Maria’s Mooie Mensen 504

maria's mooie mensen

Wij wonen aan een doorgaande weg. Ik zie ons nog op de oprit staan, in augustus alweer twaalf jaar geleden. Destijds nog compleet kinderloos en voorzichtig verliefd op het huis waar we alweer jaren met veel plezier wonen. Tóen probeerden we in te schatten wat het in zou houden om met kinderen aan zo’n doorgaande weg te wonen. Inmiddels weten we het: het was soms bij tijden van de sokken gereden worden achter je kinderwagen, het was de kinderen tot in den treure inpeperen dat de weg gevaarlijk is en ze nooit alleen voor het huis laten. Hoewel dit gewoon de consequentie is van de keuze voor dit plekje, waren we wel heel blij dat de gemeente besloot de weginrichting aan te pakken. Al een paar jaren wordt er gesproken over een stoep voor de deur, een veilige oversteekplek en een snelheidsremmende weginrichting. Na menig uitstel is de schop inmiddels de grond in gegaan. Die grote vooruitgang is binnen handbereik. We moeten er alleen nog wel wat voor over hebben, want sinds die schop de grond in ging, kunnen wij niet meer met onze auto’s bij ons huis komen. Nou is dat geen ramp, maar echt prettig is het ook niet. We baggeren al een paar weken elke dag een paar keer een minuut of vijf vanaf het begin van ons dorp door de opengebroken weg richting ons huis. Daarbij nemen we nog altijd evenveel spullen als anders mee, die we dus nu allemaal moeten tillen. Vele handen maken licht werk, maar de keren dat ik in mijn eentje alle rugtassen (vier stuks inclusief gymspullen), de bibliotheekboeken en mijn werkspullen naar huis moet zien te slepen, moet ik het met alleen mijn twee handen doen en vallen die vijf minuten wel zwaar tegen. En wat te denken van de dagen dat het regent. Zal je altijd zien dat de paraplu’s net in de auto liggen als wij vanaf huis moeten vertrekken en telkens als wij alle paraplu’s wel trouw meeslepen, valt er juist geen druppel. Wij vermoeden dat de buren inmiddels veel vermaak van onze reisbewegingen hebben. Zo vroeg één van de buren al of ik ‘alweer een kinderfeestje had’, maar nee: zo ziet het er dus uit als alle drie de dames besluiten bij ons thuis te spelen en ik met het hele spul richting huis sjouw. Helemaal feest voor de buurt is het als de grote ronde boodschappen weer gehaald zijn; dan lopen wij, maar ook alle dames talloze keren heen en weer om alles weer in huis te krijgen. Aangezien wij graag mogen klagen, gaat dat gepaard met veel gesteun en extra pauzes onderweg. Oudste dochterlief wil dan nog wel eens met veel vertoon bijna ter aarde storten onderwijl een tas met mijn diepvriesproducten op haar rug zwaaiend. Nog een paar weken en wat zullen wij het bijna in huis kunnen rijden met de auto dan weer koesteren. Maar bovenal: wat zullen we genieten van een prachtige nieuwe en veilige weg voor de deur. Zoals de buurman al zei: ‘ik zou bíjna medelijden met jullie krijgen.’  Dat hoeft dus niet; het is allemaal voor het goede doel.

UIT DE KRANT