Maria’s Mooie Mensen 511

maria's mooie mensen

Nou kan ik natuurlijk met gemak een column vol jubelen over hoe heerlijk de vakantie was. Hoe lekker het eten, hoe lief de kinderen en hoe heerlijk de zon. Hoe we niks meer deden dan ons van hotel richting strand te slepen, daar zowaar ook in de zon hebben gelegen en er zelfs boeken (uit)gelezen zijn. Hoe we elke dag samen ontbeten, tussen de middag een terras opzochten en ’s avonds uitgebreid dineerden – als alleen toetjes eten voor de kinderen hier ook onder valt. Na twee jaar thuisblijven door Corona was dit de eerste vakantie zonder dat we luiers hoefden te verschonen en met zwemdiploma voor alle kinderen. Italië bleek niks veranderd en vakantie vieren bleek heel snel weer te wennen. Zoals het een echte vakantie betaamd, gaat het bij ons nooit geheel van een leien dakje. Zo vertrokken we met twee kinderen aan de antibiotica voor een oorontsteking en hadden manlief en ik al dagenlang een pittige keelontsteking waardoor de airco in de auto absoluut niet te hard mocht. Er stond geen tien minuten op de teller toen ik in paniek naar kotszakjes zocht; het bleek loos alarm en slechts een boertje. De terugweg was ons op dit punt minder goed gezind: een dag lang spuugde de jongste die weigerde reistabletten in te nemen, zakje na zakje vol. Gelukkig zijn wij geoefend en was zij daarna ook klaar met haar verzet en konden de zakjes na die dag ongebruikt blijven liggen. In Italië pakten we opnieuw oorpijn mee, waarna we met de oorontsteking van thuis nog vers in het geheugen, zonder twijfel de huisarts in Nederland belden en een antibioticakuur regelden. Tien punten voor de assistente die in volmaakt Italiaans met de apotheek om de hoek mailde en de stellige woorden sprak: ‘het is je vakantie, laat het niet door oorpijn verpesten’. Ook op ons lijstje met tegenvallers: een kwallententakel die zich om de arm van één van de dames wikkelde en mosselschelp die afbrak ín de teen van de andere. Saai is het zeker niet bij ons, hoe we ook ons best doen. Manlief en ik zijn inmiddels wel wat gewend. Zo wist ik de eerste vakantie samen al mijn enkel zo stevig te verzwikken dat ik nachtmerries kreeg van Italiaanse ziekenhuizen waar onverstaanbare ‘gladde’ mannen in witte jassen mijn been volledig in het gips zetten. Ik had het zo benauwd dat ik manlief sommeerde ons naar Nederland te rijden en ik de weg terug met mijn voet omhoog doorbracht. Zo ver ging het deze vakantie niet. De kwallenbeet – nog steeds zichtbaar overigens – bleek het best te behandelen door zeker een uur met de arm in het zeewater te zitten. Geen straf in het Italiaanse namiddag-zonnetje. De schelp bleek na een dagje zee los te komen en trokken we onder afleiding van ons meisje, er zo uit. En verder? Het was dus vooral zon, zee en strand en genieten. Zoals ik zei: lekker eten en lekker samen zijn. De kinderen waren lief, wat hebben we een lol gehad en wat was het gezellig oude bekenden weer te zien. Ben ik toch nog aan het jubelen.

UIT DE KRANT