Maria’s Mooie Mensen 50 “16

maria's mooie mensen

Het zijn heftige weken geweest de laatste tijd. Of eigenlijk de laatste maanden. En zoals dat dan gaat wanneer er wat meer rust ontstaat, valt alles langzaam op zijn plekje. Flarden van het afgelopen jaar schieten door mijn hoofd. Ik denk aan hoe pittig de zwangerschap van de meisjes eigenlijk is geweest, hoe plotseling hun bevalling en hoe raar die eerste weken. Weken dat zij in het ziekenhuis lagen, wij met lege handen thuiskwamen en heen en weer pendelden tussen die wereld daar en die wereld hier. Hoe al snel thuis alles weer bij het oude was op één dingetje na: geen dikke buik meer, maar ook een lege babykamer. Was het een moeilijke tijd? Ja, maar één ding hadden wij voor ogen: onze kinderen waren gezond en we waren vastbesloten niet te treuren over hoe jammer het was ze niet bij ons te hebben, maar te genieten van al die momentjes die we wel hadden. We snakten naar rust, maar wisten zelf ook wel dat die rust voorlopig van de baan zou zijn. En zo bleek ook toen ze thuiskwamen. Twee kleine baby’tjes erbij, piepklein zelfs nog, die we er echt doorheen moesten trekken. Wat een opluchting toen ze voller werden, goed groeiden en zich begonnen te ontwikkelen. En ondertussen hun grote zus die eigenlijk zonder problemen haar plekje vond in dit nieuwe leventje. Mooiste momenten zijn dan ook die waarin zij prominent aanwezig is, dat heldere stemmetje dat haar zusjes toespreekt, zingt voor ze en met ze speelt en dan die twee koppies die glimmen, twee paar oogjes die al uitspreken dat ze zo gek op haar zijn. Ondanks dat het pittig is, is het moederschap dan het mooiste wat er is. Volop keek ik uit naar het achter me laten van die eerste maanden met de meisjes. Jonge baby’s hebben volop verzorging nodig en de flessen kwamen me de neus uit. Wat een domper ergens dan dat bleek dat ook de maanden die volgden niet zo simpel waren. Gelijk weer een heldere levensles: ieder kind is anders. Iets wat je als moeder wél zo goed weet, maar toch valt het nog niet altijd mee in praktijk te brengen. En dus volgde er een periode van onrust in huis, weinig slapen, zoeken naar wat past bij welk kind. Een jaar is zomaar omgevlogen als ik terugkijk nu deze laatste maand van 2016. En dan opeens lijkt ook weer alles op zijn plek te vallen. Manlief en ik liggen samen in bed als we gewoon simpelweg genieten van de rust in huis. Dat alle kinderen slapen zoals het moet, voelt als een cadeautje. Dat het niet zo blijft, weten we als geen ander. ‘Ze hebben ons nog heel vaak nodig’, doorbreek ik de stilte heel even. ‘Absoluut’, beaamt manlief. ‘Maar wij kunnen dat wel toch?’, vraag ik hem en hij knikt. ‘We krijgen ze wel groot’.

UIT DE KRANT