Maria’s Mooie Mensen 332

maria's mooie mensen

Als je drie dochters op de wereld zet, denk je weleens met vrees aan die tijd dat ze gaan puberen. Zelf was ik – denk ik tenminste – niet de meest vervelende puber, maar wel heel zelfstandig. Op zestienjarige leeftijd al besloten beste vriendin en ik naar Lloret de Mar te gaan en toen we geen zin hadden in de busreis terug naar huis, boekten we zelf een vliegticket en reisden op de dag van vertrek met het openbaar vervoer tot aan het vliegveld in Barcelona met een groep wildvreemde heren die we na nachten samen stappen opeens onze beste vrienden noemden. We spraken geen van allen een woord Spaans, maar wisten op goed geluk toch heelhuids thuis te komen. De hele weg droegen we onze draagbare radio als één van onze grootste schatten. Een jaar later vertrokken we naar Salou waar we onze haren lieten invlechten door Afrikaanse dames. Dat ze ons naar één of ander vaag flatgebouw meenamen hiervoor, vonden we dit wel wat spannend, maar we durfden ook niet meer af te haken en wisten wonder boven wonder heelhuids dit avontuur te overleven. Op afstand volgde mijn moeder al deze avonturen altijd ogenschijnlijk onbewogen. Ze kocht tienertoerkaartjes en vond het alleen maar prachtig dat we als doel hadden zoveel mogelijk van het land te zien. We reisden van Den Haag naar Scheveningen en weer door naar Rotterdam en zagen in drie dagen zo negen steden. Toen ik ergens in Nijmegen de kaartjes verloor, moest zij vooral lachen en zoals ze voorspelde: we kwamen toch gewoon weer thuis. Met wat hulp van een NS-medewerker die het waarschijnlijk niet op zijn geweten wilde hebben dat twee zestienjarige meisjes strandden en een grote portie geluk, maar nooit liepen we echt in zeven sloten tegelijk. Of dat mijn dames ook gaat lukken én of ik ze ook zo los kan laten, dat moeten we nog maar zien. Nu ze vijf en twee zijn kan ik me daar nog maar weinig bij voorstellen. Heel soms echter, krijg je zo’n glimp van wat er in het verschiet ligt. Zomaar ineens zie je daar door die kinderlijkheid heen de dame die zich later ook prima gaat redden en nu al haar mannetje staat. En in het geval van mijn tweeling zie ik soms een glimp van hoe sterk die dames elkaar steunen en hoe ze blind op elkaar kunnen bouwen. Zo werd een ‘geschilletje’ op de peuterspeelzaal gezamenlijk beslecht door de dames. Koeltjes vertelde Georgia van achter een broodje hoe zij een opdringerige jongen duidelijk op afstand had gehouden. Dat de jongen in kwestie – let wel: twee jaar oud dus – de auto waar zij mee speelde ook wel wilde vasthouden, kwam hem duur te staan. Om met haar eigen woorden te spreken had ze hem ‘laten vallen’. Zuslief Rachel stond intussen enthousiast op haar stoel aan de andere kant van de tafel: ‘Jaaa, Georgia boos’ maakte ze duidelijk, nog net niet met de vuisten gebald. Die gaan zich wel redden in de wereld.

UIT DE KRANT