Maria’s Mooie Mensen 497

maria's mooie mensen

Toen ik 17 jaar was, verloor mijn vader vrij plotseling zijn baan. Het zette de wereld van ons gezin op zijn kop. Even overwoog hij een baan in het midden van het land aan te nemen. Eentje waarbij elke dag heen en weer reizen geen optie was. Er werd gesproken over een appartementje voor hem, overnachtingen van huis of een verhuizing. Nog altijd kan ik me haarfijn herinneren hoe de spanning van die periode aan me vrat. Mijn ouders besloten uiteindelijk De Krant op te richten en begonnen hun eigen uitgeverij. Zij werkten kei- en keihard, maar waren altijd dichtbij. Hoe anders is dat voor de 17-jarige Maria die ik deze week leerde kennen. Op het oog niet zo anders dan die 17-jarige die ik ooit ben geweest. Haren uitgebreid gedaan, make-up op, met nagellak aan de gang geweest. In haar neus een kleine piercing, ze droeg één arm vol armbandjes en om haar nek een kettinkje met vlindertjes eraan. Open, klaar om de wereld te overwinnen en sterk. En sterk, dat moet zij ook wel zijn. Deze Maria namelijk, is gevlucht uit Oekraïne. Samen met haar moeder en zusje woont ze nu in een opvanglocatie waar ze zo goed en zo kwaad als ze kunnen hun leven proberen op te pakken. Moeders heeft al werk gevonden, Maria volgt Oekraïense lessen via internet. Haar zusje en zij gaan de stad in, fietsen rond in de omgeving en doen elkaars nagels. Ze proberen Nederlands te leren en zijn zonder twijfel dankbaar voor alles wat er geregeld wordt in ons land. Met zijn drieën doen ze er alles aan om het goed te hebben. Want dat spraken ze af met vaders die ze achter moesten laten in Oekraïne. Daar wacht hij in hun huis op een oproep om mee te vechten. Ze hebben dagelijks contact, beloven elkaar dat ze elkaar weer zullen zien, maar het verdriet laten ze niet toe. Deze dame vertelde me hoe zij en haar leeftijdsgenootjes zich hebben ingezet om hun land vooruit te helpen; hoe ze beseffen dat geluk in jezelf zit en hoe je zelf je leven beter kan maken. De 17-jarige ik was vooral bezig met feestjes, shoppen en jongens. Terwijl ik telkens bleef zeggen: ‘it is so hard to imagine…’ deed ze in alle rust haar verhaal. Ze had en heeft geen angst, maar vertrouwen. Ondertussen is ze ook zo reëel dat deze oorlog haar leven op zijn kop heeft gezet en dat de kans groot is dat alles wat ze ooit had gehoopt voor haar toekomst een stuk moeilijker te bereiken is. Ze droomt van een leven in Amerika, wil ondernemer worden en mensen helpen. Ik raadde haar aan de journalistiek te overwegen. ‘Je hebt een verhaal te vertellen’, vond ik, ‘en je bent open en sterk genoeg om dat te doen.’ Hopelijk horen we nog veel van haar. En hopelijk is ook zij als ze zo oud is als ik nu ben, omringd door alles wat haar gelukkig maakt. In Amerika, maar nog beter: in een nieuw opgebouwd Oekraïne.

UIT DE KRANT