Minikul week 27

minikul

Ik ben nooit een fietser geweest. Ik deed en doe eigenlijk alles met de auto. Uit gemakzucht. En omdat ik dacht en ook nu nog denk, dat ik haast heb. Dat blijft, ik weet het: zéér onterecht, in mijn karakter zitten.

Misschien dat ik daar nu anders over ga denken. Want de elektrische fiets – gemak dient de mens en zeker mij – rukt op. Onlangs werd de miljoenste fiets in ons land verkocht. Niet alleen aan oudjes maar ook aan jongeren, als ik – wat achterdochtig, ook niet zo’n beste eigenschap van me – de statistieken mag geloven.

Maar laat ik me tot mijn seniorencategorie beperken. ’t Zijn, aldus fietsenleveranciers, vaak eerst de vrouwen die er eentje kopen. Omdat ze hun fietsende echtgenoot niet kunnen bijtrappen. Maar dan blijkt alras, dat zij nu voor hém, ‘gewone’ trapper, te snel is. En dat hij uitgeput van zo’n gezamenlijk fietstochtje thuiskomt en op de bank moet uitblazen. Wat later staat hij dan zélf bij de fietsenwinkel een elektrisch exemplaar uit te zoeken. Waarna aan een tweede fietsjeugd wordt begonnen. De elektrische fiets wordt ook wel licht spottend de viagra-fiets genoemd. Je krijgt een beetje hulp bij wat een beetje lastiger gaat. Menig senior gaat ervan fluiten, las ik ergens….

Bij veel fietsenwinkels maken elektrische fietsen nu al de helft van hun omzet uit. Ook veel jongeren schaffen ’m aan voor het woon-werkverkeer, want een afstand van zo’n vijftien kilometer is op een gewone fiets vaak net iets te ver. Je komt niet meer uitgeput en bezweet op je werk, hooguit dat je haar wat in de war zit.

Nederland is koploper elektrisch biken in Europa. Dat heeft even geduurd, want de basistechniek voor de elektrische fiets bestond een eeuw geleden ook al. Maar lange tijd zag je de motor goed zitten, waren de accu’s giganten en was de actieradius te beperkt. Nu kun je, als je een goeie electrofiets koopt, het verschil met een normale fiets amper zien. Kenners voorspellen dat het aantal ‘snelheidsduivels-op-fietspaden’ de komende jaren verder zal toenemen. Waardoor de infrastructuur op de fietspaden moet worden verbeterd. Minder uitstekende putdeksels, betere bochten, minder hoogteverschillen tussen fietspad en stoep of berm. Met misschien ook wel als gevolg: minder brede autosnelwegen en – laat ik dit idee maar niet lanceren – een fietsbelasting om het begrotingstekort verder terug te dringen.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT