Maria’s Mooie Mensen 549

maria's mooie mensen

De konijnenhemel, die bestaat dus. Vorige week stonden wij er middenin en wat hebben we ons vergaapt. Thuis kregen we onlangs ook met de konijnenhemel te maken, maar dan op een andere manier. Twee van de drie konijnen in onze buitenren legden kort na elkaar het loodje. De ene die overbleef vonden we maar zielig en dus startte de zoektocht naar wat gezelschap. Al snel togen we met zijn allen op bezichtiging bij een fantastisch mooi en fors konijn van het ras Duitse Reus, een kilo of acht schoon aan de haak en een plaatje om te zien. Volgens de eigenaar ook hartstikke mak, maar deze dame moest van ons in elk geval niks weten. Elke keer als de kinderen een poging deden het beestje te benaderen sloeg ze met haar poten. Een boksend konijn. Bijzonder, maar niet wat wij zochten. Nadat ook manlief verzuchtte dat hij dit konijn echt niet durfde op te pakken, trokken wij onze conclusies. Al snel dook ik ergens anders de mooiste jonkies ooit op. We moesten er een stukje voor rijden, maar voor dit plaatje – lichtbruin, grote ogen en de potentie om te groeien tot een kilo’tje of acht – wilden we graag even op pad. Omdat het toch vakantie was, besloten we het nuttige met het aangename te combineren en reden we extra vroeg weg om onderweg wat fastfood naar binnen te werken. Een groot geluk, want toen wij de parkeerplaats met zo’n grote gele M opreden, werd er gebeld: het konijn was ontsnapt en nergens te vinden; of wij al onderweg waren? En of wij al onderweg waren, dus opperde ik voorzichtig: misschien kunnen wij een ander konijn meekrijgen en kon hij een ander afbellen? Ik liet het plan in de week en stortte me op mijn hamburger. Met een volle buik stapten we een dik half uur later dus die konijnenhemel binnen. Meneer bleek een top-fokker met een grote liefde voor de beestjes. Zijn nakomelingen trokken zelfs klandizie uit België en daar stonden wij ‘klootjesvolk’ met officieel niet eens meer recht op één van deze pluizige beestjes. Hij trok de ene na de andere reus tevoorschijn; eentje met een vacht zo wit en zacht als een ijsbeer, eentje met blauwe ogen en een échte Pieter Konijn die alleen nog zijn jasje en opschrijfboekje mistte. En het mooie: allemaal zó mak. Konijnen van een kilo of acht die naar ons toe kwamen en zich oneindig lieten aaien door de kinderen. In ieder hok wat open ging, zaten geen schichtige beestjes, maar melden zich de jonkies om geknuffeld te worden. En in deze konijnenhemel werden we verliefd. Ontzettend verliefd. Op een klein donzig bruin dametje, met echte wimpers en prachtige zwarte snorharen. Die ene die eigenlijk niet voor ons bestemd was, want de onze had de benen genomen en was nog altijd spoorloos. De fokker ging overstag. We waren zo blij dat we de beste man zelfs meer betaalden dan hij ervoor vroeg. Eenmaal thuis bleven we nog dagen knuffelen en in de gloriastemming, tót we ons konijn lieten wennen aan deze nieuwe vriendin. Dat ging niet zo florisant. Laten we het zo zeggen: het is nog geen match made in (konijnen)heaven.

UIT DE KRANT