“Ze hebben zo weinig, maar toch zorgen ze zo goed voor ons”
GROOTEGAST – Onlangs
vertrokken twee avontuurlijke meiden uit Grootegast namens World Servants naar
Zambia, om klaslokalen te bouwen in het dorp Donje. Dit deden ze samen met de
lokale bevolking. Door het bouwen van de klaslokalen kunnen de kinderen in
Zambia straks een opleiding volgen en kan men de bevolking kwalitatief goed
onderwijs bieden. De zeventienjarige dames, Géan Löhr en Mineke Brouwer, waren
in totaal drie weken weg. Voor hen was het de eerste keer dat ze meededen aan
zo’n project. Inmiddels zijn de inwoners van Grootegast weer terug in hun
vaderland en dus ging de Streekkrant met beide meiden in gesprek.
“Het was echt supergaaf om dit eens mee te maken!”, begint Mineke. “Mijn vader
is acht jaar geleden al eens mee geweest en dus was het project voor mij niet
geheel onbekend. Ik wilde het graag ook eens doen en dat was voor mij de reden
om Géan te vragen of ze zo’n trip zag zitten en dat was het geval”. World
Servants is een organisatie die projecten organiseert naar ontwikkelingslanden.
Puur om de bevolking daar te helpen. Mineke en Géan vertrokken met een groep
van in totaal 39 personen, die ze verder niet kenden. “Wij hielpen de bevolking
daar door het bouwen van de klaslokalen, maar zij hielpen ons ook”, gaat Mineke
verder. “En dat hoort ook bij de visie van World Servants. Zij leren van ons en
wij van hen. Eén van de belangrijkste dingen die ik heb geleerd, is het
waarderen van hetgeen ik heb. In Nederland hebben we zo ontzettend veel en
klagen we soms toch nog. In Zambia is de bevolking al blij met de kleinste
dingen”.
Het is natuurlijk een behoorlijke stap om ‘zomaar’ een keer naar Afrika te
gaan. Toch twijfelden de dames niet toen ze de mogelijkheid kregen. “Ik wilde
sowieso al heen graag een keer naar Afrika om mensen te helpen”, laat Géan
weten. “Toen Mineke mij vroeg, reageerde ik ook gelijk positief. Het leek me zo
tof om anderen te helpen. Door dit project zetten we iets neer waar de lokale
bevolking op de lange termijn iets aan heeft”. Net als bij Mineke heeft het
project ook op Géan ontzettend veel indruk gemaakt. “Het was echt zo
bijzonder”, gaat de inwoner van Grootegast verder. “Het heeft een behoorlijke
impact gemaakt. Als je ziet hoe men daar leeft en hoe wij hier leven…. Dat is
een wereld van verschil. Je kunt je het haast niet voorstellen. Je moet het
echt met eigen ogen zien om het te geloven”.
In Zambia verbleven de meiden uit Grootegast in de oude, al bestaande
klaslokalen in Donje. Luxe was het daar zeker niet. “We sliepen op dunne
matrassen op de grond”, lacht Mineke. “Toen we dat voor de eerste keer zagen,
schrokken we ook wel. Maar van te voren wisten we wel waar we terecht zouden
komen”. En ook het sanitair was alles behalve luxe. “Het toilet was gewoon een
gat in de grond”, laat Géan weten. “In het begin denk je: dat ga ik echt niet
doen. Maar op een gegeven moment moet je toch echt, want drie weken lang niet
naar het toilet houdt natuurlijk niemand vol. Een douche kent men daar ook
niet. Buiten stond een emmertje die we konden vullen met water en vervolgens
over onszelf heen konden gooien”.
Ondanks de primitieve toestand in Zambia werd er goed voor de dames gezorgd.
Elke dag kreeg de groep van World Servants twee warme maaltijden en had de
bevolking veel voor de helpers over. “Het is zo indrukwekkend om te zien”, zegt
Mineke. “Wij hebben al zoveel en zij niet, maar toch zorgen ze heel goed voor
ons. Dat kun je je bijna niet voorstellen. Ze wilden alles voor ons doen. Dat
is natuurlijk fantastisch, maar je voelt je ook een beetje bezwaard. Ik kan
zelf namelijk ook prima wat doen. Ik ben de mensen ontzettend dankbaar voor de
wijze waarop ze voor ons hebben gezorgd”. Naast het bouwen van de klaslokalen
hebben de meiden ook nog andere activiteiten georganiseerd voor de bevolking.
“We hebben spelletjes gedaan, een vrouwenmiddag georganiseerd en met ze
gekookt”, vertelt Géan. “Ook dat was heel leuk om te doen. Bovendien hebben we
één nacht in de huisjes van de lokale bevolking geslapen. Dat was ook prachtig,
omdat je er dan echt middenin zit”.
Nu de meiden weer terug in Nederland zijn, denken ze vaak terug aan hun tijd in
Zambia. Een geweldige ervaring, waar ze ook veel van hebben geleerd. “Ik heb
met name geleerd dat je dankbaar moet zijn voor wat je hebt en niet moet
nadenken over wat je niet hebt”, laat Mineke weten. “Ook douche ik nu veel
korter, omdat ik altijd in mijn hoofd houd hoe men in Zambia moet douchen”.
Ondanks de geweldige tijd in Zambia weten de meiden één ding wel zeker: daar
voor altijd wonen dat wordt hem niet. “Dat is voor mij echt onmogelijk”,
vertelt Géan. “We zijn gewend aan Nederland en alles wat we hier hebben. Om dan
ineens in ‘the middle of nowhere’ te komen, dat houd ik niet vol. Wel wil ik
zo’n project heel graag nog een keer weer doen en ik ben er ook van overtuigd
dat dat gaat gebeuren”. Mineke vult aan: “Ja, dat zeker! Als de kans zich
voordoet, zijn wij de eersten die zich inschrijven”.