Maria’s Mooie Mensen 303

maria's mooie mensen
Voordat wij kinderen kregen hadden wij een aantal stellige overtuigingen. Als jonge yuppen, tweeverdieners die zelf een huis aan het verbouwen waren en nog nooit een luier hadden verschoond, heb je nog een heel ‘cool’ beeld van kinderen. Uit den boze waren Frozen-jurken, Minnie Mouse ondergoed én crocs, dat zeker weten. Wisten wij veel dat je als ouders soms al blij bent dat je kinderen iets aantrekken, laat staan wát. We namen ons voor onze kinderen álles te leren eten en ons eten zeker niet aan te passen aan alle wensen die kinderen wel of niet hebben. De tv hoefde niet teveel aan en de kinderen moesten leren zichzelf te vermaken. Ze moeten leren niet om alles te huilen en wij zouden zeker weten erg consequent zijn. Immers: wie is de baas? Hoe anders is het leven met drie kleine kinderen. Die Frozenjurk, díe komt er nog altijd niet in, maar oudste dochterlief is dolgelukkig met Minnie Mouse ondergoed en heuse Paw Patrol sokken. Eén van de kleintjes weigert ook maar één stap te verzetten op sandalen. Ze doet alsof we haar vragen van de hoogste duikplank te springen en blijft strak en stijf op één punt staan. En aangezien het niet heel handig is op pad te gaan met een kind wat weigert te bewegen, loopt zij na vele huilbuien nu innig tevreden rond op Crocs. Walgelijk klompjes, maar ach wat is het kind blij. En het is toch een stuk handiger dat ze weer gewoon loopt. Zoveel illusies armer weten wij, en ook de kinderen, heel goed wie er de baas is, maar tussen weten en doen zit zoveel, hebben wij inmiddels geleerd. Tuurlijk hangen ze niet de hele dag voor de tv, spelen ze heel lief zelf en accepteren ze een nee zonder morren. Maar andere dagen willen ze niks liever dan dat dit apparaat aan gaat en vragen ze achtereenvolgens om Ieniemienie – die slaapt, leid ik ze dan om de tuin -, Bumba – is op vakantie – of wat voor walgelijks er maar te vinden is. Boos wordt er bij tijden op de tv geslagen, alsof ze Ieniemienie wel uit bed willen rammen. Onze grootste illusie is toch wel het moment van slapen. Dat moment komt regelmatig later dan je hoopt of zin in hebt en vraagt om een delicate behandeling. Want hoewel ook wij ons hadden voorgenomen dat onze kinderen maar moesten leren overal doorheen te slapen, is dat geenszins aan de orde. Twee van de drie doen dat heel aardig, maar onze allerjongste is een onruststoker die zo min mogelijk prikkels kan hebben. Zolang zij niet slaapt, produceert ze geluid en houdt ze de rest ook weer wakker. Een lastige cirkel die moeizaam te doorbreken is. En waar wij ons hadden voorgenomen nooit op onze tenen door het huis te sluipen als de kinderen in bed liggen – wij hebben immers ook een leven -, is de realiteit anders. Ja, bij tijden bewegen we serieus als heuse panters door ons eigen huis, we kunnen de kat wel dood kijken als die begint te mauwen en durven we de wc amper door te trekken. Hebben wij dan geen leven? Zeker wel, maar wel eentje met kleine kinderen en dan hoef je even geen illusies te koesteren.

UIT DE KRANT