week 38

|
| Foto: |
maria's mooie mensen

Ik heb misschien wel het mooiste beroep van de hele wereld. Ik schrijf en ben het grootste deel van de week op pad als journalist. Iets wat overigens niet alleen mijn opa, maar ook mijn beide ouders altijd hebben gedaan. Iets wat dus in mijn bloed en genen zit, waarvoor ik waarschijnlijk in de wieg gelegd ben, wat ze allemaal altijd van mij hebben gedacht en waar ik als klein meisje ook altijd mee bezig was. Het was misschien verstandiger geweest dat ik niet zo eigenwijs was en gewoon naar mijn vader had geluisterd. Ja, ja, ik zeg het gewoon. “Soms heeft je oude vader wel gelijk”, zou hij zeggen. Niet dat ik ooit gepushed ben, overigens. Ik koos voor mijn eigen pad, deed de opleiding makelaardij, want ìk, ik wou absoluut niet doen wat mijn ouders deden. Het leek me te makkelijk, het geijkte pad en zo was ik niet, nee, ik ging meestal overal dwars tegenin. Dus de makelaardij, ook heel leuk en hartstikke mooi. Maar het bloed kruipt, of misschien kan je je lot wel niet ontlopen. Wie zal het zeggen? Ik belandde toch in het bedrijf van mijn ouders. Inmiddels waren zij al vijf jaar aan het knokken en stonden er twee prachtige kranten op poten. Echt een straf om hier te belanden was het niet bepaald. Maar goed, mijn plek daar was uit nood geboren en dwars als ik was; ik zou natuurlijk weer verder gaan. Waarom ik echt ben blijven hangen? Ik denk toch vooral om hun. Velen zullen ervan gruwelen, werken met je ouders, maar ik moet bekennen dat ik er veel plezier in heb. Mijn verzet tegen het schrijven overigens, hield nog vijf jaar stand. Mijn moeder schreef altijd vol passie en met veel plezier en toen zij door haar gezondheid genoodzaakt was hiermee te stoppen, kon ik niet in die schoenen stappen. Het deed en doet haar veel verdriet afscheid te nemen van dat wat zo mooi is, iets wat ook ik nu weet. Want sinds anderhalf jaar, is al het verzet gestaakt. “Ik wil misschien wel schrijven”, waren de eerste voorzichtige woorden aan mijn vader en ik denk goed een week later draaide ik de redactie van de Streekkrant. Het schrijven voelt natuurlijk, maar dat is eigenlijk niet eens waar het om draait. Een andere journalist zei laatst tegen me: “ik heb een bepaald oog voor dingen. Misschien kijk ik bijna wel met een kinderlijke verwondering.” Hij slaat waarschijnlijk de spijker op zijn kop. Je moet er oog voor hebben. Het mooiste schrijft het als je niks hoeft, behalve er zijn. Je schrijft over wat je ziet en hoopt dat je lezers een stukje mee ‘zien’ als ze jouw verhaal lezen. En wat maakt dan de verhalen? Het zijn de mensen. ‘Wat een mooi mens’, regelmatig kom ik terug en spreek ik het uit. Ze zijn overal namelijk. En verdienen vaak zoveel meer, dan ik ze in mijn verhalen kan geven.

 

|

UIT DE KRANT