Maria’s Mooie Mensen 546

maria's mooie mensen

Zodra de zon schijnt, begint het mij te kriebelen. Zelfs in de winter krijg ik dan de neiging in de buitenlucht wat zonnestraaltjes mee te pakken. Wat mij betreft gaat er weinig boven een kopje koffie in de zon. Het is zo’n verplicht momentje van tot rust komen, terwijl ik verder vaak vooral bezig ben. Nu de weersverwachting eindelijk goed nieuws lijkt te brengen, moest er wat werk in de tuin verzet worden. Immers: koffie in de zon drinkt nog lekkerder op een loungeset met kussens dan gezeten op het randje van de zandbak. Dus: loungeset eruit, kussens van zolder, máár dan moet ik van mezelf altijd eerst die tegels weer schoongespoten hebben. Echt heel schoon zijn wij buiten niet. Vaste lezers herinneren zich ongetwijfeld dat zelf ingegraven zwembad dat vorig jaar nogmaals helemaal vrij gegraven moest worden, dus ladingen zand hebben we over het terras gestampt. Die tegels hebben weer een mooi laagje viezigheid verzameld. Nou is het schoon spuiten van die tegels één van de meest waardeloze klusjes. Ik begin altijd optimistisch: ‘heb ik die regenbroek echt nodig?’. Tot die hogedrukspuit aangaat en ik in no-time weet: die regenbroek is écht nodig. Het is een soort gevecht wat je levert met het vuil: eerst moet het los van die tegels komen, maar dan moet je het vieze water ook precies die kant op zien te spuiten waar je het wil hebben. En daar komt de crux, want telkens weer zoekt het vieze water juist die weg die je niet wil dat het gaat. Spuit je te fanatiek tegen bijvoorbeeld het randje van het gras, dan kun je dat bekopen met een lading modder wat in omgekeerde richting terugkomt en zo eindig ik altijd elk rondje terras spuiten met de modder tot in de ogen. Elk rondje inderdaad, want het hele terras in één keer schoon spuiten is ook zo’n illusie. Na een uurtje of drie spuiten is er geen vinger meer met de fut om de trekker over te halen en is mijn rug compleet gaar. Heel deprimerend is zo’n tussenstop altijd met aan de ene kant een mooi fris terras, maar aan de andere kant een stuk waar het dan echt overduidelijk goor is. Je kunt wel zeggen dat mijn inzet voor een schoon terras altijd gaandeweg de klus een obsessie wordt. Met een redelijk grote verbetenheid zet ik meestal ook door als het regent. Terwijl de kinderen boven het enorme lawaai van de hogedrukspuit uit me binnen proberen te roepen, deert de nattigheid mij niet meer. Gezien het grote aantal ‘spuitfoutjes’ – van die momenten dat het water linea recta terug in mijn gezicht komt – kom ik sowieso doorweekt weer naar binnen. Aan het einde van deze monsterklus wacht natuurlijk wel die ultieme beloning. Omdat ikzelf dan over het algemeen niet meer in staat ben te bukken om een koffiecupje uit de onderste la te halen, laat ik de kinderen dat kopje koffie voor me zetten. Fut om de loungeset neer te zetten is er niet meer, dus uiteindelijk zit ik dan toch weer op dat randje van de zandbak. Met een trillende hand drink ik mijn koffie, mijn schone terras overziend. Het is weer gelukt.

UIT DE KRANT

Lees ook