat ze vaker in de problemen komen’, lacht ze. ‘Maar ik zit hier niet in een ivoren toren.’

UIT DE KRANT