Maria’s Mooie Mensen 506

maria's mooie mensen

Na jaren waarin er altijd wel een reden bleek om niet mee te doen, deden we dit jaar voor het eerst in jaren mee aan de Avondvierdaagse. U moet weten: dit is pure nostalgie. Op de één of andere manier is me dit als kind zo bij gebleven dat wij er jaren over gesproken hebben om dit evenement weer tot leven te wekken toen het eenmaal ter ziele was gegaan. Maar het runnen van een krant is nou eenmaal genoeg werk om de weken meer dan mee te vullen, dus het ‘even’ opzetten van een Avondvierdaagse was een illusie. Blij waren we toen bleek dat anderen in dit gat sprongen en als enthousiaste hoofsponsor riep ik elk jaar al in november dat ook wij zouden gaan lopen. Het kwam er al die zeven jaren niet van. En om heel eerlijk te zijn, weet ik ook niet wat me nou zo trok aan dit evenement. Want ik hou niet overdadig van wandelen, zeker niet van hele lange stukken, en dat is ook niet iets wat ik gewend ben te doen. Je maakt mij niet blij met grote groepen mensen en ik weet als geen ander dat lopen met kinderen vaak inhoudt dat ze er na tien minuten zat van zijn, dat ze hele weg aan je arm hangen of dat ze elkaar gaan irriteren. Dóórlopen; daar zijn ze bij ons thuis heel slecht in. Mee naar het bos vinden ze prima, als ze dan wel elke tor die op zijn rug ligt, mogen redden, elk bloempje mogen bewonderen en alle heuvels beklommen mogen worden. Ik heb wel eens vijftien minuten naast een boomstronk gestaan die zij tot troon hadden omgedoopt en waar ze verwikkeld waren geraakt in een koningin-en-de-prinsessen-fantasiespel. Dat eindige met een te fanatieke ridder die de rest éven te hard tikte met haar zwaard en toen bleek de weg terug naar de auto érg lang. Maar goed, die Avondvierdaagse die bleek uiteindelijk niks te lang. De eerste dag, dat was zeker doorbijten. We liepen 1 uur en 35 minuten voor we binnen kwamen – en ook nog in een hoog tempo - en de moed zakte ons bijna in de schoenen. Het bleek echter 6,5 kilometer en dat gaf genoeg vertrouwen voor de andere dagen. Met hernieuwde elan – en nieuwe schoenen voor oudste dochterlief die opeens twee maten groter nodig bleek te hebben! – trokken we de overige drie dagen erop uit. Allebei de jongste dames vonden het met om en om ook een dag meelopen genoeg, maar oudste dochterlief en ik bleken de echte doorzetters. Ik heb ervan genoten, zelfs zoveel dat ook ik de medaille bij me liet omhangen die laatste dag en daar lekker mee rond bleef lopen. Genoten heb ik vooral van het avontuur met mijn meisje. Samen hebben we ontzettend veel gelachen – toen we ontsnappingsmogelijkheden bedachten en moesten wildplassen - , ontzettend veel gekletst – over school, zingen, sporten, niet graag gymen en het hebben van twee zusjes – en ook wel wat afgezien. Maar we hebben het toch maar mooi even samen gedaan. Een herinnering voor het leven; nu snap ik opeens waar die nostalgie vandaan komt.

UIT DE KRANT